Groen!
11 mei 2007
Krijtlijnen voor een groen justitiebeleid
De aandacht voor justitie is de laatste jaren enorm toegenomen en
grote veranderingen bij politie en gerecht werden opgestart. Er zijn
positieve dingen gebeurd, bijv. de uitbreiding van slachtofferrechten,
de duidelijke rechtspositie van gedetineerden, de invoering van het
elektronische toezicht, de installatie van de
strafuitvoeringsrechtbanken.
Maar wat vooral ontbreekt is een volgehouden meerjareninspanning om de
middelen en het personeel in evenwicht te brengen met de wetgeving
bijv. op het vlak van de ondersteuning en (bij)scholing van
magistratuur, politiediensten, penitentiair beambten en
maatschappelijk werkers in de gevangenissen en op het vlak van de
opvolging van alternatieve sancties en voorwaardelijke
invrijheidstelling.
Daardoor staan het justitie- en veiligheidsbeleid vandaag meer dan
ooit onder druk: elkaar opvolgende cipiersstakingen in verschillende
gevangenissen, een onmenselijke overbevolking in de gevangenis,
onvoldoende controle op het elektronisch toezicht, Justitie blijft
volgens vele burgers een zorgenkind. De roep naar een lik-op-stuk- of
nultolerantiebeleid klinkt vaak luid: langere gevangenisstraffen, meer
opsluitingen, de afschaffing van de voorwaardelijke
invrijheidsstelling, het recht om het recht in eigen handen te nemen
Vele mensen voelen een grote kloof tussen recht en hun
rechtvaardigheidsgevoel. Het is moeilijk te begrijpen dat ouders die
hun kind verloren in een auto-ongeval, veroorzaakt door een dronken
chauffeur, voor de rechter moeten verschijnen omdat het kinderstoeltje
niet correct was vastgemaakt. De vrijspraak van deze ouders was een
voorbeeld dat het gezond verstand gelukkig nog vaak overheerst. Maar
wat is een effectieve en rechtvaardige straf bij een dodelijk ongeval
ten gevolge van roekeloos rijgedrag? Wat met onderzoeken die reeds
jaren aanslepen? Wat met vrijspraak op procedurefouten na
cassatieberoep?
We kunnen de vragen en het gevoel van onrechtvaardigheid bij
slachtoffers en hun familie in dergelijke gevallen begrijpen. Elke
vorm van reflectie op deze maatschappelijke evolutie wordt echter
vandaag als soft-on-crime gebrandmerkt.
Groen! weigert toe te geven aan de wantoestanden bij justitie.
Onveiligheid en criminaliteit moeten daadkrachtig en rechtvaardig door
een kordaat functionerende politie en gerecht aangepakt worden. In de
strijd tegen internationale en georganiseerde criminaliteit
veronderstelt dit een harde en grensoverschrijdende aanpak.
Maar als het gaat om bijv. winkeldiefstal of kleine criminaliteit
veronderstelt een doeltreffende interventie echter ook de
achterliggende sociaal-economische oorzaken aanpakken. Veiligheid is
daarom geen zaak van politie en justitie alleen. Een brede en
doeltreffende visie op veiligheid veronderstelt een progressief beleid
op het vlak van bestrijding van sociale uitsluiting en het bevorderen
van maatschappelijke binding en tewerkstelling.
Voor Groen! horen justitie en gerecht tot de basisdienstverlening aan
de burger. De meeste justitiële zaken zijn geen strafdossiers maar
burgerlijke procedures. Het beeld van de advocaat als grote
strafpleiter is een eenzijdig mediabeeld.
Een progressieve partij moet daarom sterk bekommerd zijn over de
werking van justitie. De ingrepen die noodzakelijk zijn, moeten
doordacht gebeuren want iedereen heeft belang bij veiligheid en een
goed werkend gerecht.
Groen! wil een efficiënte justitie met gemotiveerde mensen en
voldoende ondersteuning. Justitie moet mensvriendelijk, snel en
kwalitatief handelen.
De hoeksteen van een groen veiligheids- en justitiebeleid is volop
investeren in mensen! Dit klinkt klassiek: iedereen vraagt meer
rechters maar de praktijk toont aan dat investeringen in de omkadering
van de magistraten zich meer opdringen bijv. meer referendarissen die
de zetelende rechters bijstaan bij de voorbereiding en de redactie van
vonnissen. Magistraten moeten zich vooral bezighouden met recht
spreken.
a. Transparante gerechtskosten: een maximumfactuur voor justitie
In strafzaken maar ook in tal van burgerlijke zaken moet een
rechtzoekende vaak een beroep doen op een advocaat. Ondanks
voorafgaande afspraken staan rechtzoekenden bij de eindafrekening
regelmatig voor verrassingen. Het ereloon is een complexe zaak. Vaak
is het vooraf moeilijk in te schatten welke prestaties een advocaat
zal moeten leveren. Daarom is het belangrijk een duidelijk overzicht
te geven van de criteria om het ereloon te berekenen. Zowel
uurtarieven, een vast totaalbedrag, als een bedrag per prestatie zijn
gebruikelijke manieren van berekenen. Ook de inzet van een geschil en
het resultaat kunnen een rol spelen. Het door de orde voorgestelde
modelcontract is een eerste stap naar meer transparantie.
1 op 3 advocaten (33,89 %) rekent per uur dat hij advies verleent aan
de burger een tarief aan tussen de 75 en 99 EUR/uur. Haast evenveel
(27,83 %) advocaten rekenen 100 tot 149 EUR aan. Slechts een kleine
minderheid hanteert tarieven die lager of hoger zijn.
Om een meer betaalbaar rechtssysteem te realiseren wil Groen!
transparante kosten voor rechtshulp.
Het systeem van juridische tweedelijnsbijstand (pro-deo-verdediging)
moet uitgebreid worden door een verhoging van de inkomensgrenzen met
minimum 25%. Momenteel liggen de maximum inkomensgrenzen voor
volledige kosteloze rechtbijstand voor een alleenstaande op 795,00
netto/maand en voor samenwonend op 1.022,00 netto/maand (=
gezinsinkomen).
Voor mensen met een bescheiden inkomen die boven de grens voor
volledige tussenkomst vallen is er momenteel een systeem van
gedeeltelijke tussenkomst in de rechtsbijstand. Groen! wil dit systeem
aanvullen met een maximumfactuur voor de juridische kosten per zaak.
Ook een aantal kwetsbare groepen zoals bijv. alleenstaande ouders met
kinderen of uitkeringsgerechtigden zouden automatisch tot dit systeem
toegelaten moeten worden.
Elk advocatenkantoor moet minstens een vastgelegd percentage van haar
zaken aan pro-deo-verdediging besteden. Vandaag blijken een aantal
advocaten op hun website mee te delen dat zij pro Deo zaken niet
aannemen.
Wat een wettelijke regeling voor de verhaalbaarheid van de
verdedigingskosten betreft, wil Groen de rechtszekerheid en
toegankelijkheid van het gerecht voor de kansarmste en financieel
zwakste groepen maximaal waarborgen. De verhaalbaarheid van de
verdedigingskosten is een regeling waarbij degene die in een proces in
het gelijk wordt gesteld, een deel van de juridische kosten kan
terugvorderen op basis van een forfaitaire bedrag of een percentage
van de totale gerechtskost. Voor Groen! Mag dit systeem er niet toe
leiden dat er extra drempels worden ingevoerd voor sociaal zwakkeren.
Sociale correcties zijn dan ook nodig.
b. Naar een stafuitvoering en detentie met een sterk
reïntegratieperspectief
De bedoeling van een straf (of het nu gaat om een alternatieve straf
of detentie) is iemand te sanctioneren en de samenleving te
beschermen, maar tegelijk voor de dader het perspectief te behouden
dat de samenleving een nieuwe start mogelijk maakt. Opsluiting is in
deze optiek op strafbepaling slechts het ultimum remedium.
