7 mei 2007
Bijna negen van de tien Nederlanders nemen twee minuten stilte in acht
Ruim een op de acht Nederlanders (13%) is niet van plan stil te zijn
om acht uur 's avonds tijdens de nationale dodenherdenking. Een
overgrote meerderheid (87%) zal echter wel twee minuten stilte in acht
nemen. Dit is grofweg gelijk aan het aantal mensen dat in 1996 aangaf
stil te zullen zijn. Elf jaar geleden dacht dertien procent van de
Nederlanders dat de dodenherdenking, zoals wij die kennen, tien jaar
later niet meer zou bestaan. Deze mensen hebben dus ongelijk gekregen.
In 2007 denkt zeventien procent van de ondervraagden dat er over tien
jaar geen dodenherdenking meer zal zijn.
Een op de tien Nederlanders denkt tijdens dodenherdenking aan niets
Bijna negen op de tien Nederlanders (88%) menen dat op 4 mei de
slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog worden herdacht. Wanneer er
echter gekeken wordt naar waar men gedurende de twee minuten stilte
feitelijk aan denkt, wordt duidelijk dat slechts een kleine
meerderheid de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog noemt. Bijna
één op de vijf (17%) denkt aan een overleden geliefde of kennis,
terwijl tien procent van de ondervraagden zegt aan niets te denken.
Nagenoeg een kwart van de Nederlanders zegt aan iets anders te denken.
Zo denken sommigen terug aan hun eigen ervaringen ten tijde van de
oorlog en zeggen enkelen alle gevallenen van alle oorlogen te (zullen)
herdenken.
---
1 | Waar denken de mensen aan die om 20.00 uur stil zijn op 4 mei
---
---
Slachtoffers Tweede Wereldoorlog 55
Gebrek aan verdraagzaamheid in de wereld 4
Onderdrukking van en onrecht jegens de mensheid 3
Overleden geliefde/vriend/kennis 17
Iets anders 23
Niets 10
Weet niet 4
---
Een kwart van de automobilisten rijdt door
Van de mensen die aangeven (waarschijnlijk) stil te zullen zijn, zegt
63 procent de auto te stoppen wanneer zij om acht uur in de auto
mochten zitten. Ruim een kwart (27%) geeft aan dit niet te zullen
doen.
Uitzending ceremonie op de Dam is het meest populair
Op de vraag of mensen om acht uur naar een televisieprogramma gaan
kijken dat in het teken staat van de dodenherdenking, antwoordt bijna
één op de drie dat niet te zullen doen. De uitzending van de
herdenking op de Dam in Amsterdam is het meest populair, gevolgd door
de uitzending van de ceremonie op de Waalsdorpervlakte. Een klein
gedeelte van de bevolking (4%) zegt een ceremonie in persoon bij te
wonen.
Weinig animo voor een internationale herdenkingsdag
Omdat de dagen 4 en 5 mei alleen een speciale betekenis hebben voor
Nederland en omdat de oorlog in andere landen op andere dagen wordt
herdacht, hebben wij de vraag gesteld of er een internationale
herdenkingsdag moet komen die 4 en 5 mei zal vervangen. Een grote
meerderheid is echter voor het behouden van onze eigen nationale
dodenherdenking en bevrijdingsdag. Zo'n één op de acht personen (14%)
vindt dat er een internationale herdenkingsdag moet komen.
Bovenstaande cijfers verschillen niet veel van de uitkomsten uit 1996.
Toen was bijna driekwart (73%) van de ondervraagden voor het
vasthouden aan 4 en 5 mei 1. Zeventien procent was toen van mening dat
er een internationale herdenkingsdag moest komen.
Bekendheid Anne Frank groot
Een van Nederlands bekendste symbolen van de Tweede Wereldoorlog is
Anne Frank. Het zal dan ook niemand verbazen dat honderd procent van
de ondervraagden aangeeft te weten wie zij was. Ruim driekwart (77%)
weet te vertellen dat Anne een Joods meisje uit Amsterdam was, dat
gedeporteerd en vermoord is door de Duitsers. Bijna drie op de tien
Nederlanders zegt dat ze Anne Frank kennen als auteur van een bekend
(dag)boek. Een derde (33%) legt het verband tussen Anne en Het
Achterhuis. Toch blijkt uit de antwoorden dat een kleine drie procent
van de Nederlanders het bij het verkeerde eind heeft. Enkelen denken
dat zij verpleegster was, of in het verzet zat tijdens de oorlog. Eén
persoon was in de veronderstelling dat het een actrice betrof.
Bevrijdingsdag: Vrije dag?
Aangezien er stemmen opgaan om van 5 mei een nationale vrije dag te
maken, hebben we de mensen gevraagd of zij bereid zouden zijn een
andere vrije dag, bijvoorbeeld Tweede Pinksterdag of Tweede Paasdag,
in te leveren om op bevrijdingsdag vrij te zijn. Vier van de tien
Nederlanders (39%) geeft aan hiervoor open te staan. Iets meer dan de
helft (54%) is er niet toe bereid.
Bevrijdingsdag niet in het teken van de Tweede Wereldoorlog
Nagenoeg de gehele Nederlandse bevolking (98%) weet op welke datum de
nationale dodenherdenking plaatsvindt, namelijk 4 mei. Ditzelfde
percentage weet ook te vertellen dat Bevrijdingsdag op 5 mei wordt
gevierd.
Een ruime meerderheid (61%) vindt dat bevrijdingsdag tegenwoordig
vooral in het teken moet staan van vrijheid in het algemeen. Slechts
36 procent vindt dat deze dag betrekking moet hebben op de bevrijding
tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dit percentage is aanzienlijk
gewijzigd ten opzichte van elf jaar geleden. Toen zag namelijk 53
procent van de Nederlanders bevrijdingsdag als teken van vrijheid in
het algemeen, terwijl 42 procent het als teken van bevrijding van de
oorlog aanmerkte. Het verband tussen het symbool 'bevrijdingsdag' en
de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog is dus minder geworden. Dit
terwijl bij een meerderheid van de Nederlanders wel de slachtoffers
van de Tweede Wereldoorlog centraal staan bij de dodenherdenking. Ruim
de helft van de Nederlanders gaf immers aan deze te herdenken op 4
mei.
---
2 | Bevrijdingsdag in teken Tweede Wereldoorlog of in teken van
vrijheid in het algemeen naar leeftijd
---
1996 2007
Totaal 18-34 35-54 >55 Totaal 18-34 35-54 >55
% % % % % % % %
In het teken van vrijheid in het algemeen 53 61 55 40 61 66 60 59
In het teken van bevrijding van de Tweede Wereldoorlog 42 33 42 55 36
32 35 40
Weet niet/Geen mening 5 6 3 5 3 2 5 1
---
Met het kleiner worden van de generatie die de oorlog bewust heeft
gemaakt, is de symbolische betekenis dus veranderd. Dit valt tevens af
te leiden uit de onderverdeling naar leeftijd. Heel duidelijk wordt
het naar voren gebracht in het percentage 55-plussers die de gedenkdag
nog zien als in het teken staand van de bevrijding van de Tweede
Wereldoorlog. Terwijl dit in 1996 nog 55 procent was, is dit
percentage momenteel nog maar veertig procent. Een ruime meerderheid
van de ouderen in ons land is dus van mening dat bevrijdingsdag in het
teken moet staan van vrijheid in het algemeen. Dit terwijl er in deze
leeftijdscategorie elf jaar geleden nog slecht vier op de tien deze
mening waren toegedaan.
1 In 1996 was het percentage respondenten dat als antwoord 'Weet
niet/Geen mening' had groter dan de vier procent in bovenstaand
figuur, namelijk tien procent. Dit in ogenschouw nemend kan gesteld
worden dat de uitkomsten grofweg gelijk zijn.
C5877 | Methode: TNS NIPObase (CASI) | Het onderzoek is uitgevoerd in
opdracht van RTL Nieuws. Het veldwerk vond plaats van 19 tot en met 22
april 2007. In totaal werden 1100 personen van 18 jaar en ouder
ondervraagd (n=1.100). Bovendien werd op 3 mei 2007 een flitspeiling
onder 600 nederlanders van 18 jaar en ouder gehouden (n=600).
Bij publicatie of verspreiding de bron TNS NIPO/ RTL Nieuws vermelden.
Voor eventuele vragen kunt u contact opnemen met Tom van der Horst
(tel: 020 522 57 45).
TNS NIPO