Leerling leest beter in gemixte klas
7 mei 2007
Om de leesvaardigheid van alle leerlingen te verbeteren, moeten
scholen hun probleemgevallen spreiden over verschillende klassen. Dat
adviseert pedagoge Mieke van Diepen naar aanleiding van haar onderzoek
naar begrijpend lezen bij basisscholen in 35 landen, waaronder
Nederland. Mieke van Diepen promoveert op 25 mei aan de Radboud
Universiteit Nijmegen.
Het overheersende niveau in basisschoolklassen blijkt van grote
invloed op de individuele leesprestaties van leerlingen. Slechte
klassen maken leerlingen slechter, goede klassen maken hen beter. Door
goede en mindere leerlingen af te wisselen, hebben probleemleerlingen
minder invloed op de rest en doen ze het bovendien zelf ook beter.
Nieuwe leren
Vooral het schoolklimaat blijkt in Nederland van grote invloed op de
leesprestaties. Een positieve `teamspirit', tevreden leerkrachten en
betrokken ouders zijn allemaal van invloed op de individuele
leesprestaties. Opvallend genoeg doen leerlingen in grote klassen het
beter dan hun leeftijdsgenoten in kleinere groepen. Dat komt mogelijk
doordat leerlingen in grote klassen zelfstandiger moeten zijn. Dit
sluit aan bij het onder vuur liggende `nieuwe leren', dat ook meer
zelfstandigheid van de leerlingen vergt.
Tv-kijken
Van Diepen keek ook naar de thuissituaties van kinderen. De
aanwezigheid van voldoende boeken en kranten thuis blijkt een groot
verschil te maken, zelfs wanneer rekening wordt gehouden met
sociaaleconomische achtergrond. Regelmatig tv-kijken of computeren
blijkt ook een positief effect te hebben op de leesprestaties, maar
hiervoor geldt: overdaad schaadt. Kinderen die meer dan 3 keer per dag
de computer of tv gebruikten, scoorden slechter dan matige
beeldschermgebruikers.
Plezier
Volgens Van Diepen valt de meeste winst te behalen bij de individuele
leerling. Lezen is een zichzelf versterkend proces dat begint met
plezier. Als een kind eenmaal begint met lezen gaat het steeds
gemakkelijker. Hierdoor neemt het plezier toe en daarmee weer de
vaardigheid. Ouders en leraren moeten dit proces in gang zetten.
Vergelijkbaar
In de vijf toplanden (Zweden, Nederland, Engeland, Bulgarije en
Letland) bleken de invloeden op de prestaties vergelijkbaar. Dit is
interessant, omdat landen hierdoor van elkaar kunnen leren. Zweden
doet bijvoorbeeld veel aan voorschoolse educatie zoals
peuterspeelzalen en levert daardoor goede lezers.
Toets
Van Diepen haalde met dank aan NWO haar informatie uit de Progress in
International Reading Literacy Study (PIRLS) 2001. Deze toets bestaat
uit een tekst met zowel open als meerkeuzevragen van verschillende
begripsniveau's. Bijna honderdvijftigduizend 9 en 10-jarige leerlingen
uit groep 6 deden hieraan mee, waaronder ruim vierduizend in
Nederland. Deze toets zal in de toekomst iedere vijf jaar herhaald
worden. Verder gebruikte ze gegevens uit het NWO cohortonderzoek
Primair onderwijs (PRIMA). Dit onderzoek richt zich op de ontwikkeling
vaardigheden en gedrag bij basisschoolleerlingen.
Het internationale onderzoek haalde in 2003 al de pers omdat
Nederlandse leerlingen na Zweden de beste lezers bleken te zijn.
..............................
Noot voor de redactie,
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek