Nu weer de kermis gloeit. . .Kermis in de poëzie
10.05.2007 / 10:51 / Rubriek: Binnenland / Organisatie: Ned. centrum voor volkscultuur
Ned. centrum voor volkscultuur
http://www.volkscultuur.nl
Nieuw boek
Nu weer de kermis gloeit met duizend lichten
Kermis in de poëzie
Nu weer de kermis gloeit met duizend lichten is een nieuwe bundel kermisgedichten uit de
twintigste eeuw gecombineerd met schilderijen, tekeningen en kermisplakkaten van dit oud
volksvermaak vol klatergoud, verwondering en uitgelaten overvloed. Het boek werd
gepresenteerd bij de opening van de tentoonstelling Altijd prijs! Kermis en Kunst, waar
kermispastoor Pater Bernard Welzenes SDB het eerste exemplaar in ontvangst nam.
Samensteller Bert Bevers is geen echte kermisfanaat. 'Voor mij is de kermis een broodje
paling en af en toe een keertje schieten'. Maar door de toevallige vondst van een tweetal
kermisgedichten steeg het enthousiasme. Bloemlezer Bevers begon met verzamelen. Duizenden
dichtbundels vlooide hij door om een representatief overzicht van de kermispoëzie
voornamelijk uit de twintigste eeuw te maken. Kermis is een grote inspiratiebron voor
dichters van allure geweest, zegt Bevers. De omvang van de collectie bevestigt dat; 130
gedichten uit Nederland en Vlaanderen diepte hij op. Ook auteurs die je niet met kermis
associeert, schreven over de draaimolen, het spookhuis, de kop van Jut, over
kermisexploitanten en kermisbezoekers.
Kermispoëzie
Gerrit Achterberg, Guido Gezelle, Bernlef, Hans Warren, Anton van Wilderode, Peter Holvoet
Hansen en Martinus Nijhoff: ze staan er allemaal in. Maar ook een moderne dichter als
Ingmar Heytze ontbreekt niet. Gekozen is uiteindelijk voor bijna 80 gedichten met de
hoogste literaire kwaliteit. 'Ik ben toch een beetje een missionaris en wil mensen graag
stimuleren poëzie te lezen. Een toegankelijk onderwerp als kermis helpt daarbij.Een
rode draad of centraal thema is er niet echt, volgens de samensteller. 'Heren van stand'
als Maurits Mok en Gerrit Achterberg schrijven met een 'soort sociologische
verwondering'. Veel schrijvers gebruikten de kermis met de kop van Jut en het
spiegelpaleis als allegorische voorstelling met verwijzingen naar sterven en de dood.
Maar ook 'de oprechte jeugdherinnering van de dichter' is vaak de basis voor de
poëzie, volgens Bevers. Zoals in Kermis in het dorp van Peter der Kinderen:
met kaneel, noga en zuurstok
in de mond
vliegen in raketjes aan stalen buizen rond
met uitzicht
op het mekka van genot.
Kermiskunst
De afbeeldingen in het boek verwijzen bijna zonder uitzondering naar de spannende,
exotische en feestelijke kanten van het kermisfeest. Vaarzon Morel schilderde jonge
meisjes op een carrousel. Gustave De Smet maakte een verstilde schietkraam en Gerrit Sol
laat mannen en vrouwen wild dansen bij een kermisorgel. Maar niet alleen kunst met een
grote K is vertegenwoordigd. Ook de toegepaste kunst kreeg een plaats. Afgebeeld zijn
bijvoorbeeld kermisdoeken met 'het meisje zonder hoofd' en het 'kleinste lilliput paardje
ter wereld' naast een affiche van een vliegtuigzweefmolen: 'Benners Aeroplane.
Deze beelden en gedichten in Nu weer de kermis gloeit met duizend lichten tonen de
'buitengewone' werkelijkheid van de kermis met zorgeloos vermaak in een tijdloos pretpark
voor jong en oud.
Unieke samenwerking
Het boek is het resultaat van een unieke samenwerking tussen Stichting Kermis-Cultuur, Het
Markiezenhof, Singer Laren en het Nederlands Centrum voor Volkscultuur.
Bert Bevers (samensteller), Nu weer de kermis gloeit met duizend lichten. Kermis in de
poëzie (Utrecht 2007). Uitgever Nederlands Centrum voor Volkscultuur,
www.volkscultuur.nl, ISBN 9789071840692. Prijs 22,50 euro.