Ingezonden persbericht


P E R S B E R I C H T

Nefemed: bezuinigen op medische hulpmiddelen gaat ten koste van patiënt en medewerkers zorg

Innovatie zorg laat kosten dalen

Tilburg, 10 mei 2007
Eventuele bezuinigingen op innovatieve medische hulpmiddelen zullen ten koste gaan van de patiënt én de medewerkers in de zorg. De overheid wil besparen op de uitgaven in de zorg en denkt daarbij onder andere aan het stoppen of beperken van de vergoeding voor medische hulpmiddelen. Het argument dat innovaties in de zorg kostenverhogend werken, gaat echter niet op. Een recent rapport van TNO laat zien dat door inzet van nieuwe technologieën de kosten van de zorg en de werkdruk voor verpleegkundigen juist afnemen, terwijl de kwaliteit van leven en de veiligheid van de patiënt aanzienlijk verbeteren. Nieuwe producten zijn niet alleen makkelijker en sneller in het gebruik, maar beperken ook het aantal operaties en de hersteltijd van de patiënt. TNO heeft het rapport opgesteld in opdracht van Nefemed, de brancheorganisatie voor producenten van medische hulpmiddelen. Nefemed pleit er voor om nieuwe medische technologieën zo snel mogelijk voor de patiënt beschikbaar te hebben. Momenteel worden nog veel nieuwe vindingen niet vergoed en kunnen daardoor niet gebruikt worden omdat de overheid bang is voor een kostenverhogend effect.

In dit rapport worden de ontwikkelingen in de medische hulpmiddelenindustrie van de afgelopen 15 jaar beschreven, waarbij geconcludeerd kan worden dat innovaties in de hulpmiddelenindustrie positieve gevolgen hebben voor zowel patiënt als behandelaar. Nefemed pleit dan ook voor meer aandacht en investeringen in de medische technologie door de overheid in plaats van bezuinigingen. Het rapport beschrijft de substantiële bijdrage die verschillende innovaties in medische hulpmiddelen de afgelopen 15 jaar hebben geleverd aan de versnelling van de genezing, de werkdruk in de zorgsector en de kwaliteit van leven van patiënten. Innovaties in hulpmiddelen werken dan ook kostenbesparend in de zorg. Daarbij hebben ontwikkelingen in de medische technologie invloed op de efficiency van het zorgproces en de mogelijkheden te komen tot zorginnovatie. Dit is van groot belang nu de samenleving geconfronteerd wordt met vergrijzing en een toekomstig personeelstekort in de zorg.

Medische hulpmiddelen zijn voor zowel de gezondheid als voor het maatschappelijk functioneren van patiënten essentieel. Hartkleppen, stents, knie- en heupimplantaten, maar ook verband, gips, stomamaterialen en incontinentieproducten worden door vele miljoenen patiënten gebruikt en in hun dagelijkse leven geaccepteerd, vaak zonder dat zij in de gaten hebben dat zij een medisch hulpmiddel bezitten of gebruiken. De zorgsector maar ook de samenleving als geheel zijn voor een belangrijk deel afhankelijk van medische hulpmiddelen. Zo is de verzorging van ouderen alleen mogelijk met medische hulpmiddelen, maar is ook de arts afhankelijk van een groot aantal hulpmiddelen dat hij in de operatiekamer en daarbuiten gebruikt.

Voor meer informatie over Nefemed en een samenvatting van het rapport kunt u terecht op www.nefemed.nl.

