1red18068
11-5-2007, NOS, Gesprek met de minister-president, N.1, 18.35 uur
GESPREK MET VICE-PREMIER BOS, NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE MINISTERRAAD,
OVER DE OVERNAME VAN ABN-AMRO BANK EN DE SALARISVERHOGING VOOR BESTUURDERS
VAN DE RUG
- OVERNAME VAN ABN-AMRO BANK -
SCHILHAM:
Heel Nederland is al wekenlang getuige van de chaotische overnamestrijd
rond ABN Amro. U hebt gezegd van de week: 'Ik bemoei me er intensief mee
maar wel achter de schermen.' Wat doet u precies eigenlijk?
BOS:
Twee dingen. Ik heb een formele rol in dit proces. Dat wil zeggen, in
allerlaatste instantie moet ik een verklaring van geen bezwaar afgeven.
Daarvoor moet ik precies de plannen kennen. Wat voor een bedrijf wordt het?
Wat gebeurt er met de kredietverlening aan cliënten? Waar vallen de
risico's als het misgaat? Dus ik ben informatie aan het verzamelen om die
vragen uiteindelijk te kunnen beantwoorden. Maar daarnaast in al die
informele contacten probeer ik natuurlijk wel op te komen voor een aantal
dingen die wij in Nederland heel belangrijk vinden. Werkgelegenheid,
Amsterdam als centrum, ook internationaal gezien, waar bedrijven die actief
zijn in de financiële dienstverlening graag neerstrijken. En er is mij
natuurlijk veel aan gelegen om dat allemaal te behouden voor Nederland.
SCHILHAM:
Dus u zult wel een voorkeur hebben voor een van die twee opties: Barclays
of het bankentrio?
BOS:
Nee, dat heb ik niet.
SCHILHAM:
Dat mag u niet?
BOS:
Ook dat hoor. Op het moment dat je een formele rol hebt in de wet waarmee
je een verklaring van wel of geen bezwaar af moet geven, moet je
onpartijdig zijn. Dat zal ik dus ook zijn. Maar zelfs als ik partijdig zou
willen zijn, kan ik dat natuurlijk niet omdat alleen de details van het bod
van Barclays bekend zijn op dit moment. En het consortium waar Fortis deel
van uitmaakt weliswaar interesse kenbaar heeft gemaakt, maar eigenlijk nog
weinig specifiek geweest is over hoe het nieuwe bedrijf nu precies uit gaat
zien, wat er wel afgestoten wordt, wat behouden blijft, wie de risico's
draagt, waar eventueel werkgelegenheid verloren gaat, wat er gebeurt met
het hoofdkantoor. En net al een heleboel andere mensen hoop ik dat die
informatie nu heel snel beschikbaar komt.
SCHILHAM:
De vakbonden hebben eigenlijk wel al een voorkeur, althans wat
werkgelegenheid betreft. Met Barclays is Nederland veel beter af, zeggen
zij.
BOS:
Ik zie mevrouw Jongerius van het FNV vandaag nog om ook daarover te kunnen
praten. Dan hoor ik misschien weer nieuwe dingen die zij weet en die ik
niet weet. Maar ik ga er voorlopig vanuit dat ook de vakbonden nog niet
alles weten wat ze zouden moeten weten om echt alle opties met elkaar te
kunnen vergelijken. Er wordt heel veel verondersteld over wat de gevolgen
zouden zijn van het bod van Fortis, Santander en Royal Bank of Scotland,
maar de realiteit is dat we het gewoon nog niet weten.
SCHILHAM:
En daar hoopt u vandaag meer over te weten te komen. Op basis van die
contacten en gesprekken heeft u ook die geruststellende uitspraken van de
week gedaan, van: rekeninghouders en cliënten hoeven zich geen zorgen te
maken?
BOS:
Ja.
SCHILHAM:
En kunt u dat waarmaken?
BOS:
Ja, dat was ik wel van plan. En wel om drie redenen. Ten eerste omdat het
mijn werk is. En het is ook het werk van Nout Wellink van DNB om te zorgen
dat de belangen van spaarders en bedrijven niet in het gedrang komen. Ten
tweede durf ik dat te zeggen omdat ABN Amro een buitengewoon degelijke bank
is met een goede reputatie. En de derde reden dat ik dat durf te zeggen is
dat wie ook de nieuwe eigenaar wordt van ABN Amro, de nieuwe eigenaar heeft
er altijd belang bij dat dit een goede betrouwbare bank zal blijven.
SCHILHAM:
Dus in elk scenario kunt u nu al zeggen: de rekeninghouders en spaarders
hoeven zich geen zorgen te maken?
BOS:
Ik zeg het vol zelfvertrouwen dat dit een degelijke bank is, dat spaarders
zich geen zorgen hoeven te maken omdat het de verantwoordelijkheid is van
Wellink en mij om ons daarvoor in te spannen en ik zeker weet dat het ook
in het belang is van alle betrokken partijen inclusief de nieuwe eigenaar
van ABN Amro om het een betrouwbare bank te laten blijven.
