Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Kamervragen subsidiëring Varkens in zicht

11 mei 2007 - kamerstuk

Kamerbrief naar aanleiding van kamervragen over een subsidie voor een
publiekscampagne over de varkenshouderij. De minister vindt dat deze
campagne een evenwichtig beeld geeft van de moderne varkenshouderij.

Meer informatie

* Kamervragen subsidiëring Varkens in zicht
Kamerstuk | 11-05-2007 | PDF-Document, 56 kB
Voor downloaden van PDF-bestanden:
Zie het origineel

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
onderwerp bijlagen
D i rectie Landbouw
Geachte Voorzitter,
Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen van het lid Thieme (Partij voor de
Dieren) over de subsidiëring van Varkens in Zicht.
1.
Kent u de uitzending 'Dierenduel' waarin Benny Jolink en Jan Terlouw een zichtstal
bezoeken van het project 'Varkens in Zicht'?
Ja.
2.
Kunt u aangeven hoe hoog de startsubsidie is geweest? Welke criteria heeft u verbonden
aan de subsidieverstrekking? Kunt u aangeven wie deze criteria heeft opgesteld? Wie heeft
de besteding van de subsidie getoetst? Kunt u aangeven in hoeverre in de criteria is
meegenomen dat het publiek op eerlijke wijze geïnformeerd zou worden over de
omstandigheden waaronder varkens in Nederland leven en dat de zichtstal de situatie zou
weergeven?
Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft eind 2006 een
eenmalige subsidie van ¤ 100.000,= verstrekt aan de stichting Varkens in Zicht. Hiermee
wordt een deel van de kosten voor het opstarten van de driejarige publiekscampagne
'Stap in de stal' gefinancierd. Deze campagne gaat van start bij de opening van de tiende
zichtstal op 15 mei a.s. Zij bestaat uit een reclamecampagne op de radio, waarin burgers
worden uitgenodigd een zichtstal te bezoeken, de organisatie van het 'Weekend van het
varken' op 26 en 27 mei a.s. en het opzetten van een nieuwe website.
Het ministerie van LNV heeft drie criteria gehanteerd voor het verstrekken van de subsidie.
In de eerste plaats moeten de middelen worden ingezet als bijdrage in de kosten van de
voorbereiding van de publiekscampagne. Een tweede voorwaarde is dat het agrarisch
bedrijfsleven en de varkenshouders de overige voorbereidingskosten voor hun rekening
moeten nemen. Ten derde moet de stichting elk jaar een effectmeting uitvoeren. Er zijn
geen criteria gehanteerd over de wijze van informatieverstrekking.
Ministerie van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit
Directie Landbouw
Bezuidenhoutseweg 73
Postadres: Postbus 20401
2500 EK 's-Gravenhage
Telefoon: 070 - 3786868
Fax: 070 - 3786100
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
19 april 2007 2060712760 DL 2007/1150 11 mei 2007
Kamervragen subsidiëring
Varkens in zicht
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
11 mei 2007 DL 2007/1150 2
De besteding van de subsidie zal door het ministerie worden getoetst na afronding van
het project op basis van de aanvraag voor de definitieve vaststelling van de subsidie.
3.
Kunt u aangeven waarom u een startsubsidie heeft verstrekt aan een groep
varkenshouders om naast hun gangbare productiebedrijf een etalage neer te zetten,
waarin de varkens onder betere omstandigheden worden gehouden dan hun soortgenoten
in de andere buiten het zicht liggende stallen op datzelfde bedrijf?
De subsidie van mijn ministerie is uitsluitend verstrekt ter medefinanciering van de
campagne Stap in de stal en is niet ingezet voor het realiseren van de zichtstallen. De
kosten van het bouwen en het beheer van de zichtstallen worden gefinancierd door het
agrarisch bedrijfsleven en de betreffende varkenshouders. Verder verwijs ik naar de
antwoorden op vraag 4 en 5.
4.
Deelt u de mening dat deze zichtstal een misleidende activiteit is van de gangbare
varkenshouderij omdat zij de bezoeker een beeld schetst dat niet overeenkomt met de
werkelijkheid? Zo ja, welke actie gaat u ondernemen om in de toekomst het verstrekken
van onterechte subsidies te voorkomen? Zo neen, waarom niet?
5.
Deelt u de mening dat deze vorm van misleidende publieksinformatie zo snel mogelijk
afgeschaft moet worden? Zo ja, welke actie gaat u daarop nemen? Zo neen, hoe strookt
dit met uw beleid om eerlijke publieksvoorlichting te stimuleren?
Ik ben van mening dat de campagne Stap in de stal een evenwichtig beeld laat zien van de
moderne op de toekomst gericht deel van de varkenshouderij. De wettelijke normen voor
dierenwelzijn zijn het uitgangspunt voor de stichting Varkens in Zicht. De meeste zichtstallen
voldoen aan de wettelijk vastgelegde eindnormen voor 2013, zoals groepshuisvesting
voor fokvarkens. De burger krijgt zo een beeld van hoe de gehele varkenshouderij
over een aantal jaren moet werken na het verstrijken van de wettelijke overgangstermijnen.
Overigens blijkt uit het feit dat thans circa 35% van de fokvarkensbedrijven
groepshuisvesting toepast dat de zichtstallen geen buitenbeentje zijn.
Verder geven de zichtstallen een beeld van de verschillende toegestane houderijsystemen
(stallen met en zonder stro). Tenslotte zijn vanwege de strenge hygiënische voorschriften
en de bouwkundige situatie, op een aantal bedrijven met een zichtstal niet alle aanwezige
stallen te bezoeken. Op deze bedrijven hebben de bezoekers de gelegenheid om door
middel van een film een completer beeld van de varkenshouderij te krijgen. De stallen op