Voor meer informatie en het opvragen van een exemplaar van het rapport kunt u contact opnemen met Roelf van Run, secretaris Nefemed, telefoonnummer 06-53446642 / 013-5944342

Maatschappelijke Relevantie van Medische Hulpmiddelen

Onderzoek uitgevoerd door TNO Kwaliteit van Leven, Delft/Leiden Auteurs: Dr. J.A.M. van Boxsel, Drs. W. Davidse - arts, Dr. R.J.M. Perenboom

Samenvatting

Nefemed en medische hulpmiddelen
Nefemed is de Nederlandse Federatie van producenten, importeurs en handelaren van medische hulpmiddelen. De producten van de leden van Nefemed zijn overwegend medische hulpmiddelen, bestemd voor eenmalig gebruik. Deze zogenaamde verbruikshulpmiddelen worden gebruikt door zorgverleners en patiënten. De producten variëren van hulpmiddelen die eenmalig buiten het lichaam gebruikt worden tot hulpmiddelen die eenmalig bij de patiënt worden ingebracht. Hartkleppen, pacemakers, stents, knie- en heupimplantaten, maar ook wondverband, gips, stomamaterialen en incontinentieproducten zijn hier voorbeelden van. Medische hulpmiddelen voor meermalig gebruik, zoals instrumenten en apparatuur, kunnen ook deel uitmaken van de productenrange van de leden.

Een aantal conclusies van het onderzoek

. Het gebruik van medische verbruikshulpmiddelen is wijdverbreid. Vijf deelstudies laten de algemene conclusie toe dat moderne verbruikshulpmiddelen absoluut onmisbaar zijn voor een kwalitatief goede gezondheidszorg, zowel voor de ziekenhuiszorg ("cure") als langdurige verpleging en verzorging ("care"). Het huidige pakket aan verbruikshulpmiddelen is noodzakelijk over de volle breedte van een kwalitatief goede gezondheidszorg.
. De behoefte aan hulpmiddelen zal de komende 15 jaar zeker nog stijgen. Ook de doorbraken in preventie of diagnose- en behandelingsmethoden op de vijf onderzochte aandoeningsgebieden zullen de stijging op sommige terreinen wellicht wat afremmen, maar de ramingen voor de komende 15 jaar zeker niet naar beneden bijstellen.
. De grootste bijdrage door innovatie komt door het geaggregeerde effect van de vele kleinere en grotere verbeteringen in producten en niet zozeer door een aantal grote technologische doorbraken. Ook van betekenis zijn de ontwikkelingen waarin innovaties m.b.t. verbruikshulpmiddelen parallel verlopen met innovaties in andere categorieën apparatuur (bijv. in de "sleutelgatchirurgie").
. Innovaties in producten gaan steeds vaker samen met innovaties in werkwijzen. Enerzijds zorgen nieuwe producten voor innovaties in het zorgproces, anderzijds richten bedrijven zich op dienstverlening, kennis en voorlichting om beter en doelmatig gebruik van nieuwe hulpmiddelen mogelijk te maken. Hierdoor wordt ontschotting en stroomlijning van zorgketens mogelijk, intramuraal en transmuraal. Zowel de effectiviteit en patiëntgerichtheid, als de veiligheid en doelmatigheid van de zorg kunnen worden verhoogd. Denk hierbij onder andere aan de vermindering van de belasting van de patiënt en van de zorgverlener zelf. Bedrijven nemen hierin steeds vaker een initiërende rol. De overdracht van deze kennis kan gaan in de vorm van informatievoorziening, opleiding, en ondersteuning of advisering van zorgafdelingen en instellingsmanagement. In het nieuwe stelsel wordt deze kennis ook voor de ziektekostenverzekeraars relevant.
. De afgelopen 15 jaar hebben de bedrijven zich meer gericht op het onderbouwen van de kosteneffectiviteit van nieuwe producten en voorzieningen waarin ze gebruikt worden. Er is veel informatie beschikbaar gekomen over de daadwerkelijke bijdragen aan een verhoogde kwaliteit van leven, zelfredzaamheid, patiëntgerichtheid, ergonomie en doelmatigheid. Het aantal studies dat volledig voldoet aan de criteria van Evidence Based Medicine (waarbij op basis van goed uitgevoerde trials de kostenutiliteit kan worden gemeten in Quality Adjusted Life Years - QALY's - per euro) is nog niet groot, het aantal kwantitatief onderbouwde studies neemt wel toe. Voor veel hulpmiddelen is de bestaande methodiek van Evidence Based Medicine overigens niet geëigend.
. De verwachting is dat de komende 15 jaar nog vele wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen zullen leiden tot nieuwe of sterk verbeterde hulpmiddelen (nieuwe materialen, microsysteem- en nanotechnologie, "intelligente" labels voor verpakkingen). Dit geldt ook voor gekoppelde processen als productie, distributie & logistiek, en dienstverlening. Deze verbeteringen en vernieuwingen zullen ook betrekking hebben op andere aspecten zoals de verhoging van de arbeidsproductiviteit in de zorg. Er bestaat maatschappelijk een zeer dringende behoefte aan hulpmiddelen die helpen de groeiende kloof te dichten tussen vraag en aanbod, met name in relatie tot kostenbeheersing en de arbeidsmarktproblematiek.

