Gemeente Utrecht


beantwoording schriftelijke vragen 2007, nr. 59 inzake watergebruik


2007 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
59 Vragen van mevrouw mr. M. Schuring, mevrouw drs. S.A. Willemsen
en de heren drs. B.F.M. Beerlage en mr. E. van der Marel
(ingekomen op 10 april 2007
en antwoorden door het college verzonden op 8 mei 2007)

Op donderdag 2 maart organiseerde de milieuwerkgroep van GroenLinks een debat over watergebruik in het stationsgebied met als titel "Water in het stationsgebied, last of lust".

De sprekers uit dit forum benadrukten allen hoe belangrijk het is dat partners in het Stationsgebied water als positief element gaan beschouwen in de planvorming; water als lust in plaats van als last.
In de traditionele bouwplannen werden de verschillende watersystemen als afzonderlijke problemen gezien. Regenwater diende zo snel mogelijk afgevoerd te worden, meestal via het riool. Het riool moet dan zwaarder worden uitgevoerd om het regenwater te kunnen verwerken. De klassieke oplossing voor dit soort problemen is alle (riool)systemen zwaarder uit te voeren: water als last . In het Nationaal bestuursakkoord Water (WB21) is afgesproken dat gestreefd wordt om water zoveel mogelijk vast te houden en te laten infiltreren daar waar de regen valt, als dat niet mogelijk is te zorgen voor voldoende waterbergingscapaciteit en pas als dat ook niet mogelijk is het water af te voeren.
Door water van een andere kant te benaderen kan het de kwaliteit van de stad verhogen.
Dit sluit aan bij de ambities uit de Structuurvisie stationsgebied om een gebied van hoogwaardige kwaliteit te gaan realiseren. Het zichtbaar maken en houden van waterstructuren draagt daartoe bij.
Water in de natuur hoort tot de meest aantrekkelijke elementen van Nederland en ook in de stad verhoogt water de belevingswaarde en gebruikswaarde: water wordt een lust i.p.v. een last.

Perron H2O - een samenwerkingsverband van diverse kennisinstituten, waterschap, provincie en de gemeente Utrecht - heeft op basis van de water-als-lust aanpak een viertal visies voor het Utrechtse stationsgebied ontwikkeld, die water op een creatieve manier een zichtbare richtinggevende plek geven. Hiervan is een brochure uitgegeven en een tentoonstelling gemaakt.
Door proactief na te denken over regenwater, bijvoorbeeld door buffering op grasdaken, wordt de druk op het riool kleiner en zal de onwenselijke noodzaak om over te storten op het oppervlaktewater afnemen. Ook gebruik voor toiletspoeling en gebruik voor koeling in de zomer van regenwater kan economische voordelig blijken. Als al in de ontwerpfases met dit soort aspecten rekening gehouden wordt, kan dit volgens verschillende panelleden met nauwelijks meerkosten. Later installeren is echter onevenredig duur.

De sprekers waren het er over eens dat er binnen de bestaande contracten en het Masterplan Stationsgebied voldoende ruimte is voor inpassing van de plannen om beter om te gaan met het water in het stationsgebied. De partners in het stationsgebied moeten niet worden gedwongen hieraan mee te werken maar door de gemeente worden overtuigd en verleid! Een mooi gebied met open water is meer waard en dat is in het belang van bewoners en ontwikkelaars. Daarbij zijn ontwikkelaars en bouwbedrijven erg gevoelig voor vereenvoudigen van regels en wegnemen van drempels. Groene daken zijn, indien ze vanaf het begin in het ontwerp meegenomen zijn, niet veel duurder dan klassieke daken. Ook gescheiden rioolwater / regenwaterafvoeren zijn bij aanleg niet veel duurder. De milieuwinst is echter aanzienlijk.

Dit alles leidt voor de gemeenteraadsfracties die aanwezig waren op het forum tot de volgende vragen:

1. Kent het college de ideeën van perron H20 en zo ja welke suggesties uit dit project kunnen volgens het college navolging krijgen?


Het college kent de ideeën van perron H2O. De opdracht tot de visie van H20 is mede verstrekt door de Projectorganisatie Stationsgebied. De opdrachtverstrekking had mede de bedoeling zo concreet mogelijke voorstellen te doen voor inpassing in het Stationsgebied. Het uiteindelijk document beschrijft vooral creatieve scenario's en is niet zo concreet toepasbaar.


2. Welke afspraken over duurzaam watergebruik en hemelwaterafvoer maken onderdeel uit van de huidige plannen? In hoeverre zijn de plannen gebaseerd op de afspraken in het WB21?


De plannen zullen voldoen aan de vereisten van de watertoets. De watertoets is onderdeel van WB21.


3. Welke mogelijkheden ziet het college om er voor zorgen dat de duurzame en creatieve ideeën over watergebruik ook praktijk worden; is hierover al overleg met de partners Stationsgebied en het Hoogheemraadschap?


Het Masterplan Stationsgebied is ontwikkeld in de periode 2001 en 2002. Het is een redelijk globaal plan waarbij milieu-aspecten waaronder water geen aparte plaats hebben gekregen. Wel zijn de plannen op milieu-aspecten doorberekend (milieu effect rapportage).

Wij hebben de intentie zowel in de ontwerpen voor de gebouwen als in de openbare ruimte, zoveel mogelijk rekening te houden met wateraspecten.


---- --