de zichtbedrijven, die niet toegankelijk zijn, voldoen aan de huidige welzijnsnormen en
zullen binnen de wettelijke overgangsperioden worden aangepast.
De varkenshouderijsector neemt met deze campagne haar verantwoordelijkheid en levert
een vernieuwende bijdrage aan het transparant maken van de moderne varkenshouderij
en de noodzakelijke dialoog met de samenleving. Ik ben van mening dat dit de afgelopen
jaren onvoldoende gebeurd is.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
11 mei 2007 DL 2007/1150 3
Uit een recent onderzoek van Wageningen Universiteit blijkt dat er een aantal positieve
effecten zijn als burgers de gelegenheid krijgen agrarische bedrijven te bezoeken en als
agrarisch ondernemers de dialoog aangaan met burgers. Burgers en agrarische ondernemers
krijgen meer begrip voor elkaar, nieuwe verbindingen worden gelegd en ondernemers
voelen zich zekerder en trotser door de contacten met burgers. Verder blijkt dat
de maatschappelijke wensen van de bezoekers aanleiding zijn tot wederzijdse reflectie op
de bedrijfsvoering.
Ik vind het van groot belang dat er een reëel beeld van de moderne varkenshouderij wordt
geschetst. Het alleen maar laten zien van elementen die als positief worden ervaren, zal
juist een averechtse werking hebben op het imago van de sector.
6.
Deelt u de mening dat consumenten over eerlijke en betrouwbare informatie moeten
kunnen beschikken over de wijze waarop en onder welke omstandigheden dieren worden
ingezet voor de productie van vlees? Zo ja, op welke wijze garandeert u dat informatie die
met subsidies wordt ondersteund voldoende betrouwbaar is, eerlijk is en een
weerspiegeling van de werkelijkheid betreft?
7.
Bent u bereid een toetsingskader te ontwikkelen om subsidieaanvragen vanuit de sector en
de keten te beoordelen op authenticiteit van de bedoelingen wat betreft het informeren
van consumenten? Zo ja, hoe gaat u dit toetsingskader vormgeven en wanneer verwacht u
het kader te implementeren? Zo neen, op welke wijze wilt u voorkomen dat met uw
subsidies consumenten vals worden voorgelicht over de productiewijze van vlees?
8.
Bent u bereid meer in te zetten op eerlijke en authentieke overheidsinformatie over de
productiewijze van dierlijke producten, waarbij ook aandacht is voor de minder leuke
kanten zoals ingrepen bij varkens en kippen, de hokruimte en de welzijnsproblemen? Zo ja,
op welke wijze wilt u dat vormgeven? Zo neen, waarom niet?
9.
Vindt u het van belang de consument ook kennis te laten maken met de negatieve
aspecten van het kopen van vlees? Zo neen, hoe denkt u dan de vaak genoemde kloof
tussen burger en consument te dichten waar het gaat om maatschappelijke keuzes?
Ik vind het vanzelfsprekend dat informatie aan consumenten eerlijk en betrouwbaar moet
zijn. Ik acht het derhalve niet nodig op dat punt een algemeen toetsingskader te
ontwikkelen.
De voorwaarden waaronder een subsidie wordt verstrekt, zijn opgenomen in een
individuele subsidiebeschikking.
Ik neem een aantal initiatieven om burgers en consumenten meer informatie te verstrekken
over de wijze waarop dierlijke producten worden geproduceerd.
Het Voedingscentrum lanceert binnenkort een grote campagne rond het thema dierenwelzijn.
Deze campagne wordt door mijn departement gefinancierd. De boodschappen in
deze campagne zijn gebaseerd op onafhankelijke, wetenschappelijk onderbouwde kennis.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
11 mei 2007 DL 2007/1150 4
Het doel hiervan is om het thema dierenwelzijn bewuster door consumenten mee te laten
wegen in hun voedselkeuze voor dierlijke producten. Voor zover dit bijdraagt aan het
bereiken van dit doel zal er ook aandacht zijn voor de actuele welzijnsknelpunten in de
veehouderij.
Verder is mijn departement recent een project gestart met als doelstelling meer objectieve
informatie te geven over alle gangbare huisvestingssystemen in de verschillende veehouderijsectoren.
De wijze waarop deze informatie verstrekt zal gaan worden wordt op
dit moment uitgewerkt. Eén van de mogelijkheden waaraan gedacht wordt is om de
huisvestingssystemen als zodanig zichtbaar te maken op de website van LNV en inzichtelijk
te maken waarom aan hetzelfde product (vlees of eieren) een verschillend prijskaartje
hangt. Ik streef ernaar om deze informatie begin 2008 op de LNV-website te zetten.
Tenslotte worden ook in EU-verband initiatieven ontplooid over het etiketteren van
dierenwelzijn. Het Duitse voorzitterschap hield op 28 maart jl. een conferentie met als
onderwerp: "Improving animal welfare by labelling". Het recente advies van het
Economisch en Sociaal Comité over etikettering en dierenwelzijn vormde een belangrijke
bouwsteen voor deze conferentie. Het algemene beeld was dat etikettering de consument
kan stimuleren om producten te kopen die onder dierwelzijnsvriendelijke omstandigheden
zijn geproduceerd. Een concreet vervolg op EU-niveau is denkbaar. Het is niet
geheel duidelijk op welke wijze de Commissie dit denkt te doen. Wel moet er nog verder
onderzoek en discussie plaatsvinden. Goede objectieve normen voor dierenwelzijn
moeten eraan ten grondslag liggen. Maar ook de inpasbaarheid in de WTO-regels is een
belangrijk aandachtspunt. Nederland blijft vanuit een positieve insteek betrokken bij
dergelijke initiatieven op EU-niveau.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg