Europese cultuuragenda en de mondialisering
Mededeling van de Commissie over een Europese agenda voor cultuur in
het licht van de mondialiseringDatum Raadsdocument: 10/05/2007
Nr Raadsdocument: 9496/07
Nr. Commissiedocument: COM(2007)242
Eerstverantwoordelijk ministerie: OCW i.o.m. OCW, BZ, FIN en
EZBehandelingstraject in Brussel: Naar verwachting komt de mededeling
achtereenvolgens aan de orde in het cultuurcomité en de OJC-raad. Data
zijn nog niet bekend.
* Achtergrond, korte inhoud en doelstelling van het voorstel
* Subsidiariteit en proportionaliteit
* Consequenties
* Nederlandse belangen en eerste algemene standpuntbepaling
Achtergrond, korte inhoud en doelstelling van het voorstel
Deze mededeling over de rol van cultuur in een globaliserende wereld
bevat drie hoofddoelstellingen en een aantal werkmethodes, die tezamen
de eerste Europese cultuurstrategie vormen voor de Europese
instellingen, de lidstaten en de culturele en creatieve sector.
Doelstellingen:
o Bevorderen van de culturele verscheidenheid en de interculturele
dialoog binnen Europa
Omdat samenlevingen in toenemende mate een multicultureel karakter
krijgen, zijn interculturele dialoog en interculturele competenties
van steeds groter belang. Deze kunnen gestimuleerd worden door aan de
ene kant de mobiliteit van culturele professionals en culturele werken
te vergroten en anderzijds het culturele besef, talenkennis en
burgerschapscompetenties van burgers te bevorderen.
o Bevorderen van cultuur als katalysator voor creativiteit binnen het
kader van de Lissabonstrategie
Creativiteit is de basis voor sociale en technologische innovatie. De
creatieve industrie en de culturele sector leveren dan ook een
aanzienlijke bijdrage aan de Europese economie. Om deze bijdrage te
behouden en te vergroten, wil de Europese Commissie de positie van
cultuur in het onderwijs versterken, governance en ondernemerschap in
de culturele sector bevorderen en de samenwerkingsverbanden tussen de
creatieve sector en andere sectoren verder ontwikkelen.
o Bevorderen van cultuur als cruciale component van de internationale
betrekkingen van de Europese Unie
De Europese cultuurstrategie heeft niet alleen betrekking op de
culturele diversiteit binnen Europa, maar onderstreept ook het belang
van de culturele dimensie in de politieke dialoog met partnerlanden en
-regio's. Deze culturele dimensie kan versterkt worden door culturele
uitwisselingen te bevorderen en de culturele dimensie stelselmatig in
ontwikkelingsprogramma's en -projecten te integreren.
De Commissie stelt een aantal concrete werkmethodes voor om
bovenstaande doelstellingen te bereiken.
o Een cultureel forum van belanghebbenden moet de dialoog tussen
Europa en de culturele sector - van individuele kunstenaars tot
ondernemers uit creatieve industrieën - structureren en verbeteren.
o De Commissie wil met de open coördinatiemethode (OCM) een meer
gestructureerd systeem van samenwerking invoeren tussen de lidstaten
en de Europese instellingen op cultureel gebied. Als onderdeel van de
OCM zullen de lidstaten algemene doelstellingen vaststellen,
zogenaamde `best practices' en relevante gegevens uitwisselen en
zullen hoge vertegenwoordigers van de lidstaten elke twee jaar de
vorderingen in het behalen van de doelstellingen evalueren. Hiertoe
moet de nationale statistische informatie doorgelicht en waar nodig
verbeterd worden en moeten de nationale statistische gegevens beter
vergelijkbaar worden gemaakt. Deze werkwijze draagt tevens bij aan
empirisch onderbouwde beleidsontwikkeling.
o De Commissie stelt verder cultuur mee te willen wegen als integraal
onderdeel van de beleidsontwikkeling op andere terreinen. Als
specifieke uitwerking van deze zogenaamde mainstreaming stelt de
Commissie voor een cultureel fonds EU-ACS op te richten ter
ondersteuning van specifieke acties in de landen van Afrika ten zuiden
van de Sahara, de Caraïben en de Stille Oceaan (ACS-landen). Dit fonds
zou moeten functioneren als gemeenschappelijke Europese bijdrage aan
de verspreiding en eventueel de vervaardiging van cultuurgoederen uit
de ACS-landen. Het zal het ontstaan van lokale markten en sectoren
moeten bevorderen en ook de toegang van cultuurgoederen uit de
ACS-landen tot de Europese markten moeten vergemakkelijken.
