AutoRai

Renault introduceert Renault eco'

(5/8/2007)
Renault introduceert Renault eco', een eigen ecologische signatuur waaraan de klant kan zien in hoeverre Renault zich toelegt op het maken van ecologische en economische autoâs die het milieu beschermen.

Eco' is gebaseerd op het ambitieuze beleid dat Renault hanteert om de gevolgen van zijn activiteiten voor het milieu te beperken, en richt zich op alle levensfasen van de auto (productie, gebruik en recycling). Een Renault eco'-auto voldoet aan drie milieucriteria: hij wordt geproduceerd in een ISO 14001-gecertificeerde fabriek, hij stoot minder dan 140 g CO /km uit of kan op biobrandstoffen rijden, en behalve dat hij voor 95% van zijn gewicht recyclebaar is, bevat de auto ook nog eens minstens 5% gerecyclede kunststoffen.

Renault eco' autoâs zijn niet alleen ecologisch, maar ook economisch. De gebruikte technieken zijn toegankelijk voor een groot aantal mensen en bovendien zeer milieuvriendelijk. De beperkte cilinderinhoud van de motoren (bijvoorbeeld de TCE 100 pk motor) en het gebruik van biobrandstoffen (Mégane bio-ethanol E85, Trafic en Master biodiesel B30) zijn daar concrete voorbeelden van.

Bij de introductie is de signatuur alleen op Renault in Europa van toepassing. Omdat de bescherming van het milieu een wereldwijde uitdaging is, zal eco' langzaamaan ingevoerd worden in alle delen van de wereld.

Verder is Renault eco' bedoeld om de aandacht te vestigen op de constante vooruitgang die geboekt wordt op het gebied van milieubescherming. De criteria worden daarom steeds verder aangescherpt om autoâs te kunnen bieden die steeds ecologischer worden en toch betaalbaar blijven voor de klant.

Renault eco', ecologische en economische autoâs In het kader van het Renault Contract 2009 heeft Renault ambitieuze plannen op het gebied van de bescherming van het milieu. De gestelde doelstellingen zijn gebaseerd op het ambitieuze beleid dat Renault al ruim tien jaar hanteert om de gevolgen van zijn activiteiten voor het milieu te beperken en dat zich richt op alle levensfasen van de auto (productie, gebruik en recycling). Ze geven bovendien blijk van de inspanningen die verricht worden om de ecologische uitdagingen het hoofd te bieden, waarbij de klant vanaf nu betaalbare technieken aangeboden krijgt die op zoveel mogelijk autoâs toegepast kunnen worden. Renault doet dat door ecologische autoâs voor iedereen betaalbaar te houden, terwijl de gevolgen voor het milieu steeds minder worden.

Renault gebruikt Renault eco' om autoâs die aan de ecologische en economische criteria voldoen te voorzien van een signatuur:


- ecologisch omdat ze de gevolgen voor het milieu tot een minimum beperken tijdens de productie in de fabriek, het gebruik door de klant en de recycling aan het einde van de levensduur,


- economisch omdat ze betaalbaar zijn en weinig brandstofverbruik verbruiken.

Eco' is het bewijs dat Renault zich toelegt op het maken van milieuvriendelijke en betaalbare autoâs.

Renault eco' : drie controleerbare en meetbare criteria Renault heeft eco' in het leven geroepen om zijn klanten te laten zien in hoeverre een auto milieuvriendelijk is. De signatuur is gemaakt op basis van drie criteria die ofwel conform de officiële wetgeving zijn (ISO 14001), ofwel overeenkomen met objectief meetbare kenmerken (CO -uitstoot of de hoeveelheid gebruikte gerecyclede kunststoffen).

Het geluidsniveau, dat ook als vervuiling kan worden beschouwd, is in dit stadium nog niet als criterium opgenomen, omdat er nog geen wereldwijde richtlijnen voor bestaan. Renault loopt echter al ver voor op dit gebied met tal van autoâs die 3 decibel geluid minder produceren dan wat de Europese norm voorschrijft (74 dB), waarmee het totale geluidsniveau met de helft is afgenomen.

