Ministerie van Economische Zaken



Bevindingen van de Minister van Economische Zaken op het NMa Jaarverslag
2006


11-05-2007 | kamerstuk | onderwerp: Markt en overheid | PDF document,
31 Kb


Brief aan de Tweede Kamer met, ter uitvoering van artikel 5g, derde
lid, van de Mededingingswet, de uiteenzetting van mijn bevindingen op
het jaarverslag van de NMa. Het jaarverslag over 2006 van de
Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) heeft mede betrekking op de
beide sectorspecifieke kamers van de NMa, de Directie Toezicht Energie
(DTe) en de Vervoerkamer.


Download het bestand.


Meer informatie


* Bijlage: Bevindingen van de Minister van Economische Zaken op het
NMa Jaarverslag 2006

11-05-2007 | jaarverslag | onderwerp: Markt en overheid | PDF
document, 433 Kb

Voorwoord


`Samen markten laten werken'. Deze variatie op onze missie was het
motto bij de presentatie van de NMa-Agenda in januari 2006


Aan

De Voorzitter van de Tweede Kamer der

Staten-Generaal

Binnenhof 4

2513 AA 's-GRAVENHAGE

Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n)

11 mei 2007 EP/MW

7056447

1

Onderwerp

Bevindingen van de Minister van Economische Zaken op het NMa Jaarverslag 2006
Bezoekadres Doorkiesnummer Telefax

Bezuidenhoutseweg 30 070-3797886 070-3796813

Behandeld door

mr.drs. J.L. van de Braak

Hoofdkantoor

Bezuidenhoutseweg 30

Postbus 20101

2500 EC 's-Gravenhage

Telefoon (070) 379 89 11

Telefax (070) 347 40 81

Email ezpost@minez.nl

Website www.minez.nl Verzoeke bij beantwoording van deze brief ons kenmerk te vermelden


1. Inleiding


Hierbij bied ik u het jaarverslag over 2006 van de Nederlandse Mededingingsautoriteit
(NMa) aan. Het jaarverslag heeft mede betrekking op de beide sectorspecifieke kamers
van de NMa, de Directie Toezicht Energie (DTe) en de Vervoerkamer. In deze brief zet
ik, ter uitvoering van artikel 5g, derde lid, van de Mededingingswet, mijn bevindingen op
het jaarverslag uiteen. Dit doe ik vanuit mijn verantwoordelijkheid voor het bevorderen
van de concurrentie op de Nederlandse markten en - meer specifiek - het Nederlandse
mededingingsbeleid. De NMa voert binnen dit mededingingsbeleid wettelijke taken uit op
grond van de Mededingingswet, het EG Verdrag, de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet,
de Wet personenvervoer 2000, de Spoorwegwet en de Wet Luchtvaart.


2. Beoordelingscriteria


Door middel van haar jaarverslag legt de NMa verantwoording af over haar functioneren
in de uitvoering van die wettelijke taken. In mijn bevindingen op dit jaarverslag ga ik in
op de volgende vragen:

* Heeft de NMa haar voornemens voor 2006 gerealiseerd?
* Sluit het functioneren aan bij de wettelijke taken van de NMa?
* Houdt de NMa voldoende rekening met het mededingingsbeleid van EZ?
* Is er voldoende aandacht voor de kwaliteit van het functioneren?
2

3. Bevindingen

* Voornemens voor 2006

De NMa heeft haar voornemens voor 2006 gepresenteerd in de NMa-Agenda 2006. De
NMa stelt de agenda vast na consultatie van de samenleving. Daaraan hecht ik veel
waarde omdat zo draagvlak wordt gecreëerd voor haar voornemens. De NMa-Agenda
2006 noemt voornemens op drie deelterreinen: de inzet van toezicht- en
handhavingsinstrumenten, de sectoren die bijzondere aandacht verdienen, en de kwaliteit
van het functioneren van de NMa. In het jaarverslag zet de NMa op heldere wijze uiteen
hoe zij uitvoering heeft gegeven aan haar voornemens. Daaruit concludeer ik dat zij in het
algemeen haar voornemens heeft gerealiseerd. Hieronder ga ik meer concreet in op de
drie deelterreinen.