Rechtsbasis van het voorstel: niet van toepassing, het betreft een
mededeling
Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement: niet van
toepassing, het betreft een mededeling
Instelling nieuw Comitologie-comité: niet van toepassing, het betreft
een mededeling
Subsidiariteit en proportionaliteit
Subsidiariteit:
Strikt genomen niet van toepassing, het betreft een mededeling. Op
cultuurterrein beschikt de Gemeenschap over beperkte bevoegdheden. Het
is de Gemeenschap slechts toegestaan aanvullend op te treden daar waar
dat meerwaarde heeft. De Commissie benadrukt dan ook de eigen
verantwoordelijkheid van de lidstaten en blijft met deze mededeling
binnen de grenzen die het Verdrag aan Gemeenschapsoptreden stelt.
Nederland onderschrijft de inhoud van de mededeling, die bijdraagt aan
de internationale uitwisseling van kennis, voorbeelden en inspiratie.
Proportionaliteit:
Strikt genomen niet van toepassing, het betreft een mededeling. De
voorstellen betreffen hoofdzakelijk het uitwisselen van kennis en
ervaring, onder andere door middel van de open coördinatiemethode. Dit
is een methode die de lidstaten in staat stelt om met behoud van eigen
verantwoordelijkheid beleidsrelevante informatie die zij nuttig achten
op een gestructureerde manier met elkaar uit te wisselen. De
informatie die dit oplevert kan in voorkomende gevallen gebruikt
worden om het eigen nationale beleid effectiever te maken (best
practices).
Voor zover in het kader van de voorgestelde werkmethodes verzameling
van nieuwe gegevens gevraagd wordt, zal Nederland scherp bewaken dat
de baten van extra gegevensverzameling opwegen tegen eventuele
additionele administratieve lasten.
Consequenties
Consequenties voor de EU-begroting:
Voor de vorming van het cultureel fonds EU-ACS stelt de Europese
Commissie voor de periode 2007-2013 - blijkens het aan de mededeling
gerelateerde persbericht - een communautaire bijdrage voor van circa
EUR 30 miljoen. Het 10e Europees Ontwikkelingsfonds zal het
aanloopkapitaal voor de financiering van dit fonds verschaffen.
Financiële, personele en administratieve consequenties voor de
rijksoverheid, decentrale overheden en/of bedrijfsleven en burger:
Eventueel extra gegevensverzameling t.b.v. kennisuitwisseling en
vergelijkbaarheid van gegevens.
Vervolgtraject financiële afspraken:
Indien het voorstel budgettaire gevolgen heeft, dan worden deze
ingepast binnen de begroting van het beleidsverantwoordelijke
departement, conform de regels budgetdiscipline.
Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving/beleid,
(informatie over het inschakelen van nationale agentschappen /
zelfstandige bestuursorganen e.d., implementatie en uitvoering,
notificatie en handhaving en/of sanctionering):
Niet van toepassing. Het betreft een mededeling.
Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen) dan wel
voorgestelde datum inwerking treding (bij verordeningen en
beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid:
niet van toepassing het betreft een mededeling.
Consequenties voor ontwikkelingslanden:
Met name de derde doelstelling - bevorderen van cultuur als cruciale
component van de betrekkingen met partnerlanden en -regio's van de
Europese Unie - heeft consequenties voor ontwikkelingslanden.
Ontwikkeling betreft niet slechts de materiële kant van ons bestaan,
maar betekent idealiter ook het hebben van de mogelijkheid om een
bevredigender, waardevoller en gewaardeerd bestaan te leiden. Cultuur
is daar een middel toe. Ontwikkeling van cultuur zal onderdeel zijn
van de dialoog met ontwikkelingslanden, bijvoorbeeld over Poverty Re
duction Strategy Papers. De ontvangende landen committeren zich dan
aan het belang van de ontwikkeling van cultuur. Daarnaast heeft het
ter beschikking stellen van EUR 30 miljoen consequenties voor
ontwikkelingslanden; zij zullen voor concrete projecten een beroep
kunnen doen op deze middelen.
