Ministerie van Defensie

11-05-2007
Drugsbeleid Defensie
Ondertekenaar: Staatssecretaris C. van der Knaap

Conform mijn toezegging bij de beantwoording van de vragen over de implementatie van de aanbevelingen van de commissie-Staal (30800 X, nr. 54) aangaande het drugsbeleid van Defensie informeer ik u hierbij als volgt.

In de loop der jaren zijn onwenselijke verschillen ontstaan in de toepassing van sancties door de defensieonderdelen bij overtreding van het drugsbeleid van Defensie. Dit klemt te meer omdat de defensieonderdelen steeds meer gezamenlijk optreden. Onlangs heeft de secretaris-generaal interne richtlijnen uitgevaardigd om ervoor te zorgen dat het drugsbeleid uniform wordt uitgevoerd.

De krijgsmacht tolereert het gebruik of bezit van drugs niet. Drugsgebruik verdraagt zich niet met het werk van militairen en doet afbreuk aan het beeld dat Defensie wil uitstralen. De richtlijnen voor de toepassing van sancties bij overtreding van het drugsbeleid komen in hoofdzaak op het volgende neer.

Een militair wordt voorgedragen voor ontslag bij gebruik of in bezit hebben van drugs, ongeacht of het harddrugs of softdrugs betreft. Als bij een militair echter voor de eerste maal softdrugs voor eigen gebruik worden aangetroffen en er geen relatie met de dienst is, blijft het bij een schriftelijke waarschuwing. Betreft het een militair in het Carïbische gebied, dan keert deze onmiddellijk terug naar Nederland omwille van de geloofwaardigheid van de drugsbestrijding in die regio. Behoort de militair tot de Koninklijke marechaussee dan wordt hij of zij onmiddellijk ontslagen, omdat dit defensieonderdeel fungeert als de politieorganisatie van de krijgsmacht.

Er kan bovendien strafrechtelijk worden opgetreden. Hierbij is het van belang dat voor militairen een stringenter opsporings- en vervolgingsbeleid geldt dan in het algemeen.

Voor burgermedewerkers van Defensie geldt dat het gebruik of het bezit van drugs als plichtsverzuim kan worden aangemerkt als het schadelijk is voor de uitoefening van de functie of voor het imago van Defensie. In dat geval kan een passende sanctie worden opgelegd.

DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE