Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Advies Uitvoeringspanel

Onderwerp: Ontwerpbesluit eenmalige gegevensuitvraag

Behandeld: in het Uitvoeringspanel van 10 mei 2007

Opsteller concept advies: Coördinatiepunt ICT Gemeenten (Divosa), Ingrid Hoogstrate

Aan het uitvoeringspanel wordt advies gevraagd over de concept aanpassingen van het besluit SUWI in het kader van het wetsvoorstel Eenmalige uitvraag ten aanzien van de volgende aspecten:

· Praktische uitvoerbaarheid;

· Handhaafbaarheid;

· Invoeringstijd.

ADVIES (cursief de adviezen van het uitvoeringspanel)

Vooraf
Het uitvoeringspanel kan pas in volle omvang de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van de voorgestelde aanpassingen beoordelen indien ook een aantal bijlagen of lagere regelgeving in concept gereed zijn. Het gaat daarbij met name om bijlage 2 (artikel 5.2a), waarin de verplicht te hergebruiken gegevens worden vastgelegd, maar ook om de gegevensregisters (zowel SUWI als IB), en de regels omtrent beveiliging en stelselontwerp. Het uitvoeringspanel verzoekt het Ministerie van SZW daarom ook om deze bijlagen, als ook wijzigingen daarvan in de toekomst, ter toetsing aan het uitvoeringspanel voor te leggen.

Eenmalige uitvraag
In het algemeen steunt het uitvoeringspanel de doelstellingen van het wetsvoorstel, maar benadrukt dat geleidelijke meerjarige invoering essentieel is, zodat de kwaliteit van de gegevens kan worden bewaakt en zodat er voldoende tijd is voor de aanpassing van processen, ICT en afspraken tussen organisaties.
Dit geldt in het bijzonder voor het (gedeeltelijk) vervallen van de verplichting voor de klant om alle voor de bijstandsverlening relevante feiten en omstandigheden te melden (artikel 17 WWB); deze verplichting geldt als een belangrijke bepaling in het kader van de handhaving van de WWB. Het (gedeeltelijk) vervallen hiervan brengt, zeker bij te snelle invoering, vanuit het oogpunt van handhaving risico's met zich mee en is alleen mogelijk indien de relevante (authentieke) registraties optimaal werken én de gegevens geschikt zijn voor gebruik in de
1

primaire processen. Een voorbeeld zijn de gegevens in de polisadministratie (in de toekomst: BLAU, basisadministratie Lonen, arbeidsverbanden en uitkeringen) van het UWV. Ook al zou de kwaliteit van de gegevens optimaal zijn, dan nog zijn deze gegevens voor sociale diensten niet bruikbaar voor betaling of beëindiging van de uitkering, alleen als signaal van wijzigingen of mogelijke fraude. Dit komt doordat de gegevens het UWV uit de aard van de administratie altijd minimaal 6 tot 8 weken oud zijn.
Het (gedeeltelijk) vervallen van de informatieplicht voor de klant ex artikel 17 WWB vraagt ook dat de gegevens niet alleen raadpleegbaar zijn, maar dat ook gerichte signalen automatisch worden gegenereerd (abonnementen, koppelingen). Niet alle gemeenten hebben nu bijvoorbeeld een werkende koppeling met het GBA. Vooral samenwerkende sociale diensten lopen hier tegen problemen aan. Belangrijk is dat gemeenten hierover goed worden voorgelicht. De praktische uitvoerbaarheid van het voorstel is t.a.v. dit punt op dit moment dus nog slecht. Het uitvoeringspanel stelt voor de laatste zin onder punt 2 in de nota van toelichting bij het ontwerpbesluit hierop aan te passen en aan te vullen zoals hierboven beschreven.

Omdat het verboden wordt gegevens dubbel uit te vragen aan klanten (concreet: een gemeente mag niet nog een keer vragen wat al door het CWI is gevraagd), is het belangrijk dat de Service Niveau Overeenkomsten (SNO's) tussen gemeenten en CWI op deze procesverandering worden aangepast. Mogelijk zullen partijen aanvullende afspraken willen maken over de kwaliteit van de door CWI uitgevraagde gegevens dan wel willen afspreken dat het CWI minder uitvraagt dan voorheen. Het Uitvoeringspanel hecht er aan dat hierover voorlichting wordt gegeven aan gemeenten. Bij voorkeur worden ook voorbeelden van dit soort afspraken (model SNO's) verspreid.
NB het is belangrijk om in het kader van administratieve lastenverlichting voor de klant ook afspraken te maken tussen CWI en gemeente over een reductie van de bewijsstukken. Uit onderzoek van het CP-ICT, i.s.m. gemeenten, is gebleken dat de gemiddelde bewijslast met circa 60% kan worden teruggebracht.

