Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl

Uw brief BZK070102 Ons kenmerk AV/IR/2007/13699 Datum 11 mei 2007 Onderwerp Personeelsbeleid rijksdienst/belemmering
vrijwilligerswerk

In uw brief van 27 maart 2007 vraagt u een reactie van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van mij op de brief van de heer ing. E.R. van Slooten te Maarssen. De heer Van Slooten verzoekt leeftijdsdiscriminatie aan de orde te stellen binnen de rijksoverheid en tevens een einde te maken aan de zinloze sollicitatieplicht voor oudere werklozen. Daarnaast verzoekt hij om oudere werklozen meer armslag te geven bij vrijwilligerswerk in het buitenland tijdens de WW-uitkering. Ten slotte doet de heer Van Slooten de suggestie om oudere werklozen als tijdelijk of freelance medewerker bij de overheid in te zetten. Hieronder ga ik, mede namens de minister van BZK, op deze punten in. De heer Van Slooten ontvangt een afschrift van deze brief.

Personeelsbeleid rijksoverheid
De minister van BZK en ik zijn voorstander van een cultuuromslag binnen de rijksoverheid die ervoor moet zorgen dat werken tot 65 jaar weer gewoon wordt. Dit betekent in de eerste plaats de zorg voor de al binnen de sector werkzame oudere werknemers, onder meer de door de heer Van Slooten genoemde oudere herplaatsingkandidaten. Werknemers moeten op een prettige, uitdagende, wijze tot 65 jaar kunnen doorwerken binnen de rijksoverheid. Daarnaast is er de zorg om ook oudere kandidaten van buiten een reële kans te geven bij de invulling van vacatures.

Bij dit laatste past de volgende kanttekening: Het aantal vacatures binnen de sector Rijk zal de komende periode, vanwege de in gang gezette inkrimping van het aantal rijksambtenaren afnemen. Bovendien is binnen het personeelsbestand van de sector Rijk de oudere werknemer ruim vertegenwoordigd. Bij de werving van personeel moet daarom ook rekening worden gehouden met de toekomstige vervangingsvraag, wat betekent dat de werkgever zich ook zal inspannen om voldoende gekwalificeerde jongeren binnen te halen. Hierbij gelden vanzelfsprekend de regels van de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid, beroep en beroepsonderwijs, die op 1 mei 2004 in werking is getreden. Volgens deze wet is iedere vorm van leeftijdsdiscriminatie bij arbeid, beroep en beroepsonderwijs verboden tenzij daar een objectieve rechtvaardiging voor is. Dat houdt in dat er een legitiem doel moet zijn en

Ons kenmerk SV/WV/2007/13699

dat de middelen om dit doel te bereiken passend en noodzakelijk moeten zijn (art. 7 WGBL). Voor de volledigheid wil ik benadrukken dat werknemers of sollicitanten die menen slachtoffer te zijn van ongelijke behandeling op grond van leeftijd een klacht kunnen indienen bij een anti- discriminatiebureau dat kan bemiddelen, of een oordeel kunnen vragen aan de Commissie gelijke behandeling. Al dan niet op basis van een oordeel van de Commissie gelijke behandeling kunnen zij hun klacht ook voorleggen aan de rechter.

Sollicitatieplicht voor oudere werklozen
De herinvoering van de sollicitatieplicht voor ouderen past in de maatregelen om de arbeids- deelname van ouderen te bevorderen. De arbeidsdeelname van ouderen is relatief laag en het aantal ouderen in onze samenleving neemt fors toe. Dat legt een zware druk op het sociale stelsel, omdat een relatief kleine groep werknemers de sociale voorzieningen voor een grote groep ouderen moet financieren. Om deze ontwikkeling om te buigen is het van belang ouderen te stimuleren zo lang mogelijk door te werken en ­ als zij geen werk hebben ­ de weg naar de arbeidsmarkt terug te vinden. Voorgaande kabinetten achtten het niet aanvaardbaar dat werklozen vanaf 57,5 jaar werden afgeschreven voor deelname aan de arbeidsmarkt. De uitvoering van de WW is neergelegd bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Het UWV beslist of in concrete situaties in voldoende mate sollicitatieactiviteiten zijn verricht. Bij de re-integratieactiviteiten van het UWV staat maatwerk voor de WW-gerechtigde centraal (o.a. via een re-integratiecoach). Overigens is bij de ex-overheidswerknemers niet het UWV maar de ex-werkgever verantwoordelijk voor de re-integratie van WW-ers. Vanaf 2007 is de invulling van de sollicitatieplicht (door UWV en overheidswerkgevers) veranderd van een kwantitatieve (aantal sollicitaties) naar een kwalitatieve. Met zinloze sollicitaties is immers niemand gebaat.

Vrijwilligerswerk in het buitenland en de WW
Vrijwilligerswerk en mantelzorg zijn in de Nederlandse samenleving van groot belang. Veel werknemers besteden tijd aan vrijwilligerswerk of mantelzorgtaken. De Werkloosheidswet (WW) legt de werkloze werknemer in beginsel geen belemmering op met betrekking tot het verrichten van vrijwilligersactiviteiten of mantelzorgtaken (in Nederland). Vrijwilligerswerk kan zinvol zijn omdat mensen (weer) zelfstandig kunnen deelnamen aan het maatschappelijke leven en betekent voor sommigen een opstap (terug) naar de arbeidsmarkt. De WW is echter toegesneden op de Nederlandse arbeidsmarkt en kent ook een re-integratie- doelstelling op die arbeidsmarkt. Dit betekent dat voor het recht op uitkering nodig is, dat men op de Nederlandse arbeidsmarkt actief naar passend werk zoekt. Verblijf in het buitenland anders dan wegens vakantie betekent zonder meer dat het recht op WW-uitkering wordt uitgesloten. Wie in het buitenland verblijft, is immers niet beschikbaar voor de Nederlandse arbeidsmarkt en kan derhalve niet aan de voorwaarden voor het recht op uitkering voldoen.


---

Ons kenmerk SV/WV/2007/13699

Tijdelijke en freelance medewerkers bij de overheid
Iemand kan een tijdelijke aanstelling worden gegeven bij wijze van proeftijd of omdat het werkzaamheden betreft waarvoor slechts tijdelijk een beroep op de arbeidsmarkt wordt gedaan. Door een flexibele inzet van het vaste personeel van de sector Rijk is het steeds minder vaak nodig mensen aan te trekken voor tijdelijke werkzaamheden. Dit is een ontwikkeling die de komende jaren waarschijnlijk zal doorzetten. Het inhuren van externen, waaronder freelance medewerkers, vindt incidenteel plaats bij projecten. De opdrachten worden op basis van meerdere offertes gegund aan een externe partij. De leeftijd van de medewerkers speelt daarbij geen rol. Op nadrukkelijk verzoek van de Tweede Kamer wordt met het inhuren van externen terughoudend omgegaan.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. J.P.H. Donner)

c.c.: de heer ing. E.R. van Slooten


---