Aanleiding tot de studie
Ruim tien jaar geleden heeft Nefemed samen met de andere medisch-technologische branche-organisaties, samenwerkend in SOMT, de Stichting Overleg Medische Technologie, aan TNO gevraagd een rapport uit te brengen over de kosten en baten van de medische hulpmiddelen zowel voor de patiënt en zijn omgeving als voor economie en samenleving. Inmiddels zijn we een kleine tien jaar verder. Er bestaat een veel scherper zicht op de uitdagingen waar de gezondheidszorg de komende jaren voor zal staan, zoals vergrijzing en de noodzaak uit een groeiend aanbod aan medische mogelijkheden de verstandigste keuzen te maken. In Nederland is begin 2006 een nieuw zorgstelsel ingevoerd. Hierin heeft marktwerking een dominante rol gekregen. Ook innovatie is een belangrijk maatschappelijk aandachtspunt geworden. Het innovatiebeleid van Nederland is gericht op het voortdurend ontwikkelen en verder verbeteren van nieuwe producten en diensten van hoge kwaliteit. De "innovatieagenda" is een topprioriteit in het kabinetsbeleid, ook de komende jaren. Nefemed oriënteert zich op de huidige en komende situatie met betrekking tot het hulpmiddelenbeleid in Nederland om daarin haar eigen positie te bepalen. Van belang is voorts dat de bij Nefemed aangesloten bedrijven de afgelopen jaren hun pakket aan producten en diensten grotendeels op eigen kracht en eigen initiatief sterk hebben vernieuwd. Mede gelet op de effecten en mogelijkheden daarvan voor zorginnovatie wil Nefemed de dialoog aangaan of ook de sector medische hulpmiddelen een ruimere ondersteuning vanuit het Nederlandse innovatiebeleid zou moeten krijgen. Deze studie richt zich vooral op het zichtbaar maken van de betekenis van en de mogelijkheden voor producten uit de eigen branche. De resultaten zouden zowel gebruikt moeten kunnen worden op het niveau van het beleid als op het niveau van afzonderlijke bedrijven en producten.

Opzet van de studie
Om het rapport voldoende handen en voeten te geven is ervoor gekozen de analyse en aanbevelingen te baseren op informatie die afkomstig is van vijf aandoeningsgebieden waar veel hulpmiddelen worden gebruikt en die tezamen een redelijke dekking geven van het aandachtsgebied van Nefemed als geheel. De gekozen aandoeningsgebieden zijn:

1. Hartziekten

2. (Darm)kanker

3. Artrose (en andere ziekten van het bewegingsapparaat)
4. Diabetes Mellitus (vooral de mogelijke lange-termijncomplicaties)
5. Langdurige aandoeningen (MS en dwarslaesie als voorbeeld in de jongere, de ziekte van Alzheimer in de oudere leeftijdscategorieën).

Centraal in het onderzoek stonden de volgende drie vragen:
. Wat is er de afgelopen 15 jaar veranderd en wat zal er de komende 15 jaar gaan veranderen op het terrein van medische hulpmiddelen?
. Kan aan de hand van de vijf aandoeningsgebieden worden aangetoond welke verbeteringen behaald zijn en mogelijk worden?
. Wat kan gezegd worden over de maatschappelijke betekenis van medische hulpmiddelen en hoe kan deze betekenis in de toekomst een vaste plaats krijgen in het overheidsbeleid?