Nederlandse belangen en eerste algemene standpuntbepaling
Nederland onderschrijft de inhoud van de mededeling van de Europese
Commissie, omdat die zonder inbreuk te doen op de bevoegdheden van de
lidstaten, bijdraagt aan de internationale uitwisseling van kennis,
voorbeelden en inspiratie - één van de doelstellingen van het
Nederlandse internationale cultuurbeleid. Als ook andere lidstaten
informatie over (het functioneren van) culturele sectoren structureel
gaan verzamelen en uitwisselen, kan dit voor het Nederlandse beleid en
de culturele sector in Nederland direct meerwaarde opleveren. De
voorstellen die de Commissie doet, stellen Nederland in staat om met
een beperkte inspanning - de voorstellen zijn deels al onderdeel van
het Nederlandse beleid - het leerproces tussen lidstaten onderling te
optimaliseren.
De doelstellingen die de Commissie in de mededeling voorstelt, sluiten
aan bij het vigerend Nederlands beleid. Culturele verscheidenheid en
interculturele dialoog zijn al speerpunten in het (inter)nationale
cultuurbeleid waar via verschillende wegen aan wordt gewerkt. Het
stimuleren van de mobiliteit van culturele professionals en culturele
werken en het bevorderen van het culturele en historische besef van
burgers zijn hier enkele voorbeelden van. Ook creatieve industrie - de
tweede hoofddoelstelling binnen de voorgestelde Europese
cultuurstrategie - heeft als thema prioriteit binnen het nationale
beleid. Zo heeft cultuur een belangrijke plaats binnen het Nederlandse
onderwijs en loopt er een breed programma voor de creatieve industrie
met vijf actielijnen. De derde doelstelling - het bevorderen van
cultuur als component van de internationale betrekkingen - is evenmin
nieuw in het Nederlandse beleid. Cultuur wordt ingezet in het
buitenlands beleid als onderdeel van `public diplomacy' en van
ontwikkelingssamenwerking. Het Nederlandse OS-beleid erkent dat de
ontwikkeling van cultuur een doel op zich is en stelt hiervoor
middelen beschikbaar.
Nederland staat dus positief tegenover inspanningen van de Europese
Commissie en de lidstaten in de landen buiten de EU en onderschrijft
het belang dat de Commissiemededeling hecht aan de culturele dimensie
van de politieke dialoog met partnerlanden en -regio's. Nederland
stelt echter voor om de culturele inspanningen op het gebeid van
public diplomacy en ontwikkelingssamenwerking - in de mededeling
geschaard onder dezelfde doelstelling - als twee separate
doelstellingen te behandelen.
Ook met enkele van de voorgestelde werkmethodes heeft Nederland al
ervaring opgedaan op onderdelen van het cultuurbeleid. De gewenste
structurele dialoog van de Europese Commissie met de culturele sector
sluit aan bij de reeds bestaande praktijk in verschillende culturele
sectoren en ondersteunt Nederland van harte. Daarnaast is bijvoorbeeld
op het gebied van collectiemobiliteit een hecht informeel
internationaal netwerk gegroeid van stakeholders dat vastbesloten is
obstakels voor de uitwisseling van met name museumobjecten uit de weg
te ruimen. In wezen wordt binnen dit netwerk al - met steeds toenemend
succes - gewerkt volgens de uitgangspunten van de methode van open
coördinatie.
Nederland steunt in het algemeen het idee van een cultureel fonds
EU-ACS zoals de commissie voorstelt. Nederland ziet erop toe dat de
totstandkoming van het fonds past binnen de overeengekomen financiële
perspectieven en overige voor OS geldende afspraken tussen de Europese
Commissie en de lidstaten. Nederland is er gezien de relatief hoge
beheerslasten voorstander van de mogelijkheden te onderzoeken om aan
te sluiten bij bestaande fondsen of structuren. Nederland zal de
Commissie vragen uit te leggen waarom de samenwerking beperkt is tot
de ACS-landen.
Voor de externe dimensie van het cultuurbeleid zullen ook andere
Raadstrajecten betrokken moeten worden, zoals de Raad Algemene Zaken
en Externe Betrekkingen (RAZEB).
In het algemeen zal Nederland stellen dat bij vervlechting van cultuur
in andere beleidssectoren (economie, onderwijs, buitenlands EU-beleid)
- zoals de Commissie wenst - afstemming en coördinatie tussen de
beleidssectoren een blijvend aandachtspunt is. Daarnaast zal Nederland
benadrukken dat voorstellen die nieuwe gegevensverzameling of -
analyse behelzen, deze vergezeld moeten gaan van een adequate
kosten-batenanalyse waarin de additionele lastendruk wordt afgewogen
tegen de beleidsrelevantie van de te verkrijgen (statistische)
informatie.
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken