Duurzaam ondernemen in vissector
(persbericht)
11 mei 2007
Onderdeel: LEI
De Nederlandse vissector is bezig met een omslag naar een duurzamer
productie en afzet. De traditionele aanpak sluit steeds minder aan bij
het schaars wordende product vis en bij de maatschappelijke
ontwikkelingen. Voor een omslag naar duurzaamheid is de rol van
ondernemers cruciaal, zowel in de visserij zelf, als in de schakels
van verwerking en afzet. Het LEI, onderdeel van Wageningen UR,
onderzocht in opdracht van het ministerie van LNV hoe de ondernemers
omgaan met signalen uit de maatschappij en op welke punten ze
vastlopen als ze de omslag willen maken naar meer duurzaamheid voor de
visstand en voor de sector.
Aan de hand van tien praktijkvoorbeelden en interviews met de daarbij
betrokken ondernemers is bekeken hoe de overgang naar duurzame ketens
in de praktijk verloopt. Uit de problemen en successen van actieve
ondernemers kunnen overheid en bedrijfsleven lering opdoen voor een op
verduurzaming gericht beleid. Samenwerking tussen partijen in de
visketen, tussen vissers onderling en tussen ketenpartijen en
maatschappelijke organisaties blijkt een belangrijke pijler voor de
beoogde omschakeling. Die samenwerking kan vorm krijgen in open ketens
(via veilingen of tussenhandelaren) of in gesloten ketens
(bijvoorbeeld door contractvisserij). In open ketens is de
prijsvorming flexibeler, er is meer controle en in principe meer
transparantie. Maar ze zijn ook meer aanbodgedreven, wat leidt tot
grote volumes met weinig productdifferentiatie. Gesloten ketens zijn
flexibeler waar het gaat om marktsturing en specialisatie. Op dit
moment zien we voornamelijk open ketens, die weinig vraaggestuurd zijn
en waarbinnen samenwerking niet noodzakelijk is. De schakels zijn niet
direct afhankelijk van elkaar. Dit beperkt de mogelijkheden voor het
leveren van producten met een hogere toegevoegde waarde.
Een van de belangrijkste conclusies van dit rapport is dat als de
overheid de ontwikkeling naar een duurzamer sector wil stimuleren, ze
zich niet alleen zou moeten richten op de vissers. Ze moet ook de
rest van de keten daarbij betrekken, omdat die medeverantwoordelijk is
voor het vinden van oplossingen. Het is twijfelachtig of dit laatste
uitsluitend aan âde marktâ kan worden overgelaten. Aan het product vis
kan meer waarde worden toegevoegd. Dat vraagt om ketensamenwerking en
minder aandacht voor een vrije, open prijsvorming. Die blijft
belangrijk, maar het is niet het centrale punt waar het bij de omslag
naar duurzaamheid om draait. Essentieel is een omslag in denken in
alle schakels van de keten.
Rapport 5.07.04 Ondernemerschap en ketensamenwerking in de vissector;
Transitie naar duurzaamheid
Contact
Birgit de Vos
birgit.devos@wur.nl
LEI