Korte beschrijving van de inhoud
De studie begint met een nadere verkenning van het gehele aandachtsgebied. Deze verkenning is gebaseerd op demografische en epidemiologische literatuur. Cijfers worden gepresenteerd die aangeven hoe de "dubbele vergrijzing" toe gaat slaan. Dat wil zeggen: er komen, absoluut en relatief, niet alleen meer ouderen boven de 65 jaar, maar bovenproportioneel meer ouderen boven de 75 à 80 jaar. Dit is de leeftijdsgroep die verreweg de meeste zorg nodig heeft. Als eerste-ordebenadering zijn deze cijfers gecombineerd met extrapolatie van historische ontwikkelingscijfers voor de gekozen vijf aandoeningsgebieden. De resultaten maken duidelijk dat de behoefte aan gezondheidszorg, zeker binnen de tijdshorizon van de studie (15 jaar), maar waarschijnlijk nog enkele decennia langer, zal blijven stijgen. Demografische cijfers laten ook zien dat er ook een ander probleem ontstaat: dat van de "ontgroening". Door de geringere instroom van jongere leeftijdsgroepen neemt de potentiële beroepsbevolking absoluut en relatief af. Deze ontwikkeling verkleint allereerst het economisch draagvlak voor de groeiende zorgbehoefte. Maar het laat ook zien dat er grote spanningen zullen ontstaan op de arbeidsmarkt. Projecties bij ongewijzigd beleid laten zien dat de behoefte sterk zal stijgen. Rond 2040 zal een maximum worden bereikt en zou tegen de 25 % van de werknemers in de zorg werkzaam moeten zijn om met de huidige werkwijzen en producten te voorzien in de behoefte aan zorg. De vraag is of dat haalbaar is bij een krapper wordende arbeidsmarkt. Deze globale analyse maakt duidelijk dat er zich een grote kloof aan het ontwikkelen is tussen de behoefte aan zorg en de mogelijkheden daarin de komende decennia op de gebruikelijke wijze te voorzien. Mogelijk zal een deel van dit probleem worden opgelost door betere preventie en behandelingsmethoden. Maar toegelicht wordt dat betere preventie en behandelingsmethoden voor een deel ook zullen leiden tot uitstel of toename van andere ziekten op latere leeftijd. Een belangrijk deel van de oplossing zal moeten komen van nieuwe producten en werkwijzen waarmee de gezondheidszorg, met niet veel meer mensen en middelen, wel veel meer patiënten kan helpen. Verder is een overzicht gemaakt van de veranderingen die op zullen treden in de organisatie en financiering van de zorg ten gevolge van het nieuwe zorgstelsel: de nieuwe zorgverzekeringswet, de herziene AWBZ en de nieuwe WMO. Dit is uitgewerkt naar de consequenties voor hulpmiddelen. Daarbij wordt aangegeven hoe de verscheidenheid eruit ziet in categorieën hulpmiddelen en in hun toelatings- en vergoedingssystemen. Duidelijk is dat het nieuwe stelsel nog op veel punten, ook m.b.t. hulpmiddelen, nadere invulling behoeft. Vervolgens zijn op basis van beschikbare informatie en literatuur en in samenwerking met Nefemed-leden en andere partijen de vijf aandoeningsgebieden nader onderzocht. In de betreffende hoofdstukken wordt in grote lijnen beschreven welke ontwikkelingen zich de laatste 15 jaar hebben voorgedaan en zich naar verwachting de komende 15 jaar zullen voordoen m.b.t. de betreffende ziektebeelden. Daarbij komen eerst kort epidemiologische gegevens en de verschillende preventie- en behandelingsstrategieën aan de orde, die het beeld hebben bepaald c.q. zullen bepalen. Deze analyses monden uit in een meer gedetailleerde beschrijving, aan de hand van voorbeelden, van verbeterde en nieuwe hulpmiddelen, die belangrijk zullen blijven voor deze aandoeningsgebieden.

Het brede belang van medische hulpmiddelen
Er zijn ook globale conclusies te trekken over de maatschappelijke betekenis van deze sector. Deze strekt zich verder uit dan het directe gezondheidsbelang van de betreffende patiëntengroepen en het economisch en werkgelegenheidsbelang van de medisch-technologische bedrijvensector. Door een goede gezondheidszorg worden de productiviteit en welzijn van heel Nederland verhoogd. Er zijn tal van aanwijzingen dat de sector verbruikshulpmiddelen, in combinatie met andere medisch technologische bedrijfssectoren en als onderdeel van de gezondheidszorg, van onmisbare waarde zal blijven voor de Nederlandse economie en samenleving als geheel. Voor Europa geldt hetzelfde. Medische hulpmiddelen en toekomstig beleid
De slotvragen waar de studie zich op heeft gericht zijn daarom de vragen hoe deze veelbelovende mogelijkheden om een nu al urgent en nog groeiend maatschappelijk probleem op te lossen, gerealiseerd kunnen worden. Deze vragen zijn:
A. Hoe kan het toekomstige toelatings- en vergoedingsbeleid voor hulpmiddelen zo worden ingericht dat nieuwe en verbeterde hulpmiddelen zo snel en efficiënt mogelijk hun waarde kunnen aantonen en in inkoop- en verstrekkingspakketten kunnen worden opgenomen? B. Hoe kan innovatie in de sector verbruikshulpmiddelen, in samenhang met andere categorieën hulpmiddelen en apparatuur en als onderdeel van nieuwe vormen van zorg en zorgmanagement, het beste worden bevorderd?

A. Erkenning van de eigenheid en complexiteit van de sector Het hele stelsel van vergoedingen is in korte tijd sterk in beweging geraakt en gefragmenteerd door de ZVW, DBC etc. Het is wenselijk dat, net als bij het toelatingsbeleid, meer eenheid en transparantie komt in de wijze van beoordelen. Bovendien is het noodzakelijk dat specifieke vormen worden ontwikkeld voor hulpmiddelen. De methodologie rond Evidence Based Medicine, ontwikkeld als onderdeel van grootschalige, langdurige en kostbare ontwikkelings- en registratietrajecten rond geneesmiddelen en breed toegepaste behandelmethoden, is bij het merendeel van de medische hulpmiddelen niet te gebruiken. Bij hulpmiddelen gaat het per product vaak om relatief kleine deelmarkten. Bovendien is bij hulpmiddelen de voortdurende verbetering in kleine en grotere stappen misschien wel de belangrijkste vorm van innovatie. De variatie binnen de grote groep van 10.000 hulpmiddelen is bovendien ook groot op meerdere dimensies als omvang, nieuwheid, veiligheidsrisico's en eisen te stellen aan gebruikers en organisatie. Verbeteringen moeten beginnen met de erkenning van deze aparte positie. Dit zal het beste slagen als zich dit kan ontwikkelen in een constructieve dialoog met instanties, zorgverzekeraars, zorginstellingen en patiëntenorganisaties.

B. Specifieke ondersteuning met innovatiebeleid
Als laatste onderdeel van de studie zijn de mogelijkheden verkend voor ondersteuning van innovatie op dit terrein. Vanwege de grote aantallen producten en bedrijven, de grote complexiteit en de kleine marktomvang van veel deelmarktsectoren, loopt men bij de innovatie van verbruikshulpmiddelen snel tegen de grenzen aan van wat bedrijven geheel op eigen kracht kunnen realiseren. Na het ontwikkelen van een eerste werkzame versie van het product is dóórontwikkeling in samenwerking met het zorgveld nodig. Ook moeten er aparte beoordelingsprocedures worden doorlopen op het niveau van de hele behandeling. Het is vanwege het grote belang van deze producten en de goede mogelijkheden tot innovatie sterk aan te bevelen dat deze sector in aanmerking komt voor innovatieondersteuning vanuit de overheid.


---- --