In dit kader is een pleidooi voor alternatieven en matiging van
straffen voor kleinere feiten een verdedigbaar principe. Alternatieve
sancties zijn voor de maatschappij goedkoper dan gevangenisstraffen.
Iedere gevangene kost de samenleving 120 euro per dag. Ze bieden
veroordeelden bovendien de kans iets terug te doen voor het
slachtoffer en de samenleving.
Een grotere variatie van alternatieve bestraffing moet op punt gesteld
worden, met onder meer huisarrest, weekendarrest, elektronisch
toezicht, werkstraf en leerstraf, dagelijkse meldingsplicht,
dienstverlening aan de gemeenschap.
Dit betekent blijvend investeren in niet-vrijheidsberovende
bestraffing en in begeleiding van en toezicht op de uitvoering van
deze bestraffing. Dit is de sleutel om niet-vrijheidsberovende
veroordelingen daadkrachtig te maken. Iemand veroordelen tot huis- of
weekendarrest betekent dat, dit ook daadkrachtig moet gecontroleerd
worden.
Er moeten dringend meer maatschappelijk werkers binnen de
justitiehuizen aangesteld worden. Niet alleen het aantal
begeleidingsdossiers stijgt maar ook de werkdruk en druk op het
privé-leven doordat meer begeleiding 's avonds of in het weekend moet
gebeuren. Binnen het justitiehuis begeleidt één sociaal assistent meer
dan 50 mensen. Het aantal gedetineerden onder elektronisch toezicht is
gestegen tot 600, maar het aantal sociaal assistenten bleef
status-quo. Zo werd in 2002 de werkstraf ingevoerd en zijn er na 4
jaar bijna evenveel werkgestraften dan gedetineerden in ons land, nl.
9.600 Het aantal werkgestraften steeg het laatste jaar met 24%,
terwijl amper 69 extra personeelsleden werden aangeworven.
Sociale begeleiding is essentieel om reïntegratie mogelijk te maken en
recidive te voorkomen. Groen! wil van het optrekken van het aantal
maatschappelijk werkers een prioriteit maken in het toekomstige
justitiebeleid.
Wat de uitvoering van gevangenisstraffen betreft, moet de
herintegratie na de straf voorop staan: ooit komt het moment dat een
gedetineerde opnieuw de samenleving instapt. Het is de taak van de
overheid om ervoor te zorgen dat de kans op recidive zo klein mogelijk
is en dat er geen tijdbommen in de samenleving worden losgelaten. Of
een persoon opnieuw succesvol kan meedraaien in de samenleving, hangt
in grote mate af van de manier waarop de detentie wordt ingevuld:
hulpverlening, therapie (waaronder psychotherapie en
ontwenningsprogrammas ), onderwijs, beroepsvorming, arbeidstoeleiding,
cultuur, sport en ontspanning, gezondheidszorg, Als men gedetineerden
niets bijleert, ze geen schuldinzicht geeft, ze niet motiveert en
vooral hun zelfachting niet herstelt of voor het eerst bijbrengt, dan
komen ze er erger uit dan ze erin kwamen.
Vandaag schiet de reclasseringsbegeleiding vaak in gang ongeveer een
half jaar voor een gedetineerde in aanmerking komt voor vervroegde
invrijheidsstelling. Groen! wil naar Nederlands model een
reclasseringsplan vanaf het moment van de vrijheidsberoving.
Wat de discussie over de uitbreiding van de gevangeniscapaciteit
betreft zegt Groen! niet a priori neen. 10.000 gedetineerden voor
8.300 celplaatsen is onmenselijk. Maar door de keuze voor meer
alternatieve straffen hopen we het aantal gedetineerden wel beperkt te
houden.
