Landelijk Expertisecentrum Verpleging & Verzorging

14-05-2007

Waarschuwing voor verpleegkundige alarmcentrale

Een jongetje van 14 maanden wordt na BMR en MenC vaccinaties ziek. De huisarts adviseert paracetamol te geven en de huisartsenpost te bellen als de toestand verergert. Nadat de huisarts de moeder 's avonds opnieuw gerustgesteld heeft belt zij 's nachts tweemaal de dokterspost omdat de koorts oploopt en haar kind vlekjes op zijn lichaam heeft. De assistente probeert haar de eerste keer gerust te stellen en zegt tijdens het tweede gesprek dat de moeder om 7.15 uur langs kan komen. Vervolgens belt de moeder de alarmcentrale. Ze vertelt de verpleegkundige dat ze met de huisarts en huisartsenpost contact heeft gehad en dat haar zoontje knalrode vlekjes heeft. De verpleegkundige probeert de moeder geruist te stellen en adviseert haar de dokterspost te vragen of ze eerder kan komen. Uiteindelijk zijn moeder en kind door de huisarts van de dokterspost naar het ziekenhuis gebracht. Het jongetje is daar tien dagen later aan een meningeale sepsis overleden.

De moeder dient bij het Regionaal Tuchtcollege Den Haag een klacht in tegen de verpleegkundige van de alarmcentrale. De verpleegkundige heeft de telefonische melding onvoldoende zorgvuldig en deskundig afgehandeld en verzuimd een ambulance te sturen. Het RTC verklaart de klacht ongegrond. In hoger beroep verklaart het Centraal Tuchtcollege de klacht alsnog gegrond. De verpleegkundige heeft de moeder onvoldoende uitgevraagd. Ze heeft zich onvoldoende vergewist van de werkelijke aanleiding, toedracht en urgentie van de hulpvraag en ten onrechte de regie overgelaten aan de moeder. De verpleegkundige krijgt een waarschuwing.
Naar de geredigeerde uitspraak
« Terug naar tuchtrecht
Klik hier