Rechtbank Almelo


Ook vierde verdachte vrijgesproken na dodelijk ongeluk Saasveld

De rechtbank heeft een man vrijgesproken van het (mede) veroorzaken van een dodelijk ongeluk in Saasveld. Drie andere verdachten waren op 27 april vrijgesproken.

De vier mannen waren op 12 november 2006 in twee autoâs achter een andere auto aangereden. Op de Postweg bij Saasveld is de auto van de slachtoffers tegen een boom gereden. De bestuurder kwam daarbij om het leven. De twee andere inzittenden raakten gewond.

Volgens de officier van justitie had de verdachte de auto van de slachtoffers eerst klemgereden. Daarna zou hij hen hebben achtervolgd en opgejaagd, waardoor de verongelukte auto uit de bocht zou zijn gevlogen.

De rechtbank acht niet bewezen dat de verdachte op het moment van het ongeval zo kort op de auto van het overleden slachtoffer reed, dat sprake was van opdrijven. Van belang daarbij is dat de verklaringen van vier getuigen hierover onderling sterk van elkaar verschillen. Bovendien vindt de rechtbank dat aan de getuigenverklaringen getwijfeld kan worden, omdat alle getuigen voorafgaand aan het ongeval veel alcohol hadden gedronken. Ook was het donker en is de weg waarop het ongeval plaatsvond niet verlicht door straatlantaarns. Verder zijn de waarnemingen gedaan vanuit rijdende autoâs en hebben zij betrekking op rijdende autoâs.

Doordat geen wettig en overtuigend bewijs is geleverd van opdrijven of op korte afstand achtervolgen, staat niet vast dat de verdachte het ongeval (mede) heeft veroorzaakt. Het is mogelijk dat het ongeval ook zonder de gedragingen van de verdachte zou hebben plaatsgevonden. Uit het dossier blijkt dat het overleden slachtoffer onder aanmerkelijke invloed van alcohol reed. Het is mogelijk dat hij daardoor de macht over het stuur heeft verloren.

Aan de verdachte was ook, als onderdeel van de tenlastelegging van poging tot doodslag op en tot zware mishandeling van de beide passagiers van de eerste auto, ten laste gelegd dat hij de plaats van een verkeersongeval had verlaten zonder hulp te bieden aan de slachtoffers. Dit zou echter alleen aan de orde zijn als de verdachte het ongeval had veroorzaakt. Zoals hierboven is uitgelegd, acht de rechtbank dat nu juist niet bewezen. Daardoor is de rechtbank niet toegekomen aan dit onderdeel van de tenlastelegging.

Er zijn nog twee wetsartikelen waarin het achterwege laten van hulp aan hulpbehoevenden strafbaar is gesteld: artikel 255 en artikel 450 van het Wetboek van Strafrecht. Deze artikelen waren geen van beide tenlastegelegd. Maar ook wanneer dat wel was gebeurd, had dat niet tot een veroordeling kunnen leiden. Artikel 255 gaat over mensen die op grond van een overeenkomst of de wet verplicht zijn voor een ander te zorgen. Daarvan was hier geen sprake. Volgens artikel 450 is degene strafbaar die geen hulp verleent aan een ander die in levensgevaar verkeert wanneer de hulpbehoevende komt te overlijden. Het overleden slachtoffer was echter waarschijnlijk al gestorven toen de verdachte bij de plaats van het ongeluk kwam. De andere twee slachtoffers hebben het ongeval â ondanks de handelwijze van de verdachten en dankzij het kordate optreden van omwonenden â overleefd. Daardoor is artikel 450 in dit geval niet van toepassing.

Hoewel de verdachte dus op alle hem tenlastegelegde punten is vrijgesproken, stelt de rechtbank dat hij moreel verwijtbaar heeft gehandeld door geen hulpdienst in te schakelen en het ongeval te verzwijgen.

De volledige uitspraak wordt later vandaag gepubliceerd.

Bron: Rechtbank Almelo
Datum actualiteit: 11 mei 2007 Naar boven