Partij van de Arbeid

Speech Wouter Bos t.g.v. Europa Dag

Partij van de Arbeid, 12 mei 2007

Gesproken woord geldt

Wouter Bos

Minister van Financiën

Vice Premier

.......Don't mention the constitution!.......

Beste mensen,

Wie vandaag een verhaal wil houden over Europa kan niet om hèt grote Europese verhaal van de laatste dagen heen: het songfestival. Edsilia Rombley. On top of the world maar on the bottom of the charts. Een groot drama maar het is Europa in het klein. Want Nederland voelt zich ondergesneeuwd, de nieuwe toetreders hebben het voor het zeggen, de spelregels kloppen niet, ons cultuurgoed gaat naar de knoppen en, to top it all, de Turken halen de finale wel en wij niet....!

Nu houdt misschien niet iedereen hier van Edsilia Rombley en misschien nog wel van haar maar dan niet van haar muziek. Ook zij werden de laatste dagen bediend over Europa, maar op een heel andere manier. Op de dag dat Edsilia werd uitgeschakeld stond ook Spinvis, die heel andere Nederlandse artiest, in de schijnwerpers. Spinvis had opgetreden in De Nacht van Europa en wilde wel vertellen waarom. De man die er zo langzamerhand gek van moet worden dat hij overal wordt neergezet als de nerd die zich in Nieuwegein opsluit op zijn zolderkamertje, bleek een zeldzaam open blik op de wereld te hebben. Hij liet optekenen:

"Toch zit er nog wel degelijk muziek in Europa. Ik heb zelf destijds ook voor de Europese Grondwet gestemd en ik ben nog steeds bereid mijn welvaart met de rest van Europa te delen. Een kenmerk van beschaving, vind ik, om ook goedwillend tegenover vreemdelingen te staan. Met de verdere uitbreiding van Europa heb ik dan ook geen enkel probleem. Turkije mag vandaag nog tot de Europese Unie toetreden. Je moet de deuren niet dichthouden maar de ander bij je in huis laten. Op die manier voorkom je dat mensen kunnen zeggen 'die kwade boze overbuurman heeft het weer gedaan'. We moeten gewoon niet zo bang zijn, maar onszelf laten zien.'

En dan een derde beeld over Europa. Dezelfde krant van afgelopen donderdag, één kolom verwijderd van het interview met Spinvis. Onder het kopje 'Nobelprijswinnaar kritiseert jarige EU' lezen we "Nobelprijswinnaars hebben gisteren kritiek geuit op de Europese Unie tijdens een viering van haar vijftigjarig bestaan. "Wat ik hier in het Europees Parlement zie, kan men toch een grap noemen: 23 talen, dat is te gek, dat is te duur", zei de Nederlander Martinus Veltman in het Europarlement, omgeven door tientallen tolken. Het Parlement had elf Europese winnaars van de prestigieuze Nobelprijs uitgenodigd, als eerbetoon aan de Europese bijdrage aan de wereld." En dit was kennelijk het verslag van dat eerbetoon.....

Drie beelden van Europa, op één dag, in het jaar dat we vieren dat de Europese Unie vijftig is geworden. Beelden waarin we de twijfel van Nederland over haar plaats in Europa en Europa's plaats in de wereld gevangen zien. Waar we ook de uitdaging voor de sociaal democratie in terug zien.

Laat ik om daar wat meer over te zeggen nog eens terug grijpen op een ander beeld. En iets verder terug gaan dan de krant van afgelopen donderdag.

Dit jaar is het namelijk tien jaar geleden dat Maarten van Traa is verongelukt. Tot op de dag van vandaag klinken de echo's van zijn wijsheid en menselijkheid in onze partij nog door. Al vroeg had hij in de gaten dat er een tendens was in de Nederlandse politiek en de Nederlandse samenleving om zich terug te trekken achter de Waterlinie. Hij zag hierin een bedreiging voor het Europese project, maar meer fundamenteel nog, voor de grondslagen van de sociaaldemocratie. Veiligheid achter de Waterlinie was vóór 1940 net zo'n grote illusie als ná 2001. De luchtspiegeling waar Maarten voor waarschuwde is wel het laatste wat de politiek moet doen om de onrust onder de burgers te bezweren - dat zouden we onderhand toch moeten weten.