Ten aanzien van de inzet van toezicht- en handhavingsinstrumenten kondigde de NMa
aan meer gebruik te maken van alternatieve handhavingsinstrumenten in gevallen waarbij
er geen sprake is van een ernstige overtreding. Alternatieve handhaving leidt niet tot een
formeel besluit zoals een verbod of een sanctie, maar is gericht op gedragsverandering
onder andere door communicatie en overleg met de betrokken onderneming(en).
Voorbeelden van alternatieve handhavingsinstrumenten zijn compliance-regelingen en
gedragscodes. Hiervan heeft zij in 2006 meer dan in voorgaande jaren gebruik gemaakt.
Zo heeft zij met de brancheorganisatie voor apothekers een compliance-regeling
afgesproken. Daarnaast heeft zij 22 maal een informele zienswijze afgegeven, onder meer
over de OV-chipkaart en regiovertegenwoordiging in de zorg. Informele zienswijzen zijn
bedoeld om aan te geven wat wel en niet mogelijk is onder de wetten die door de NMa
worden gehandhaafd. Verder heeft de NMa in het concentratietoezicht in een aantal zaken
voorstellen om mededingingsbezwaren weg te nemen (zogeheten remedievoorstellen)
geaccepteerd.

Alternatieve handhaving stelt de NMa in staat efficiënter en slagvaardiger op te treden.
Van de ondernemingen zelf wordt meer inspanning gevergd om zonodig hun gedrag aan
te passen. Ik ben hier voorstander van. In situaties waarbij de mededingingsrisico's
beperkt zijn, is het niet opportuun om zware instrumenten en sancties in te zetten en kan
de NMa volstaan met alternatieve handhaving. In situaties die een groot risico vormen,
dient zij echter streng op te treden. Dergelijk risicogeoriënteerd toezicht is ook in lijn met
de doelstelling van "high trust" uit het Coalitieakkoord. In het functioneren van de NMa
in de komende jaren zal dit aspect dan ook mijn bijzondere aandacht krijgen.
Als aandachtsvelden heeft de NMa-Agenda 2006 net als in 2005 de volgende sectoren
aangemerkt: energie, vervoer, bouw, zorg, financiële sector en vrije beroepen. De mediaen
communicatiesector is daar voor het eerst aan toegevoegd. Op deze aandachtsvelden
zijn belangrijke resultaten geboekt. Het voert te ver om deze hier integraal te bespreken.
Enkele sprekende voorbeelden wil ik hier wel aanhalen. Vanaf 1 september 2006 is de
3

Gedragscode Consument en Energieleveranciers van kracht die moet bijdragen aan het
herstel van het consumentenvertrouwen in de energiemarkt. In de zorgsector en de mediaen
communicatiesector zijn zoals aangekondigd vele concentratiezaken behandeld. In de
bouwsector zijn de omvangrijke sanctietrajecten via een versnelde procedure afgerond.
Ondanks de resultaten in 2006 is het werk in de genoemde sectoren niet af; ook in 2007
zullen zij de nodige aandacht krijgen. Overigens betekent het aanwijzen van
aandachtsvelden niet dat andere markten veronachtzaamd zijn. Ook op andere markten
zijn blijkens het jaarverslag in 2006 belangrijke resultaten geboekt die bijdragen aan de
concurrentie. Genoemd kunnen worden diverse fusie- en overnamezaken, bijvoorbeeld in
de suiker-, supermarkt- en vleessector.

Voor het eerst stond de kwaliteit van het optreden van de NMa prominent op de NMa-
Agenda. Vooral de samenwerking met andere toezichthouders zou de kwaliteit van de
NMa een impuls kunnen geven om effectiever en slagvaardiger te kunnen optreden en
bovendien de administratieve lasten kunnen beperken. Mijn bevindingen over de
aandacht die de NMa in 2006 aan de kwaliteit van haar optreden heeft besteed, komen
verderop uitgebreid aan de orde.

* Wettelijke taken en aansluiting bij beleid van EZ

De NMa voert haar taken uit in overeenstemming met haar wettelijke taken en met mijn
mededingingsbeleid. De NMa heeft het Ministerie betrokken in de consultatie van de
NMa-Agenda 2006. Daarnaast overleg ik op gezette tijden met de Raad van Bestuur van
de NMa. De samenwerking tussen de NMa en het Ministerie is beschreven in het
Relatiestatuut EZ-NMa dat in 2006 voor het eerst een heel jaar van toepassing is geweest
en in 2007 zal worden geëvalueerd.

De NMa en het Ministerie werken ook bij Europese mededingingsaangelegenheden en bij
Europese ontwikkelingen op de energie- en vervoersmarkten (zoals de ontwikkeling van
geïntegreerde Noordwest-Europese markten voor elektriciteit en gas) waar nodig samen.
* Kwaliteit

Zoals ik hierboven reeds aangaf, stond kwaliteit hoog op de NMa-Agenda 2006. Ik
constateer dat de NMa op dit punt in 2006 belangrijke initiatieven heeft genomen. Zij
heeft nauw samengewerkt met andere toezichthouders en organisaties. De samenwerking
heeft onder meer geresulteerd in de oprichting van ConsuWijzer. Dit is een gezamenlijk
informatieloket van de NMa, de Consumentenautoriteit en de OPTA waar consumenten
terecht kunnen met klachten en voor praktisch advies over hun rechten. Voor de NMa
biedt dit loket een extra mogelijkheid om goede informatie uit de markt te verkrijgen.
Daarom verwacht ik dat ConsuWijzer zal bijdragen aan de kwaliteit van het optreden van
de NMa.

4

Ik verwelkom enkele andere initiatieven van de NMa op het punt van kennis en
informatie. Allereerst heeft de NMa in 2006 het project "Kennismanagement" gestart. Het
doel van het project is om diverse kennissystemen binnen de NMa via een digitaal
kennisportaal toegankelijk te maken. Tevens heeft zij zogeheten kenniscentra ingericht,
namelijk het Economisch Bureau, het Wetgevingscentrum en het Beroepencentrum. Het
Economisch Bureau heeft de taak de kwaliteit van de bewijsvoering in belangrijke zaken
een impuls te geven door het leveren van een solide economische onderbouwing. Dat
vind ik van groot belang nu er een tendens waarneembaar is dat rechters steeds meer
nadruk leggen op de economische effecten van mededingingbeperkende gedragingen. Het
Wetgevingscentrum verzorgt de inbreng van de NMa in wetgevingsprocessen en
coördineert de implementatie daarvan binnen de NMa. Het Beroepencentrum is
verantwoordelijk voor de analyse van de voor de NMa relevante rechtspraak. Door
middel van deze kenniscentra kan aanwezige kennis en informatie binnen de NMa
efficiënter worden ingezet en verspreid.

Een ander belangrijk aspect van de kwaliteit van het functioneren van de NMa is de
(administratieve) belasting die dit voor het bedrijfsleven en de consument meebrengt.
Hoewel op dit punt in 2006 zeker belangrijke stappen zijn gezet in de vermindering
hiervan (o.a. het gezamenlijke informatieloket ConsuWijzer) blijven de toezichtslasten
ook in 2007 hoog op de agenda van de NMa staan. Dat stemt mij tevreden.
4. Conclusie en vooruitblik

Op basis van bovenstaande bevindingen is mijn algemene indruk dat de NMa een goed
functionerende organisatie is die haar wettelijke taken in 2006 naar tevredenheid heeft
uitgevoerd. Zij is daarbij binnen het haar toegekende budget gebleven. De omvang van de
NMa, uitgedrukt in het aantal fte's, is in vergelijking met voorgaande jaren nauwelijks
(ongeveer 1,5%) gegroeid. Haar nieuwe taken op het gebied van de luchtvaart hebben
mede geleid tot de stijging ten opzichte van 2005.

In de NMa-Agenda 2007 heeft de NMa onder andere aangekondigd de effectiviteit en de
effecten van haar optreden nog verder te willen verbeteren. In mijn bevindingen op het
NMa jaarverslag over 2007 zal ik in het bijzonder aandacht besteden aan enkele aspecten
daarvan die ik in deze brief heb aangesneden, namelijk de ontwikkeling van meer
risicogeoriënteerd toezicht en de vermindering van de toezichtslasten.
(w.g.) Maria J.A. van der Hoeven