Een auto is Renault eco' als hij aan de volgende drie criteria voldoet:


- De auto wordt in een ISO 14001-gecertificeerde fabriek geproduceerd. Het ISO 14001-certificaat wordt verstrekt door een onafhankelijke certificeringsinstantie (International Standards Organization) geeft aan dat er alles aan gedaan wordt om de invloed van de activiteiten van de fabriek op de natuurlijke omgeving tot een minimum te beperken. Denk daarbij niet alleen aan het beperken van het water- en energieverbruik, maar ook aan zogenaamde zichtbare en hoorbare vervuiling en aan uitstoot in de atmosfeer en lozingen in oppervlaktewater. Renault heeft het waterverbruik van de fabriek in Sandouville (Frankrijk) in zeven jaar tijd bijvoorbeeld al drie keer zo laag weten te krijgen. In 2006 waren 39 fabrieken, die samen wereldwijd meer dan 90% van de activiteiten van Renault vertegenwoordigen, ISO 14001 gecertificeerd. De overige fabrieken van de groep (Rusland en Marokko) worden momenteel gecertificeerd;


- de auto stoot minder dan 140 g CO /km uit of kan rijden op bio-ethanol E85 of biodiesel B30. Renault eco'-autoâs stoten weinig CO uit, het gas dat het meest verantwoordelijk is voor de klimaatveranderingen op aarde. De grens van 140 g CO /km (komt overeen met een brandstofverbruik van 5,3 liter Diesel/100 km en 5,9 liter benzine/100 km) is haalbaar dankzij een aantal speciale technieken (bijvoorbeeld downsizing) of het gebruik van biobrandstoffen. De planten die gebruikt worden voor het produceren van biobrandstoffen absorberen CO uit de lucht om te kunnen groeien (fotosynthese). Gedurende de totale levensduur van de brandstof, dat wil zeggen âvan de bron tot de uitlaatâ, kan er voor bio-ethanol wel 70% minder CO uitgestoten worden vergeleken met hetzelfde model dat op benzine rijdt. Voor biodiesel B30 is dat 20% vergeleken met dezelfde versie, maar dan op Diesel.


- minstens 5% gerecyclede kunststoffen. Behalve dat een Renault eco2-auto voor 95% van zijn gewicht recyclebaar is, bevat hij ook nog eens meer dan 5% gerecyclede kunststoffen. Voor de Clio III is dat al bijna 10% (20 kg) en voor de nieuwe Twingo 9% (15 kg). Deze hoeveelheid zal voor de toekomstige modellen alleen nog maar verder toenemen.

Bij de introductie is de signatuur alleen op Renault in Europa van toepassing. Langzaamaan zal dat uitgebreid worden naar andere delen in de wereld. Om gelijke tred te houden met de constante vooruitgang die op milieugebied geboekt wordt, zullen de criteria bovendien aangescherpt worden en de ecologische verbeteringen in aanmerking nemen om ecologische autoâs van het hoogste niveau te kunnen bieden.

Downsizing, een ecologische en economische techniek Het verbeteren van de traditionele motoren (benzine en Diesel) blijft één van de goedkoopste manieren om het brandstofverbruik en dus de uitstoot van broeikasgassen beperkt te houden. Renault is expert op het gebied van downsizing en weet deze twee voordelen uitstekend met elkaar te combineren. Downsizing houdt in dat de cilinderinhoud van een motor kleiner gemaakt wordt, terwijl de prestaties hetzelfde blijven doordat er speciale technieken gebruikt worden (bijvoorbeeld turbocompressor, directe inspuiting, enz.). Zo wordt een 1.9 Dieselmotor met een vermogen van 93 pk tegenwoordig vervangen door een
1.5 turbomotor van 105 pk, die dus een betere verhouding tussen prestaties en brandstofverbruik laat zien. In 1993 kon een Renault 19
1.9 DT 93 pk vanuit Parijs naar Montpellier rijden (748 km) met een gemiddeld verbruik van 6,5 l/100 km (172 g CO /km). Vandaag de dag rijdt een Mégane 1.5 dCi 105 pk naar Venetië (1.110 km) met een brandstofverbruik van slechts 4,5 l/100 km (120 g CO /km). Renault behoort dankzij zijn prestaties, volumes en de gemiddelde emissiewaarden van zijn autoâs tot de drie beste Europese autofabrikanten voor wat betreft het terugdringen van de CO -uitstoot in Europa.

De nieuwste benzinemotor van Renault, de TCE 100, is een goed voorbeeld van de expertise van Renault op dit gebied. Met het vermogen van een 1.4 l (100 pk) en het koppel van een 1.6 l (145 Nm) verbruikt deze motor met een cilinderinhoud van 1.2 l in de Clio by Rip Curl bij gecombineerd gebruik slechts 5,9 l/km (139 g CO /km). De combinatie van een kleine cilinderinhoud met een lichte, snel reagerende turbo zorgt ervoor dat deze motor al in de lage toerentalgebieden lekker fel is. De turbo beschikt over een âoverpowerâ functie waarmee tijdelijk meer vermogen beschikbaar komt in de 2^e, 3^e en 4^e versnelling boven de 4.500 t/min.

Renault zet deze expertise ook in voor zijn Dieselmotoren. Zo stoot de Mégane met de 1.5 dCi 105 pk motor met roetfilter niet meer dan 120 g CO per kilometer uit, waarmee dit model in 2005 de laagste uitstootwaarde van Europa liet zien in zijn segment. Deze toonaangevende motor van Renault profiteert van de allernieuwste technische innovaties: een turbo met variabele geometrie (multilamellen), multipoint inspuiting met piëzo-elektrische verstuivers, een roetfilter met injector op de uitlaatlijn, enz.

De downsizingtechniek die Renault voor zijn nieuwe motoren gebruikt, maakt het mogelijk om het ecologische aspect (minder uitstoot van vervuilende stoffen en CO ) te verenigen met het economische aspect (lager brandstofverbruik en betaalbare technologie). Het ligt bovendien helemaal in de lijn van de Renault eco'-signatuur.

Autoâs die op biobrandstoffen rijden en voor iedereen betaalbaar zijn Renault beschouwt biobrandstoffen als één van de meest doeltreffende manieren om de CO -uitstoot op middellange termijn te beheersen. Ecologisch doeltreffend omdat ze geproduceerd worden op basis van planten en herwinbare energie bevatten, economisch doeltreffend omdat de kosten voor het ontwikkelen van compatible motoren en dus de verkoopprijs voor de klant beperkt blijven. Bijkomend voordeel is dat autofabrikanten minder afhankelijk worden van fossiele brandstoffen.

Renault bevestigt met de introductie van een Mégane die op bio-ethanol (E85) kan rijden en de al bestaande bedrijfswagens die op biodiesel (B30) rijden dat het merk zich helemaal heeft toegelegd op deze technologie. Renault is één van de weinige autoconstructeurs in Europa die zijn klanten een dubbel aanbod biobrandstoffen kan aanbieden.

In juni 2007 zal Renault een Mégane op de markt brengen die uitgerust is met de 1.6 16V 105 pk motor die op bio-ethanol E85 kan rijden. Dit is de eerste auto op bio-ethanol die Renault in Europa op de markt brengt. Voor deze motoren zijn bestaande blokken gebruikt die zich door de nodige wijzigingen automatisch kunnen aanpassen aan het type brandstof. De wijzigingen hebben vooral betrekking op de tank, het inspuitsysteem en de verbrandingskamer. Voor de ontwikkeling van deze auto heeft Renault een beroep gedaan op de ervaringen die in Brazilië zijn opgedaan, waar sinds 2004 de Clio en de Mégane Flex Fuel op bio-ethanol E100 verkocht worden.

De Trafic is sinds eind 2006 leverbaar met de 2.0 dCi B30 motor van 90 pk en 115 pk en de Master met de 2.5 dCi B30 motor van 100 pk en 120 pk. Deze modellen zijn hoofdzakelijk bedoeld voor bedrijven met een wagenpark en kunnen om het even op Dieselolie of een mengsel van Dieselolie / biodiesel (B30) rijden. De eerste toepassingen op personenautoâs zullen in 2008 het daglicht zien. De nieuwe Twingo, die op de laatste Salon van Genève onthuld is, zal bijvoorbeeld aangeboden worden met de 1.5 dCi 65 pk motor die op biodiesel B30 kan rijden.

Bovendien werkt Renault al jaren aan brandstoffen van de 2^e generatie. Deze brandstoffen worden verkregen door middel van het Fischer Tropsch proces op basis van aardgas (Gas To Liquid), steenkool (Coal To Liquid) of biomassa (Biomass To Liquid). Sinds maart 2006 werkt Renault in het kader van de Alliance for Synthetic Fuels in Europe (ASFE) samen met DaimlerChrysler, Volkswagen, Royal Dutch Shell en Sasol Chevron.

Renault heeft in 2006 bekend gemaakt dat het merk zich in het kader van het Renault Contract 2009 zal toeleggen op het ontwikkelen van een reeks alternatieve technieken, waaronder elektrische autoâs, hybrideautoâs en brandstofcellen. Het is niet voor het eerst dat Renault onderzoek doet naar milieuvriendelijke technieken. Al in 1997 presenteerde Renault de Fever, het eerste studiemodel dat voorzien was van een brandstofcel op waterstof. En dan is er nog de recentere concept-car Ellypse, waarmee Renault het accent legde op duurzame ontwikkeling.