Fiscale nieuwsflits 11 mei 2007
nieuwsbericht | 11-05-2007 | nr 20070511 | Directie Voorlichting
* IB: Ontvangen uit boetebeding verkoopcontract woning niet belast
* IB: Geen gedeeltelijke afkoop van toekomstige
betalingsverplichtingen
IB: Ontvangen uit boetebeding verkoopcontract woning niet belast
o De staatssecretaris deelt mee dat hij zijn cassatieberoep intrekt
tegen de hofuitspraak dat ontvangsten uit een boetebeding in een
verkoopcontract van een woning niet belast zijn. Hij geeft daarbij een
toelichting.
B kocht in december 1991 een woning. De verkoper heeft daarbij
gegarandeerd dat de woning per 1 januari 1993 vrij wordt opgeleverd,
op straffe van een boete van EUR 680 per maand voor iedere maand dat
deze later wordt opgeleverd. De huurder heeft de woning per genoemde
datum en ook in 1996 nog niet verlaten. In verband hiermee ontving A
uit hoofde van het boetebeding EUR 8 170. De inspecteur heeft dit
bedrag tot de te belasten inkomsten gerekend. Hiertegen komt B met
succes in beroep.
Volgens het hof heeft B het woonhuis namelijk vrij van huur gekocht en
hebben de boeten het karakter van een correctie achteraf op de
overeengekomen verkoopprijs. B heeft geen tegenprestatie voor de
boeten geleverd. Er is geen sprake van periodieke uitkeringen als
bedoeld in art. 25, lid 1, onderdeel g Wet IB 1964 en evenmin als
bedoeld in art. 30, lid 1, onderdeel c van die Wet. Het beroep is dan
ook gegrond.
De staatssecretaris heeft zijn beroep in cassatie ingetrokken en geeft
een toelichting, zie onderstaande doorklik.
Toelichting staatssecretaris van 26 april 2007, nr. DGB 2007-1468 op
intrekking cassatieberoep n.a.v. lopende procedure Hoge Raad, 43.920,
1996, IB 1964 25 en 30
IB: Geen gedeeltelijke afkoop van toekomstige betalingsverplichtingen
o De staatssecretaris deelt mee dat hij afziet van cassatieberoep
tegen de hofuitspraak waarin werd beslist dat geen sprake was van
gedeeltelijke afkoop van toekomstige betalingsverplichtingen uit
hoofde van erfpacht. Hij geeft een toelichting.
Volgens het hof maakt de inspecteur tegenover de gemotiveerde
betwisting door A, niet aannemelijk dat de door A betaalde
erfpachtcanons voor de jaren 2000/2001 en 2001/2002 ad tweemaal EUR 6
285 een gedeeltelijke afkoop van toekomstige betalingsverplichtingen
uit hoofde van erfpacht vormen. De subsidiaire stelling van de
inspecteur, namelijk dat art. 42a, lid 1 IB 1964 zich verzet tegen de
vooruitbetaling op 30 augustus 2000 van de erfpachtcanon voor het jaar
2001/2002, vindt onvoldoende steun in de tekst en de wetshistorie van
genoemd artikel. Aldus het hof.
De staatssecretaris gaat niet in cassatie en geeft een toelichting,
zie onderstaande doorklik.
Toelichting staatssecretaris van 26 april 2007, nr. DGB 2007-1617,
n.a.v. uitspraak Hof Den Bosch M III van 15 maart 2007, 2004/01843,
2000, IB 1964 42a
Meer informatie
* Toelichting staatssecretaris 26 april 2007 nr. DGB 2007-1468
Bijlage | 10-05-2007 | PDF bestand, 15.0 kb
* Toelichting staatssecretaris 26 april 2007 nr. DGB2007-1617
Bijlage | 10-05-2007 | PDF bestand, 15.0 kb
* Hof Arnhem 2004/01767
* Uitspraak Hof Den Bosch is nog niet gepubliceerd
* Laatst aangepast: 11-05-2007
Ministerie van Financiën