Investeren in gevangenissen betekent vooral investeren in menswaardige
levensomstandigheden (grootte cel, werkruimtes, hygiëne, ) en niet
alleen in het cellenaantal en beveiligingsmaatregelen. Gevangenissen
zijn momenteel zeker geen luxehotels. De leefsituatie van de
gedetineerden is in bepaalde gevangenissen zelfs schokkend. Het
voedingsbudget wordt niet berekend op de reële bezetting van de
gevangenis maar op de gevangeniscapaciteit. Vorst en Lantin hebben
ratten en kakkerlakken, in Turnhout werd de keuken afgekeurd, in Vorst
kan de gedetineerde zich niet dagelijks wassen in de strafcel.
We moeten vandaag een aantal principiële keuzes maken i.v.m. de
toekomst van de Belgische gevangenisinfrastructuur. Verkiezen we
hypermoderne beveiligde instellingen waar het contact tussen
gedetineerde, penitentiair beambte, maatschappelijk werker,
aalmoezenier, drastisch afneemt? Of kiezen we voor goed beveiligde
gevangenisinrichtingen met opleidingsruimtes, werkateliers, voldoende
telefoons?
We moeten ook durven stellen dat een aantal groepen niet thuishoren in
een gevangenis, zoals geïnterneerden (momenteel 850) en een deel van
de gedetineerden die in de cel zitten om feiten die drugsgerelateerd
zijn. Vele drugsgedetineerden - in sommige gevangenissen soms meer dan
50% van de bevolking - zouden de gevangenis (vroeger) kunnen verlaten
om onder voorwaarden begeleid te worden in gespecialiseerde
voorzieningen. Slechts de helft van de gevangenissen heeft
activiteiten voor drugsverslaafden. Investeren in drugsopvangcentra
kan dan ook een positieve invloed hebben op de overbevolking in de
gevangenissen. Hetzelfde kan gesteld worden voor geïnterneerden : er
is nood aan meer psychiatrische voorzieningen.
Toch moeten we ook realistisch zijn over het bijbouwen van nieuwe
strafinstellingen. Een gevangenis bouwt men niet op 2 jaar, ook niet
in een PPS-constructie. Zo is voor de nieuwe gevangenis van
Dendermonde de vooropgestelde datum voor de ingebruikname midden 2011.
Het dossier is al van voor de grote ontsnapping in augustus 2006 in
bespreking. De bouw van de gevangenis van Brugge nam zelfs tien jaar
in beslag.
Het is zelfs de vraag of meer cellen het vraagstuk van het relatieve
tekort ooit kan oplossen. De bouw van steeds weer extra cellen heeft
immers nog nooit geleid tot een evenwicht tussen vraag naar en
beschikbaarheid van plaatsen. In 1997 was er een capaciteittekort van
800 cellen. Sinds 1997 zijn er 3 gevangenissen geopend: Andenne, Ittre
en Hasselt. Goed voor 1000 bijkomende cellen. Maar sindsdien is het
cellentekort tot 1.700 gestegen. Bijkomend cellenaanbod, creëert
bijkomende vraag.
c. Strijd tegen de fiscale fraude
De strijd tegen fiscale fraude is voor Groen! absoluut noodzakelijk
binnen een democratie. Het gaat immers over de gelijkheid van alle
burgers ten aanzien van het belastingssysteem. Groen! wil een regering
die alles in het werk stelt om die fraude krachtdadig te bestrijden in
plaats van ze met fiscale amnestie te belonen of zelf te promoten.
Vorige week vroegen 14 fiscale speurders de oprichting van een
parlementaire onderzoekscommissie rond de grote financiële en fiscale
dossiers zoals KB Lux en het dossier Pineau-Vallencienne die
systematisch mislukken. Wij ondersteunen deze vraag ten volle.
Voor Groen! is het principe duidelijk: regularisatie van geld dat in
het buitenland werd belegd om aan de Belgische fiscus te ontsnappen,
is enkel mogelijk na betaling van de achterstallige belastingen en
daar bovenop een boete. De fiscale fraude wordt op meer dan 20 miljard
euro per jaar geschat. De huidige regering heeft zich als ambitie
voorgenomen om tegen 2010 jaarlijks 1,5 miljard euro uit de strijd
tegen fiscale fraude te halen. In 2006 strandde dit op 817 miljoen
euro, maar dit cijfer is volgens het Rekenhof een overschatting en dit
bedrag is bovendien nog niet daadwerkelijk geïnd.
