Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport


over het voorkomen van bijwerkingen bij het gebruik van geneesmiddelen

Antwoorden op kamervragen van Agema over het voorkomen van bijwerkingen bij het gebruik van geneesmiddelen

Kamerstuk, 14 mei 2007

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

14 mei 2007

GMT-K-U-2764350

Antwoorden van minister Klink op vragen van het Kamerlid Agema (PVV) over het voorkomen van bijwerkingen bij het gebruik van geneesmiddelen (2060712520).

Vraag 1
Bent u bekend met het bericht dat ongeveer de helft van alle bijwerkingen bij het gebruik van geneesmiddelen te voorkomen is, en dat 5,6% van alle acute ziekenhuisopnamen het gevolg is van bijwerkingen van geneesmiddelen?

Antwoord 1
Ik heb kennisgenomen van het desbetreffende artikel in Medisch Contact.
(13 april 2007)

Vraag 2
Onderschrijft u dat de informatie-uitwisseling tussen zorgverleners, huisarts en apothekers, te wensen overlaat? Zo ja, hoe gaat u deze informatie-uitwisseling, ook in de periode tot de invoering van het Electronisch Medicatiedossier (EMD) waarin dan een individuele electronische pharmacovigilantie is opgenomen, verbeteren?

Vraag 3
Bent u bekend met het feit dat wanneer het gebruik van een geneesmiddel vanwege een bijwerking wordt gestaakt, in meer dan een kwart van de gevallen binnen zes maanden opnieuw hetzelfde medicijn wordt voorgeschreven? Zo ja, wat gaat u eraan doen, ook in de periode tot de invoering van het EMD met individuele electronische pharmacovigilantie (IEP), om dit te voorkomen?

Antwoord 2 en 3
Informatie-uitwisseling tussen zorgverleners onderling en richting patiënt is van wezenlijk belang voor een veilig en doelmatig zorgproces. Er zijn inmiddels vele verbetertrajecten op het terrein van medicatieveiligheid in gang gezet, waarbij met name wordt ingezet op een betere informatie-uitwisseling, en samenwerking tussen de betrokken zorgverleners onderling. Ingeval van ontslag uit het ziekenhuis, is het zinnig ook de openbare apotheker te informeren over de ingezette medicatie bij de patiënt en de eventuele geconstateerde bijwerkingen. De zgn. Apotheek Service Punten (de ASP's) kunnen hier een goede rol vervullen. Met betrekking tot het herhaald voorschrijven van medicatie die eerder vanwege bijwerkingen werd gestaakt, merk ik op dat niet in alle gevallen kan worden voorzien in een alternatief (genees)middel. Daarnaast is ook de rol van de patiënt hier van belang. Daarop ga ik in mijn beantwoording van vraag 4 nader in.

Tenslotte. Zoals ik al heb aangekondigd zal ik de Tweede Kamer in de zomer een plan van aanpak ter verbetering van de medicatieveiligheid aanbieden, in reactie op de breed gedragen motie Voordewind. Dit onderdeel zal ik daarbij uiteraard meenemen. Bij de aanpak is het van belang dat de reeds in gang gezette trajecten niet verstoord of voor de voeten gelopen worden door nieuwe initiatieven en/of projecten met een net weer iets andere invalshoek. Ik zal daarom kiezen voor een beperkt aantal gerichte interventies.

Vraag 4
Deelt u de mening dat het van belang is bijwerkingen te voorkomen, omdat patiënten in de helft van alle gevallen onnodig met ongemakken te maken zullen krijgen en de zorgverlening onnodig belast wordt met de zorg voor deze patiënten?

Antwoord 4
Ik vind het allereerst van groot belang dat de patiënt goed geïnformeerd wordt door de voorschrijvend arts over de mogelijke behandelopties. Bij de keuze om de kwaal te bestrijden met een geneesmiddel hoort aan bod te komen op welke wijze het voorgeschreven geneesmiddel gebruikt moet worden wil het geneesmiddel het optimale effect sorteren. Daarbij hoort ook plaats te zijn voor het bespreken van de meest voorkomende- te verwachten- bijwerkingen. Aanstaande zomer start ik een massamediale campagne rondom het thema therapietrouw, waarbij patiënt en zorgverlener worden geattendeerd op het belang van het juiste gebruik van geneesmiddelen. Met betrekking tot het voorkomen van bijwerkingen merk ik op dat helaas niet altijd valt te ontkomen aan bijwerkingen, omdat er niet altijd alternatieve behandelmethoden voorhanden zijn. Bijwerkingen worden meegenomen bij de beoordeling door de geneesmiddelenautoriteit (in Nederland het College ter beoordeling geneesmiddelen) om een geneesmiddel al dan niet tot het handelsverkeer toe te laten (te registreren). Bij beoordeling wordt een afweging gemaakt tussen de werkzaamheid van het product en de schadelijke effecten (bijwerkingen). Met betrekking tot de registratie van bijwerkingen beschikt Nederland over een goed werkend volgsysteem via de stichting Lareb (Nederlandse bijwerkingencentrum).