En daar ligt precies de grote uitdaging voor ons sociaal-democraten. Sommige hebben die uitdaging geproblematiseerd door te spreken van een spagaat. Ze willen daarmee zeggen dat de Europese politiek een potentiële splijtzwam is in onze partij. Omdat met name lager opgeleiden en hoger opgeleiden er zo anders over denken. De lager opgeleiden met hun zorgen over hun baan, hun sociale zekerheid, het Holland dat ze kennen waar ze vertrouwd mee zijn en dat ze zo graag vast willen houden enerzijds. En de hoger opgeleiden met hun kosmopolitische instelling, hun aanpassingsvermogen en hun hang naar moderniteit, avontuur en verandering anderzijds. Een kleine stap verder en je praat over Euro-sceptici versus Euro-lovers. En dat in één partij. Zie hier het spagaat.

Beste mensen, hoezeer ik de redenering ook begrijp, ik moet niets hebben van dat spagaat-denken. De Partij van de Arbeid is opgericht om dit soort spagaten te overwinnen. We bestaan bij de gratie van het idee dat we steeds weer in staat zijn geweest overkoepelende politieke ideeën te ontwikkelen waarmee we potentiële belangentegenstellingen tussen groepen mensen kunnen overwinnen, over grenzen heen, waarmee we lotsverbondenhed onderkennen en solidariteit kunnen organiseren. Beter dan wie dan ook. En dat moeten we ook hier, en nu, laten zien. Met ons denken over Europa. In het kabinet, en in de partij.

Voor mij staan daarbij de komende tijd de volgende drie punten voorop.

Eén: laten we het niet te lang over de spelregels hebben maar zo snel mogelijk weer over het spel. Wat bedoel ik daarmee?

Kijk, het is een illusie te denken dat we de sceptici voor Europa kunnen terugwinnen met een nieuw verdrag. Maar we kunnen ze er wel mee verliezen. De discussie over nieuwe spelregels is onvermijdelijk, maar doordat daarbij met name de tegengestelde nationale belangen worden benadrukt, zal dat niet leiden tot een discussie over wat Europeanen over de landsgrenzen heen bindt. De discussie over nieuwe spelregels is per definitie ingewikkeld en weinig inspirerend. En het turen naar de spelregels verhindert een ontspannen blik op het spel. Het is toch een beetje als zou je op tv naar een voetbalwedstrijd zitten kijken waarbij de camera negentig minuten lang alleen op de scheidsrechter wordt gericht. De meeste mensen - de gebruikelijke juristen daargelaten - zouden al gauw naar een andere zender overschakelen. En zouden zich vreselijk gaan ergeren aan die zender die de doelpunten niet laat zien.

Het gaat er dus om de discussie over nieuwe spelregels zo snel mogelijk goed af te ronden om het zicht op het 'spel' weer mogelijk te maken. Waarmee natuurlijk niet gezegd is dat die spelregels niet belangrijk zouden zijn, een voetbalwedstrijd zonder spelregels en zonder scheidsrechter zou ook snel ontaarden in chaos, waar toeschouwers van wegrennen. Europa heeft nu 27 lidstaten en staat voor nieuwe uitdagingen. De bestaande verdragen zijn daarvoor ontoereikend, dus er moet worden gesproken over een nieuw verdrag. Maar doe dat dan ook volgens patronen die vertrouwd zijn. Wijzig de bestaande verdragen daar waar zij tekortschieten om het grotere Europa goed te laten functioneren, ook op nieuwe beleidsterreinen. Maar doe niet net alsof wij toe zijn aan een nieuwe fase van Europese staatsvorming door het gebruik van misplaatste hyperbolen zoals een Grondwet. Verander wat moet worden veranderd en laat de rest gewoon met rust. Dan kunnen we het daarna eindelijk weer hebben over wat Europa voor gewone mensen kan en moet betekenen.

Toen ik dit laatst in Berlijn aan Poul Rasmussen en andere Europese partijgenoten uit wilde leggen, gebruikte ik het beeld van de beroemde komiek John Cleese en zijn hilarische comedy Fawlty Towers. Zoals de fans weten komt in die serie een hulpje van hotelhouder Cleese voor, Basil, die de instructie krijgt om als er Duitse gasten langs komen, koste wat kost één woord te vermijden: "don't mention the war!". Zo voelen Frans Timmermans en ik ons ook een beetje als we weer de zendeling spelen in Europa voor ons Europa-standpunt maar dan in onze hoogsteigen variant: vrienden als jullie ons mee willen krijgen in een volgende verdragswijziging, bedenk dan "don't mention the constitution!"

Mijn tweede punt is dit: schrijf de critici van Europa niet te snel af. Mensen hebben in toenemende mate het gevoel de controle over hun leven te verliezen. Om grip te krijgen zoeken veel Nederlanders bescherming binnen grenzen waarachter zij zich kunnen terugtrekken. Met enig gevoel voor overdrijving kun je zeggen dat Nederlanders een Nederlandser Nederland zoeken. In zowel de uitslag bij het referendum over het Europese Constitutionele Verdrag is dat terug te zien.

