11-5-2007
"Plantkeur mag geen staatsmonopolie worden"
VVD-europarlementariër Jan Mulder heeft vandaag schriftelijke vragen
gesteld aan de Europese Commissie over enkele geplande wijzigingen van
het Nederlandse fytosanitaire stelsel. De wijzigingen maken deel uit
van een bredere herziening van het stelsel, het zogenaamde Plantkeur
project.
"Plantkeur mag geen staatsmonopolie worden"
- Jan Mulder (VVD) stelt schriftelijke vragen over Nederlandse
fytosanitaire stelsel -
VVD-europarlementariër Jan Mulder heeft vandaag schriftelijke vragen
gesteld aan de Europese Commissie over enkele geplande wijzigingen van
het Nederlandse fytosanitaire stelsel. De wijzigingen maken deel uit
van een bredere herziening van het stelsel, het zogenaamde Plantkeur
project. LNV meent dat de Europese Commissie haar tot de wijzigingen
verplicht. Jan Mulder twijfelt hieraan: "Ik kan me niet voorstellen
dat de Europese Commissie wil dat er een staatsmonopolie komt op het
gebied van plantgezondheid. Private laboratoria concurreren nu met
elkaar en dat moet vooral zo blijven, want dat zorgt voor efficiency
en lagere kosten."
Private laboratoria dreigen uitgesloten te worden voor de uitvoering
van wettelijke controletaken. Daarnaast dreigen deze laboratoria ook
nog eens benadeeld te worden bij het verrichten van commerciële taken,
als gevolg van oneerlijke concurrentie met semi-staatsbedrijven. De
Stichting Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor zaaizaad en
plantgoed van landbouwgewassen (NAK) wordt volgens het plan exclusief
verantwoordelijk voor de wettelijke keuringen van zaaizaad en
pootgoed, dochteronderneming NAK AGRO blijft daarnaast commerciële
taken uitvoeren. Mulder: "NAK en NAK AGRO moeten volledig van elkaar
worden gescheiden. Anders leidt dit tot oneerlijke concurrentie met de
private laboratoria."
U vindt de schriftelijke vragen hieronder:
In een brief van 4 augustus 2006 (ref. SANCO/A2/FMJ/cc D(2006) 120682)
uit de Europese Commissie haar zorgen over de status en het werk van
de Nederlandse Algemene Keuringdienst voor zaaizaad en pootgoed van
landbouwgewassen (NAK) en zijn dochteronderneming, NAK AGRO. Het
Nederlandse ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit
(LNV) gaf in antwoord daarop, in een brief gedateerd 9 november 2006
(ref. 20612), aan een aantal wijzigingen te zullen doorvoeren, als
onderdeel van een bredere aanpassing van het Nederlandse fytosanitaire
stelsel (Plantkeur project). De wijzigingen zullen onder meer bestaan
uit het exclusief belasten van een aantal zelfstandige bestuursorganen
(ZBO's) met de wettelijke fytosanitaire controle taken, waarbij
private laboratoria in de toekomst uitgesloten zullen worden voor het
verlenen van hun diensten op dit gebied.
1. Is de Commissie van mening dat richtlijn 2000/29/EG (en in het
bijzonder artikel 2.1.g daarvan), andere fytosanitaire richtlijnen,
dan wel andere relevante Europese wetgeving, Nederland verplicht om
private laboratoria uit te sluiten bij de uitvoering van wettelijke
controle taken?
2. Gaat de Commissie akkoord met slechts een personele scheiding
tussen NAK en NAK AGRO, zoals aangekondigd in de brief van LNV? Is de
Commissie van mening dat een onvolledige scheiding tussen NAK en NAK
AGRO kan leiden tot concurrentievervalsing tussen NAK AGRO en private
laboratoria bij het uitvoeren van commerciële taken?
3. Is de Commissie van mening dat een hervorming van het Nederlandse
fytosanitaire stelsel, op een wijze die de ZBO's exclusief belast met
de besluitvorming voor wat betreft de wettelijke controle taken en
analyse en monstername met betrekking tot die wettelijke taken door
private laboratoria uitgevoerd kunnen worden (zodat concurrentie
ontstaat en kosten voordelen gehaald kunnen worden door koppeling van
commerciële taken en diensten in het kader van wettelijke taken),
beter aansluit bij de bezwaren van de Europese Commissie bij het
huidige stelsel?
4. Kan de Commissie aangeven hoe fytosanitaire keuringen in (de
meeste) andere lidstaten georganiseerd zijn, voor wat betreft de
aspecten die hiervoor besproken zijn?
5. Is de Commissie van mening dat er eerlijke concurrentie bestaat
tussen boeren in verschillende lidstaten, gelet op het feit dat in
Nederland boeren de kosten van fytosanitaire keuringen zelf betalen,
maar in vele andere lidstaten de nationale overheid deze kosten voor
haar rekening neemt?
VVD