Er moeten bijkomende maatregelen genomen worden om de samenwerking
tussen fiscus, politie en gerecht in de strijd tegen de grote
belastingfraude te versterken. In gerechtelijke onderzoeken moet de
procureur of de onderzoeksrechter een beroep kunnen doen op een team
van gespecialieerde speurders.
Zeer dringend is de juridische verankering van het systeem van
datamining of de automatische uitwisseling van informatie tussen de
verschillende overheidsdiensten. Hier moet voor een effectieve strijd
tegen de fiscale fraude op korte termijn werk van gemaakt worden.
Momenteel ontbreekt een rechtsgrond voor dit systeem. Ook de
internationale samenwerkingsverbanden in de strijd tegen de fiscale
fraude moeten uitgebreid worden. Momenteel zijn er
samenwerkingsakkoorden met Nederland, Frankrijk, Italië en Oekraïne.
De beste strijd tegen de fiscale fraude is een goed draaiende
belastingsadministratie maar politieke spelletjes dreigen de
broodnodige modernisering van Financiën lam te leggen. Deze scherpe
woorden kwamen onlangs van mevr. Dreessen, de personeelsdirecteur van
de Federale Overheidsdienst Financiën. Het management wordt door de
ambtenaren omschreven als 'ontoereikend', ruzieënd en politiek
benoemd. Verder moet er geïnvesteerd worden in de vorming van
ambtenaren en de informatisering binnen de dienst. Een bevraging onder
de belastingsambtenaren eind 2006 toonde aan dat bijna de helft van
hen klaagde over te weinig computers en gebruiksonvriendelijke
programma's. Groen! steunt de oprichting van een gespecialiseerde cel
geschillen op de belastingsadministratie met de aanstelling van
juristen. Deze cel kan ambtenaren, die vooral boekhoudkundig geschoold
zijn, ondersteunen in de verdediging van een fraudedossier bij de
rechtbank.
Groen! wil ook meer preventieve maatregelen die het probleem van de
belastingsontduiking bij de wortel aanpakken: de invoering van een
vermogenskadaster (voor belangrijke investeringen in materiaal,
personeel en nieuwe werkmethodes) naar analogie van een
vastgoedkadaster en het opheffen van het bankgeheim. Deze maatregelen
moeten de belastingadministratie in staat stellen om de inkomsten uit
kapitaal te kennen en te vermijden dat het geld opnieuw naar het
buitenland zou verdwijnen.
d. Milieucriminaliteit
Milieucriminaliteit lijkt vaak slachtofferloos maar de schade aan de
samenleving, de gezondheid en de levenskwaliteit is groot. De grote en
gestructureerde vormen van milieucriminaliteit zoals georganiseerde
grensoverschrijdende netwerken (bv. afvalmaffia) of bedrijven die
stelselmatig ten eigen bate milieuregels overtreden, leiden tot
concurrentievervalsing op grote schaal met aanzienlijke
vermogensvoordelen voor wie de wet aan zijn laars lapt. Bedrijven
moeten verplicht zijn de (historische) milieuschade op te kuisen en te
herstellen. Ook kan de sluiting van een deel of alle activiteiten van
recidiverende ondernemingen geëist worden.
Grote milieumisdrijven overschrijden vaak de nationale grenzen, bijv.
lozingen op zee met gevolgen voor de kust van verschillende landen of
crimineel georganiseerde internationale transporten van afval of
toxische stoffen waarbij de wetgeving tussen het herkomst- en
dumpingsland sterk verschilt. Als gevolg daarvan zijn milieuprocessen
vaak een internationaal en complex juridisch kluwen. Groen! wil dat
België het voortouw neemt in een Europees of internationaal
gecoördineerde en geharmoniseerde wetgeving op het bestraffen van
milieucriminaliteit.