De globalisering en de snelle veranderingen binnen onze samenleving als gevolg van immigratie hebben hier zeker aan bijgedragen. Veranderingen hebben zich zo snel voltrokken, dat de bevolking de hakken in het zand heeft gezet. Een deel van Nederland keert zich mentaal steeds meer naar binnen, een situatie die uiteindelijk uitmondt in totale verlamming, omdat navelstaren nu eenmaal ertoe leidt dat je op den duur nergens meer voor open staat. Die situatie moet worden doorbroken.

Dat begint met een eerlijk politiek discours waarin de sociaal democratie zich ook kan onderscheiden van de concurrerende grote politieke stromingen. Onze boodschap is immers niet zoals bij vele liberalen en conservatieven dat de economie een natuurverschijnsel is, dat de wereld verandert, dat je er niets aan kunt doen, dat mensen mee moeten en geen keuze hebben. Maar onze boodschap is ook niet die van oud links waarbij de veranderingen in en buiten onze landsgrenzen ontkend worden en mensen zoet en dom worden gehouden met het idee dat niets veranderd hoeft te worden.

Bas Heijne zei op de Nacht van Europa dat Europa een nieuw verhaal nodig heeft omdat het oude over oorlog en vrede op zijn gat ligt. Dat is een wel heel Nederlands standpunt. Veel burgers uit Oost Europese lidstaten met hun nog zo recente niet-democratische verleden, zullen dat heel anders zien.

Maar het neemt niet weg dat ook ik denk dat het verhaal over oorlog en vrede op zijn minst aanvulling behoeft. Misschien is het gelegen in een verhaal over globalisering. Een invalshoek die Europees Commissaris Peter Mandelson twee jaar geleden in zijn Den Uyl-lezing ook al koos. Een verhaal ook waarmee we precies zoals ik hiervoor al zei, ons kunnen onderscheiden van de andere grote politieke stromingen.

Globalisering is geen natuurverschijnsel waaraan niets veranderd kan worden. Maar evenzeer geldt dat politieke keuzen de globalisering niet kunnen keren - áls we dat al zouden willen. Wel kan de politiek sturing geven aan processen die onderdeel uitmaken van de globalisering. Fabrieken openhouden die structureel onrendabel zijn, is geen optie. Baanzekerheid kan minder dan vroeger geboden worden, maar werkzekerheid en scholing veel meer.

Om mensen te helpen hun lot in eigen handen te nemen moet de politiek deze en andere zorgen van mensen duidelijker als uitgangspunt nemen. Lach ze niet weg en schrijf ze niet af. Veel mensen zijn bezorgd of zelfs bang over Europa omdat ze ook de Europese eenwording zien als een manifestatie van die globalisering. Grenzen die wegvallen, identiteiten die verwateren, bedrijven die minder honkvast blijken. Ga dat niet ontkennen, geef toe dat dat ook bij Europa hoort, erken dat mensen reden hebben om daarover bezorgd te zijn. Zet die mensen niet neer als Euro sceptici maar probeer ze er van te overtuigen dat juist Europa houvast kan bieden in een globaliserende wereld. Nederland is slechts een kiezeltje maar Europa is een steen in de snelstromende rivier die globalisering heet. En sinds Bram Vermeulen weten we dat je met een steen in de rivier, die rivier van richting kunt doen veranderen. In ons eentje vormen we geen tegenmacht. Niet tegen terroristen, niet tegen het grensoverschrijdende grootkapitaal, niet tegen onze bondgenoot aan de overkant van de grote plas. Maar samen met andere Europese lidstaten wel. Ja, Europa maakt mensen onzeker. Maar Europa kan ook houvast bieden. Op veel zorgen over Europa is Europa zelf het beste antwoord.

Dat brengt mij ook bij mijn derde punt: Europa moet resultaten boeken. Dat lukt alleen maar als Europa draagvlak behoudt bij haar eigen burgers. Als we ons bijvoorbeeld realiseren dat Europa geen oneindige absorptiecapaciteit heeft van nieuwe lidstaten. Als uitbreiding van Europa gepaard gaat met versimpeling van besluitvorming en een frequenter gebruik van meerderheidsbesluitvorming. Als meerdere snelheden toegestaan worden omdat we simpelweg vastlopen als we op alle onderwerpen het met alle lidstaten in een voor ons allemaal identiek tempo gaan proberen eens te worden. En ook als de begroting van Europa toegesneden wordt op het nieuwe Europa en niet op het oude.