SCHILHAM:
Maar kunt u zich voorstellen dat mensen die hun spaarcenten op die bank
hebben, denken: dat kan Bos wel zeggen en dat kan meneer Wellink wel zeggen
maar hoe ver gaan de garanties?
BOS:
Dat kan ik me eerlijk gezegd wel voorstellen. Want het is natuurlijk een
tijd van grote onzekerheid. En dat is ook precies de reden dat ik alle
partijen heb opgeroepen van: laat dit nou niet te lang duren, kom snel met
alle relevante informatie over de brug zodat aandeelhouders duidelijk
kunnen kiezen en zodat wij ook snel kunnen beslissen of we wel of niet een
verklaring van geen bezwaar afgeven. Dan heeft iedereen duidelijkheid en
dan gaat de storm ook een beetje liggen.
SCHILHAM:
Als ik u zo hoor dan lijkt me de kans dat u geen verklaring van geen
bezwaar zal afgeven heel klein. Want u zegt: eigenlijk kan er niet zo veel
mis gaan, althans voor de klanten dus ook niet voor het financiële stelsel
in Nederland. Dus wat zou een reden kunnen zijn dat u deze procedure
afkeurt?
BOS:
Nee, wat ik bedoel te zeggen, is dat als ik zou denken dat de verandering
van eigendom voor de bank tot grote risico's leidt voor de klanten dan zal
ik en dan zal ook Nout Wellink die verklaring van geen bezwaar nooit
afgeven. En omdat ik weet dat dat mijn verantwoordelijkheid is en dat ik
die ook zo zal uitoefenen, kan ik ook met zelfvertrouwen zeggen dat het
goed zal blijven gaan met de bank. Want als het niet goed zou gaan dan zou
ik nooit toestemming geven.
SCHILHAM:
Wat laat u allemaal meewegen als u de afweging moet maken of u zo'n
verklaring afgeeft? Is dat ook werkgelegenheid? Is dat een argument dat mee
mag wegen?
BOS:
Dan moet je onderscheid maken tussen wat ik krachtens de wet wel een rol
moet laten spelen en dingen die ik verder belangrijk vind. Als het gaat om
die heel formele rol van op het laatste moment dat papiertje geven van dat
het mag of dat het niet mag, dan mag ik eigenlijk alleen maar kijken naar
wat de gevolgen zijn voor het financiële systeem. Blijft het goed gaan met
die spaarcenten, met de kredietverlening? Zijn de risico's goed verdeeld?
Dat soort zaken. Maar in elk contact dat ik heb met alle betrokkenen, of
dat nou de potentiële overnemers zijn of ABN Amro zelf, heb ik het dus ook
steeds over de werkgelegenheid en over de positie van Amsterdam als heel
aantrekkelijk internationaal centrum voor de financiële dienstverlening. En
daar zet ik me zeer voor in.
SCHILHAM:
Maar daar kunt u formeel niet op ingrijpen?
BOS:
Nee, ik heb geen wet of zo achter de hand waarmee ik dat kan afdwingen.
Maar ook voor die banken is het wel belangrijk om te weten hoe de regering
van het land waar ze zaken willen doen, waar ze zich willen vestigen over
dit soort zaken denkt. En daar laat ik dus ook geen misverstand over
bestaan.
SCHILHAM:
Dus het verwijt dat u eerder gemaakt is dat u zich te weinig bemoeit, dat u
te veel toeziet hoe dit allemaal verloopt dat werpt u verre van zich?
BOS:
Ja, dat klopt van geen kanten. Ik begrijp het best omdat ik ervoor gekozen
heb om dat vooral achter de schermen te doen. Ook omdat ik echt denk dat ik
dan effectiever ben dan alleen maar heel luid onder de schijnwerpers
allerlei dingen te roepen die ik vervolgens niet zou kunnen waarmaken.
SCHILHAM:
Je hoort ook wel eens dat mensen suggereren dat in andere Europese landen
ministers van Financiën misschien wel er meer bovenop zouden zitten.
BOS:
Nou, misschien kiezen ze er in andere landen voor om het onder de
schijnwerpers te doen. En ik kies ervoor om het buiten de schijnwerpers te
doen. Het is soms ook wettelijk anders geregeld in andere landen. En laten
we niet vergeten: vier jaar geleden nam ABN Amro in Italië een bank over.
Toen waren daar politici en bankpresidenten die zich daar openlijk tegenaan
gingen bemoeien om ABN Amro tegen te houden. Die mensen hebben allemaal
inmiddels hun baan moeten verlaten. En ABN Amro is eigenaar geworden van de
Italiaanse bank. Wij hebben dat toen luidruchtig gevierd in Nederland omdat
we vonden dat een Nederlandse bank ook in Italië actief moet kunnen zijn.
Dat we het schandalig vonden hoe de Italiaanse autoriteiten zich destijds
gedroegen. Dan moet je natuurlijk niet nu het omgekeerde gebeurt opeens een
heel andere houding aannemen.
SCHILHAM:
Wanneer verwacht u dat we weten hoe het nu verder gaat met de ABN Amro?
BOS:
Ik kan daar geen zinnig woord over zeggen. Dat heeft bijvoorbeeld ook nog
te maken met het feit dat er een rechtszaak loopt en dat ik niet precies
weet wanneer daar een definitieve uitspraak zal zijn.
SCHILHAM:
Maar als het aan u ligt zo snel mogelijk?
BOS:
Dat is correct.
- SALARISVERHOGING VOOR BESTUURDERS VAN DE RUG -
SCHILHAM:
Ander onderwerp, dat ook om geld gaat trouwens. De bestuurders van de
Rijksuniversiteit van Groningen (RUG) hebben een salarisverhoging gekregen
van dertig procent. Die mensen vallen wel onder de topsalarissen waar u
zich altijd druk over gemaakt heeft. Ik neem aan dat u onaangenaam verrast
was toen u dit hoorde?
BOS:
Ja, buitengewoon onaangenaam. En de minister van Onderwijs al helemaal. We
hebben met elkaar met enige chagrijn moeten constateren dat we lang niet zo
veel kunnen doen als we zouden willen doen bij het aanpakken van
topsalarissen in de markt. Maar we hebben toen ook wel tegen iedereen
gezegd: hoor eens, daar waar we wel wat kunnen doen, namelijk topsalarissen
die betaald worden met belastinggeld, daar zullen we ook ingrijpen.
SCHILHAM:
Dus dat gaat u ook doen?
BOS:
Nou, we hebben nu nog niet een wet waarmee we dat kunnen doen. Dus ook
minister Plasterk kan op dit moment nog niet veel meer dan eigenlijk
publiekelijk die discussie aanzwengelen, die universiteitsbestuurders
uitdagen van: 'vond u dit nodig, waarom heb je dit gedaan, kan het niet wat
minder? Leg eens uit waarom je denkt dat het voor jullie met zo veel
sprongen omhoog mag?' Maar we werken in het kabinet naar een wet waarbij
dus binnen de hele publieke en semi-publieke sector de norm van het salaris
van de minister-president het maximum zou moeten zijn. Die gaan we ook in
de wet vastleggen. En als het dan nog een keer zou gebeuren dan wordt het
ook een stuk makkelijker om in te grijpen.
SCHILHAM:
Maar dat betekent dat u zegt dat u nu eigenlijk niks kunt doen.
BOS:
Ik denk dat die universiteitsbestuurders waar het om gaat niet aangenaam
getroffen waren toen ze vanochtend in de krant lazen dat hun salaris opeens
publiekelijk bekend was en dat de minister van Financiën zei dat hij het
ongelooflijk vond dat ze dit hadden gedaan. Voor publieke figuren is dat
niet prettig. Daar gaat enorme druk van uit. We zullen zien waar dat toe
leidt. We hebben eerder op andere momenten ook al eens gezien dat puur het
feit dat het in de publiciteit komt dat het tot ergernis leidt en mensen
ertoe beweegt om dan maar niet die salarisverhoging te accepteren. Maar het
is voor mij en ons allemaal wel een reden om te zorgen dat we nou die wet
snel krijgen waardoor we de volgende keer ook echt iets in handen hebben.
SCHILHAM:
Want de voorzitter van de Raad van Toezicht van de universiteit lijkt niet
van plan om iets aan zijn standpunt te veranderen. Hij vindt het namelijk
zeer terecht deze grote salarisverhoging want de bestuurders in Groningen
lopen achter bij de rest van het land.
BOS:
En vervolgens krijgen zij er wat bij en dan zeggen anderen dat zij weer
daar bij achter lopen. En dan loopt er weer iemand achter. En zo zie je
eigenlijk een maalstroom optreden van met salarissen over elkaar heen
buitelende bestuurders. Wij hebben ervoor gekozen dat aan dat proces nou
eens een keer een einde moet komen. We gaan de wetten daarvoor maken en zo
lang we de wetten nog niet hebben proberen we het met alle andere ons ter
beschikking staande middelen.
SCHILHAM:
Is het niet heel pijnlijk voor u dat u op dit moment nog niks kunt, zowel
niet als het gaat om topsalarissen in bedrijven als om topsalarissen uit
belastinggeld?
BOS:
Ik had liever natuurlijk direct kunnen voorkomen dat dit zou gebeuren.
Tegelijkertijd vind ik het een hele prettige gedachte te weten dat ik in
het eerste kabinet zit dat besloten heeft er ook echt werk van te gaan
maken en er wetten voor te maken.
SCHILHAM:
Geen spijt dat u er zo'n nummer van gemaakt heeft tijdens de campagne?
BOS:
Bepaald niet. Ik vind het een groot onrecht. Als je geen wetten hebt of
geen instrumenten hebt dan kun je niet veel meer dan mensen erop
aanspreken. Soms werkt dat. En bij die groep waar je wel met wetten in de
handen wat aan kunt doen, moeten we dat ook gaan doen. En dat gaan we ook
doen.
(Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, GB)
Ministerie van Algemene Zaken