Gemeente Rotterdam

Hier vindt U de tekst van de toespraak die burgemeester Opstelten uitsprak voorafgaand aan de onthulling van 'De verwoeste Stad' op Plein 1940 op maandag 14 mei 2007.

Dames en heren.

Vandaag herdenken we de verwoesting van de Rotterdamse binnenstad op 14 mei 1940. Die verschrikkelijke dag. Die dag die voor zoveel Rotterdammers zoveel betekent.

Vooral bij de oudere Rotterdammers die de stad van voor de oorlog nog hebben gekend. Of die het bombardement hebben meegemaakt. Sommigen van u waren erbij en hebben die verwoesting meegemaakt. Die vuurzee en de geluiden van het luchtalarm. Het dreunen van de inslaande bommen. Misschien trilt de grond nog onder uw voeten en ruikt u nog de geur van het brandend puin. Sommige indrukken kunnen ons een leven lang achtervolgen.

Geen dag is zo bepalend geweest voor de ontwikkeling van de stad. Daarom staan we hier vandaag. In het brandpunt staat vandaag het beeld van De Verwoeste Stad. Het beeld van Ossip Zadkine.

Het is aan kunstenaars, aan grote kunstenaars, gegeven, om de gevoelens van mensen uit te drukken in materiaal: in klei, steen of brons. Dit beeld doet dat.

Geen ander beeld weet zo precies het leed van de verwoesting uit te drukken.
Het is een schreeuw van wanhoop, een uitdrukking van pijn.

Het geeft in al zijn zeggingskracht de gevoelens weer van de Rotterdammers na het bombardement. Er is geen ander beeld dat zoveel te zeggen heeft.
En geen ander beeld ook waarover zoveel gezegd is.

Dit beeld staat niet alleen voor de verwoesting, maar is ook het symbool geworden van de wederopbouw. Dat komt omdat het zo duidelijk en ondubbelzinnig aangeeft voor welke taak Rotterdam stond. Namelijk, de stad weer een hart geven.

En dat is gebeurd. Met grote opoffering en met een geweldig doorzettingsvermogen is de binnenstad weer opgebouwd. Betrokken ondernemers, visionaire ontwerpers en stedenbouwkundige en daadkrachtige bestuurders legden de basis voor een nieuw Rotterdam.

Dat verrees rondom dit beeld, dat hier in 1953 werd geplaatst. Een nieuw Rotterdam met een innovatief winkelcentrum en oprijzende kantoorgebouwen en woontorens

Het is waar: in een sky-line kun je niet wonen. Maar wij zijn trots op de skyline. Misschien wel juist omdat we een binnenstad hebben gehad die slechts op enkele plaatsen boven het maaiveld uitkwam.

We zijn trots op al die Rotterdammers die op die zandvlakte van vroeger een welvarend stadshart hebben gebouwd. Die op het puin, of de puin, zoals de oudere Rotterdammers zeggen, een internationale stad hebben opgericht. En nog steeds verrijzen er woongebouwen en kantoren in het centrum van de stad. We zijn nog steeds niet uitgedacht, uitgepland en uitgebouwd. Dit is een stad met ruimte. Ruimte voor verbering, ruimte voor toekomst.

Het beeld van "De Verwoeste Stad" raakt steeds meer ingeklemd tussen de omringende nieuwbouw. Dat is ook de tragiek van het idee van Zadkine.

We kunnen het zien als een voortgezette symboliek van het beeld. Je kunt zeggen dat het gat in het beeld steeds meer gesloten wordt. Het beeld toont ons steeds minder lucht, steeds minder die leegte van toen. Je ziet steeds meer oprijzende bebouwing. Rotterdam krijgt zijn kloppend hart weer terug.

Dit is een prachtige plek in de stad. Dit nieuwe plein is het beeld waardig. Hier komen alle elementen van Rotterdam samen: de hoogbouw, de haven, het vertier, het plezier.
Dit is de juiste plaats voor dit beeld van Ossip Zadkine,

Die symboliek van verwoesting en herbouw maakt dat dit beeld van Ossip Zadkine de geschiedenis van onze stad zo precies uitdrukt. De geschiedenis van verwoesting en wederopbouw. Die symboliek is van meet af aan herkend door de Rotterdammers. En niet alleen van degenen die de oorlog hebben meegemaakt. Ook de nieuwe generaties hebben het beeld in hun hart gesloten. Het maakt deel uit van hun identiteit.

Maar de zeggingskracht gaat verder. Zoals het verhaal van Rotterdam rond gaat. Zoals het verhaal van Rotterdam hoop en inspiratie geeft voor alle mensen van ver en dichtbij.

Dit beeld geeft aan dat de wil tot leven elke verwoesting kan overwinnen.

Bron: Bestuursdienst, 14-05-2007