Als ik dat zeg, doe ik dat ook met een saluut aan een groot Europeaan, Tony Blair. We had our differences, zoals de Engelsen zelf dat zo mooi kunnen zeggen, met name op het gebied van buitenlands beleid. Maar Blair was en is een believer in Europa, veel meer dan hij in zijn partij en land kon laten blijken. Toen hij tijdens het Engels voorzitterschap het Europees Parlement toe sprak, liet hij het wel blijken. En maakte hij terecht het punt dat de huidige Europese begroting heel gebrekkig aansluit bij de behoeften van een modern Europa. Binnenkort gaan wij ook weer met de Europese ministers van Financiën naar die Europee begroting kijken en hoop ik de lijn van Blair weer op te kunnen pakken.

Nog steeds gaat een groot deel van de EU-begroting naar het Gemeenschappelijke Landbouwbeleid. Dit beleid is in de loop der jaren ingrijpend hervormd en al deze hervormingen waren nuttig en noodzakelijk. Maar we zijn nog niet klaar! De norm is momenteel niet langer subsidies op basis van productie maar directe subsidies, wat in feite neerkomt op inkomensubsidies voor boeren die vroeger EU-steun ontvangen; hiermee is jaarlijks ongeveer ¤ 50 miljard gemoeid, ofwel 40% van de Europese middelen.De discussie over de toekomst van het gemeenschappelijk landbouwbeleid bevindt zich nog in een verkennende fase. Naar mijn mening zou het landbouwbeleid meer dan voorheen moeten worden gericht op maatschappelijke waarden als milieu en landschapsbeheer en minder op ongeclausuleerde inkomenssteun. Dit is ook opgenomen in het coalitieakkoord. Ten tweede vind ik het niet zo'n gekke gedachte dat lidstaten op zijn minst een deel van dit nieuwe beleid betalen: de baten slaan tenslotte vooral in de landen en regio's neer. Ten derde moet de landbouwhervorming - mede door de nationale medefinanciering - middelen vrijmaken voor nieuw beleid. Een andere grote post op de EU-begroting is het structuurbeleid. De hoofddoelstelling van dit beleid - het verkleinen van welvaartsverschillen in de Unie - is relevanter dan ooit, nu recent twaalf nieuwe lidstaten zijn toegetreden die stuk voor stuk aanzienlijk minder welvarend zijn dan het EU-gemiddelde. Het is dan ook buitengewoon teleurstellend dat in de huidige periode ongeveer de helft van de middelen naar de relatief rijke landen in West-Europa (de oude 'EU-15') gaat. Dat kun je geen solidariteit noemen. We moeten ons daarom inzetten voor een nieuw structuurbeleid dat middelen concentreert waar ze nodig zijn: de armste lidstaten van de Unie. De middelen die nu naar rijke landen gaan, kunnen we beter inzetten voor nuttiger beleid. Bij mijn meest recente vergadering met mijn Europese collega's kregen wij trouwens een eerste zicht op de ontwerp-begroting voor het volgende jaar en voor het eerst was het begrotingshoofdstuk waaronder landbouw en de structuurfondsen vallen, niet langer het grootste. Er zit dus beweging in. Met een hervormde begroting die flexibel is, niet vasthoudt aan oude verworvenheden en nieuwe prioriteiten stelt kan Europa de toekomstige uitdagingen het hoofd bieden. Een dergelijke begroting stelt Europa in staat te presteren. Als de begroting bovendien beter aansluit bij de problemen van burgers in Europa zal het vertrouwen in Europa worden terug gewonnen.

Beste mensen, ik sluit af. Of Nederland ooit nog het Europees songfestival wint, weet ik niet. En of we de wel winnende liedjes uit Letland en Slowakije ooit mooi zullen vinden weet ik ook niet. En ook of Marinus Veltman ooit gaat mee maken dat het Europees Parlement doelmatiger gaat werken, weet ik niet. Maar laat dat ons er niet van weerhouden om de komende jaren van Europa een succes te maken. Door de Grondwet te laten voor wat ie is maar noodzakelijke verdragswijzigingen voor een bestuurbaar Europa dat ruimte laat voor herkenbare nationale identiteiten, uit te onderhandelen. Door de zorgen van mensen serieus te nemen en te laten zien dat Europa ons kan helpen om houvast te krijgen in een onzekere wereld. Door niet over de hoofden van de mensen heen door te denderen met alleen maar meer meer en meer Europa maar ook te laten zien waar we met minder Europa toe kunnen. En boven alles door Europa resultaten te laten boeken met plannen, ambities en begrotingen die aansluiten bij het Europa van de 21e eeuw.

Dat Europa blijft een Europa waar de sociaal democratie zich mee verbonden voelt. Dat Europa ga ik voor aan het werk. Naar ik hoop met steun van u allen. Dank u wel.