antwoorden op kamervragen over aanleg heliplatform bij meeuwenkolonie
Directie Natuur
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
12 maart 2007 2060709200
DN. 2007/771 8 mei 2007
onderwerp bijlagen
Kamervragen Heliplatform
Geachte Voorzitter,
Hierbij beantwoord ik, mede namens de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer, de vragen van het lid Thieme (PvdD) over de aanleg van een
heliplatform in de nabijheid van een meeuwenkolonie.
1
Kent u het bericht "Strijd tegen verjagen meeuwenkolonie"? 1)
Ja.
2
Kunt u aangeven waarom het bewuste heliplatform is aangelegd in de nabijheid van de
grootste broedkolonie meeuwen van Europa?
Ministerie van Landbouw, Het heliplatform is aangelegd op een perceel met de bestemming haven en industrie.
Natuur en Voedselkwaliteit Zoals in het bericht in AD Rotterdam van 8 maart jl. is vermeld, hebben het Loodswezen en
Directie Natuur het Havenbedrijf Rotterdam lange tijd naar een geschikte locatie gezocht. Dit omdat de
Willem Witsenplein 6
Postadres: Postbus 20401 locatie moest voldoen aan de specifieke eisen van het Loodswezen ten aanzien van de
2500 EK 's-Gravenhage bereikbaarheid via het water, de weg en de lucht. Daarnaast kon voor deze locatie van het
Telefoon: 070 - 3786868 ministerie van Verkeer en Waterstaat bij beschikking op grond van het `Besluit inrichting
Fax: 070 - 3786100 en gebruik niet aangewezen luchtvaartterreinen' toestemming worden verkregen om
vanaf deze locatie twee helikoptervluchten per uur te maken tot een maximum van 20 uur
per dag. Deze omstandigheden hebben uiteindelijk geleid tot de keuze voor de bewuste
locatie.
1) AD Rotterdam, 8 maart 2007
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
8 mei 2007 DN. 2007/771 2
3
Acht u vergunningverlening voor het verstoren van een decennia oude grote broedkolonie
in overeenstemming met de geest en uitgangspunten van de Flora- en faunawet?
Het heliplatform is aangelegd buiten het broedseizoen, dus zonder de meeuwen te
verstoren. Om te voorkomen dat meeuwen wederom binnen een straal van driehonderd
meter van het heliplatform gaan broeden, worden deze binnen die straal van driehonderd
meter verjaagd. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben daarvoor de vereiste
ontheffing verleend. Daarbij is de afweging gemaakt dat de gunstige staat van instand-
houding van de betreffende soorten niet in het geding is. Het belang op grond waarvan
de ontheffing is verleend, is de veiligheid van het luchtverkeer. Zowel de Flora- en
faunawet als de Europese Vogelrichtlijn erkennen dat belang als ontheffingsgrond.
Er is hier gebruik gemaakt van de mogelijkheden die de wet biedt en dus gehandeld in
overeenstemming met de geest en de uitgangspunten van de Flora- en faunawet.
4
Bent u bereid de provincie Zuid-Holland te verzoeken diervriendelijke alternatieven te
ontwikkelen voor de gesignaleerde problemen, zoals verplaatsing van de Helikopterhaven
naar een plaats waar geen overlast te verwachten is? Zo neen, kunt u aangeven waarom
niet?
Op basis van de toegepaste criteria bij de locatiekeuze en de vergunningverlening in
het kader van de Flora- en faunawet ben ik van oordeel dat er in dit proces sprake is van
zorgvuldige besluitvorming. Ik zie dan ook geen aanleiding om de provincie Zuid-Holland
of het ministerie van Verkeer en Waterstaat te verzoeken om diervriendelijke alterna-
tieven te ontwikkelen.
Tegen het besluit van Gedeputeerde Staten is bezwaar en beroep mogelijk. Ik maak uit de
berichtgeving in AD Rotterdam van 8 maart jl. op dat Stichting De Faunabescherming van
die mogelijkheid gebruik maakt. Het zal dan uiteindelijk de rechter zijn die bepaalt of hier
al dan niet sprake is geweest van zorgvuldige besluitvorming en behoorlijk bestuur.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
---- --
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit