Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl 2513AA22XA

Uw brief 2060712340 Ons kenmerk AV/IR/2007/14594 Datum 9 mei 2007 Onderwerp Kamervragen van de leden Brinkman en De Roon
(PVV)

Hierbij zend ik u, mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de antwoorden op de Kamervragen van de leden Brinkman en De Roon (beiden PVV) over overtredingen van de Arbeidstijdenwet door de politie.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. J.P.H. Donner)

Ons kenmerk AV/IR/2007/14594

2060712340

Vragen van de leden Brinkman en De Roon (beiden PVV) aan de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over overtreding van de Arbeidstijdenwet door de politie. (Ingezonden 13 april 2007)


1
Kent u het rapport van de Arbeidsinspectie "Politie overtreedt Arbeidstijdenwet"? 1)

Antwoord 1.
Ja


2
Is het waar dat in 2006 de Arbeidsinspectie bij 24 politiekorpsen bijna 4.000 schendingen van de Arbeidstijdenwet heeft geconstateerd en dat in 30 gevallen boetes zijn opgelegd?

Antwoord 2
Nee, dit klopt niet. Bij 24 korpsen zijn in totaal 301 overtredingen vastgesteld. Bij 27 van deze overtredingen zijn boeterapporten opgesteld.

3
Wat zijn de oorzaken waardoor op grote schaal de Arbeidstijdenwet is overtreden?
4
In welke mate zijn deze schendingen van de Arbeidstijdenwet door de politie bedreigend geweest voor het welzijn van politiefunctionarissen of van burgers?

Antwoorden 3 +4
De meeste overtredingen betreffen de dagelijkse rusttijd en de arbeidstijd inclusief overwerk. In enkele gevallen bleek dat er sprake is van overmatig lange werktijden en korte rusttijden. Op den duur kunnen overmatig lange werktijden schadelijk zijn voor de gezondheid dan wel ten koste gaan van de concentratie.
Uit het inspectie rapport blijkt dat de korpsen niet altijd voldoende bekend zijn met de mogelijkheden van de Arbeidstijdenwet. Tevens zijn de registratiesystemen niet altijd even gebruiksvriendelijk. Momenteel is de Inspectie voor de Openbare Orde en Veiligheid (IOOV) bezig met een onderzoek om inzicht te verschaffen in de effecten van de Arbeidstijdenwet op de taakuitvoering en inzet van de politie. Naar verwachting verschijnt dit rapport begin juni. Er is een klankbordgroep ingesteld die bestaat uit de beleidsverantwoordelijke hoofdcommissaris en korpsbeheerder, de Arbeidsinspectie, IOOV en de directie politie (BZK). De inzet is om de conclusies van beide onderzoeken (eindverslag van het inspectie project arbeids- en rusttijden politie en IOOV) met elkaar in verband te brengen en de samenhang te
---

Ons kenmerk AV/IR/2007/14594

analyseren. Op grond daarvan kan BZK bezien welke acties genomen zouden kunnen worden om de naleving van de Arbeidstijdenwet te verbeteren. Tevens worden de vakorganisaties geraadpleegd.
Verder heeft de Raad van Hoofdcommissarissen een plan gemaakt om het naleven van de wettelijke regels bij alle korpsen binnen drie jaar op orde te brengen. De minister van Binnenlandse Zaken heeft hierover ook afspraken gemaakt met de korpsbeheerders.


5
Is er aanleiding om de gevallen zoals omschreven in artikel 2:5 van de Arbeidstijdenwet waarin de Arbeidstijdenwetgeving niet van toepassing is op opsporingsfunctionarissen, uit te breiden? Zo ja, op welke wijze? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 5
Artikel 2:5 ATW biedt in een aantal gevallen welke in deze wet zijn omschreven voor de politie een goede mogelijkheid om zijn werk te kunnen uitvoeren. Maar er blijven omstandigheden waarin artikel 2:5 niet voorziet en wat voor de politie dan leidt tot een overtreding van de ATW. Ten aanzien van de zogenaamde begeeftijd zal na de uitkomsten van het rapport van IOOV worden bezien, of er aanleiding is om voor bepaalde groepen een uitzondering in het ATB op te nemen.


1) NOS Teletekst, 5 april 2007


---