Ministerie van Economische Zaken


*

Antwoorden op kamervragen van het lid Jansen, 2060708480


11-05-2007 | kamerstuk | onderwerp: Energie | PDF document, 16 Kb


Hierbij zend ik u, mede namens de Minister van Financiën en de
Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
de antwoorden op vragen gesteld door het lid Jansen. De vragen zijn
mij toegestuurd per brief d.d. 2 maart 2007, onder nummer 2060708480.


Aan

De Voorzitter van de Tweede Kamer der

Staten-Generaal

Binnenhof 4

2513 AA 's-GRAVENHAGE

Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n)

11 mei 2007 ET/EM / 7056906

Onderwerp

Antwoorden op kamervragen van het lid Jansen, 2060708480
Bezoekadres Doorkiesnummer Telefax

Bezuidenhoutseweg 30 (070) 379 7041 (070) 379 7841

Behandeld door

van Dijk

Hoofdkantoor

Bezuidenhoutseweg 30

Postbus 20101

2500 EC 's-Gravenhage

Telefoon (070) 379 89 11

Telefax (070) 347 40 81

Email ezpost@minez.nl

Website www.minez.nl Verzoeke bij beantwoording van deze brief ons kenmerk te vermelden


Hierbij zend ik u, mede namens de Minister van Financiën en de Minister van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de antwoorden op vragen
gesteld door het lid Jansen. De vragen zijn mij toegestuurd per brief d.d. 2 maart 2007,
onder nummer 2060708480.

1.

Heeft u kennis genomen van het artikel "Slechte gasmarkt maakt goed milieubeleid
onmogelijk"?

Antwoord

Ja.

2.

Deelt u de analyse dat het verbod op door- of terugverkoop van gas in all-in contracten
ertoe kan leiden dat exploitanten oudere centrales inzetten voor de elektriciteitsproductie,
in plaats van moderne centrales met een hoger rendement en lagere CO2 emissies? Zo ja,
deelt u de conclusie dat hier sprake is van een verkeerde werking van de gasmarkt?
Antwoord

Nee, ik deel de analyse niet.

De hedendaagse praktijk is dat het gas dat nodig is voor moderne en efficiënte
elektriciteitscentrales vooraf wordt ingekocht via zgn. hoeveelheidcontracten. Middels
deze contracten verbindt de afnemer zich aan een minimum afname tegen een
overeengekomen prijs(formule). Ook al komt de gasprijs op de spotmarkt ónder de
2

contractueel afgesproken prijs te liggen, dan nog zal de afnemer - gezien zijn minimum
afname verplichting - niet besluiten de moderne en efficiënte centrale stil te leggen. Wel
kan de lage prijs op de spotmarkt ertoe leiden dat elektriciteitsproducenten overgaan tot
inzet van oude en minder efficiënte centrales in plaats van elektriciteit te importeren. Dat
is wat zich hier heeft voorgedaan.

Overigens ben ik van mening dat de gasmarkt nog verder verbeterd kan worden.
Binnenkort kom ik met de evaluatie van de gaswet en maatregelen om de concurrentie op
de gasmarkt te verbeteren.

3.

Welke invloed heeft wetgeving op het beschreven effect.
Antwoord

Aangezien het beschreven effect zich niet voordoet, heeft bestaande wetgeving geen
invloed.

4.

Welke invloed heeft de dominante rol van GasTerra als dé groothandel voor de
Nederlandse gasmarkt op het beschreven effect.

Antwoord

Het product dat GasTerra in de gasmarkt aanbiedt voor centrales, is eveneens een zgn.
hoeveelheidcontract. Gelet op het antwoord op vraag 2, heeft GasTerra geen enkele
invloed op het beschreven effect.

5.

Welke mogelijkheden zien de Ministers van Economische Zaken en van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer om in de wetgeving prikkels in
te bouwen om gas zo effectief mogelijk (met een maximaal energetisch rendement en
minimale emissies) in te zetten bij elektriciteitsproductie?
Antwoord

Het huidige Europese emissiehandelssysteem geeft de meeste marktconforme en
kosteneffectieve prikkel om het gas zo effectief mogelijk in te zetten in centrales. Vanuit
die optiek zie ik daarom geen reden om in bestaande wetgeving op dat punt in te grijpen.
Hierbij wil ik nog aantekenen dat minder efficiënte gascentrales in termen van CO2-
emissies nog altijd veel schoner zijn dan huidige kolencentrales.
3

6.

Is de Minister van Financiën bereid om in zijn hoedanigheid van grootaandeelhouder van
GasTerra te bevorderen dat door deze partij contractvormen worden aangeboden die
optimaal zijn uit het oogpunt van milieu- en energetisch rendement?
Antwoord

Ten eerste zij opgemerkt dat de Staat - vertegenwoordigd door de Minister van
Economische Zaken - aandeelhouder is van GasTerra en niet de Minister van Financiën.
Voor het overige verwijs ik naar het antwoord op vraag 5.
Maria J.A. van der Hoeven