In de regel mag een gegeven dus niet dubbel worden uitgevraagd, als het gegeven al bekend is in een primaire gegevensbron (bijv. GBA) of al door een andere ketenpartij is uitgevraagd. Een klant mag dan in beginsel weigeren het gegeven nogmaals te verstrekken. Als een klant constateert dat een gegeven bij een primaire bron niet compleet of fout is, heeft hij het recht of de plicht dit te laten corrigeren. Deze correctie moet plaatsvinden bij de primaire bron (bijvoorbeeld de GBA, de UWV of de RDW); in de praktijk zullen veel klanten zich in eerste instantie bij de gemeente vervoegen en dus moeten worden doorverwezen. Voor klanten (en medewerkers van gemeenten!) moet eenvoudig inzichtelijk zijn, via foldermateriaal en websites, welk gegeven bij welke instantie hoort en hoe het correctierecht werkt. Het Uitvoeringspanel verzoekt SZW om zorg te (laten) dragen voor (basismateriaal t.b.v.) voorlichting aan klanten over deze wetswijziging in het algemeen, en in het bijzonder over de rechten en plichten van klanten en het correctierecht.

Als daartoe een concrete aanleiding voor is, mag in individuele gevallen (bijvoorbeeld als de kwaliteit van een individueel gegeven twijfelachtig is, er een vermoeden van fraude is of als gegevens tegenstrijdig zijn) wel een gegeven (of een verificatie daarvan) nogmaals aan de klant worden gevraagd. Het Uitvoeringspanel verzoekt SZW dit punt mee te nemen in de voorlichting t.b.v. klanten en gemeenten.


2

NB Het uitvoeringspanel neemt aan dat aan het principe van de WWB, dat de feitelijke situatie (en niet de administratieve situatie) van de klant uiteindelijk bepalend is voor het recht op bijstand, niets verandert.

Gegevensuitwisseling met niet-SUWI-partijen
Met de wijziging van het Besluit SUWI wordt mogelijk dat derde partijen gebruik gaan maken van het Digitaal Klantdossier. Dit is nieuw en was voorheen niet bekend. Vanuit het oogpunt van efficiency, klantvriendelijkheid en handhaving kan dit een goede ontwikkeling zijn. Vanuit het oogpunt van privacy-bescherming kleven hieraan risico's. Daarnaast zijn gegevens verzameld binnen een bepaald proces en met een bepaald doel; nieuw aan te sluiten partijen zijn hiermee mogelijk niet bekend, waardoor de gegevens anders kunnen worden geïnterpreteerd. Het uitvoeringspanel hecht er daarom aan dat de aansluiting van nieuwe partijen volgens een van tevoren afgesproken procedure gaat, waarin voldoende aandacht is voor deze aspecten, als ook voor voorlichting naar alle gemeenten. In de bijlage bij dit advies worden enkele vragen opgesomd die input kunnen zijn voor deze procedure.

Het Inlichtingenbureau krijgt in dit kader de bevoegdheid om namens gemeenten hierover een overeenkomst af te sluiten. Het uitvoeringspanel stelt voor dat de bestuurlijke vertegenwoordiger van gemeenten (de VNG) deze bevoegdheid krijgt, waarbij de VNG eventueel een andere rechtspersoon (mogelijk het IB) kan mandateren.

Conclusie

· Het uitvoeringspanel kan de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van het Wetsvoorstel Eenmalige Uitvraag en de daarmee samenhangende wijzigingen van het Besluit SUWI pas goed beoordelen als de bijlagen en lagere regelgeving (in concept) bekend zijn;
· Wat betreft de invoeringstermijn adviseert het uitvoeringspanel nadrukkelijk een zeer geleidelijke, meerjarige invoering, waarbij voortdurende aandacht c.q. evaluatie noodzakelijk is ten aanzien van vooral de volgende aspecten:

o Technische aanpassingen;

o Kwaliteit van de gegevens;

o Aanpassing van processen en afspraken tussen organisaties;

o Rechten en plichten van klanten;

o Beveiliging en beheer door gemeenten (lokaal);

o Voorlichting over de punten hierboven aan gemeenten en klanten.


3