60 % van de milieudelicten wordt geseponeerd, ondanks zware
kwalificaties! Amper 5% van de vastgestelde inbreuken leidt tot een
veroordeling. Om milieucriminaliteit en stedenbouwmisdrijven op
parketniveau op een ernstige wijze te kunnen onderzoeken moeten meer
mankracht en middelen naar de parketten om een milieucel te kunnen
uitbouwen op het niveau van het ressort van het Hof van Beroep. In de
rechtbanken van eerste aanleg moet een gespecialiseerde milieukamer
bevoegd voor stedenbouwkundige- en milieucriminaliteit opgericht
worden.
Met de gewesten worden goede afspraken gemaakt over de prioriteiten
bij het vervolgingsbeleid inzake stedenbouw -en milieumisdrijven.
Burgers of comités die opkomen voor het milieu, moeten veel
makkelijker toegang krijgen tot de rechter. Groen! wil burgers én
verenigingen die milieubelangen verdedigen het recht op gratis
tweedelijnsrechtsbijstand toekennen.
e. Versterking van de mensenrechten in het justitie- en
veiligheidsbeleid
De georganiseerde misdaad, maffiose criminaliteit en terrorisme moeten
hard bestreden worden, dat is voor Groen! overduidelijk, maar er moet
steeds een behoorlijk evenwicht bewaard blijven tussen enerzijds de
onderzoeksdaden en anderzijds de rechten van de personen die verdacht
worden, hun gezinsleden of familie. Wanneer het parket of
inlichtingsdiensten zich, zonder gerechtelijke en parlementaire
controle, kan inmengen in de privé-sfeer, vormt dit een bedreiging
voor onze democratische rechtstaat.
Paars heeft afgelopen jaren met haar wetsontwerp op de bijzondere
opsporingsmethoden de middelen van onderzoek en vervolging drastisch
trachten uit te breiden. De paarse voorstellen stonden echter op
gespannen voet met het recht op privacy en een eerlijk proces. Een
gebrek aan parlementair en maatschappelijk debat was onder paars een
constante in de totstandkoming van wetgeving in de strijd tegen het
terrorisme en de zware en georganiseerde criminaliteit.
Het parket zou ondermeer een inkijkoperatie kunnen doen in een private
plaats die overduidelijk geen woning of geen erdoor omsloten eigen
aanhorigheid van deze woning is. Door de invoering van het begrip
inkijkoperatie omzeilde men de regelgeving rond het direct afluisteren
en de huiszoeking, bijv. de vereiste toestemming van een
onderzoeksrechter. Het Arbitragehof was nochtans van oordeel dat deze
techniek een vergelijkbare schending van het privéleven met zich
meebrengt.
De omzetting van de Europese Richtlijn over de bewaring van gegevens
die zijn verwerkt in verband met het aanbieden van openbare
elektronische-communicatiediensten is een duidelijk voorbeeld van de
ineffectiviteit van sommige maatregelen in de strijd tegen de zware
criminaliteit. Gegevens over alle telefoongesprekken en e-mails van
ieder van ons worden ten gevolge van deze maatregel bijgehouden.
Georganiseerde criminele bendes bellen echter pre-paid en e-mailen via
een veilige server buiten de EU, waardoor ze dus elk risico ontlopen.
Om de interventiemogelijkheden van geheime inlichtingsdiensten uit te
breiden kregen ze bijna zelf de toestemming om de wet te overtreden.
Groen! staat achter het principe dat onderzoeksdaden die de
grondrechten schenden, zoals onwettige huiszoekingen, geen wettig
bewijs kunnen opleveren.
Om tenslotte te illustreren hoe minimaal de investeringen van paars in
een justitiebeleid met volle aandacht voor mensenrechten was:
afgelopen jaar zijn 2 leraars aangesteld om de 47.000 personeelsleden
in de Belgische politie te onderwijzen over antiracisme en
mensenrechten.