Ministerie van Buitenlandse Zaken

toetreding EG tot de Werelddouaneorganisatie

Voorstel voor een Besluit van de Raad betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschappen tot de Werelddouaneorganisatie en de uitoefening van de rechten en plichten die aan het voorlopig lidmaatschap zijn verbonden.Datum Raadsdocument: 14 mei 2007 Nr Raadsdocument: 2007/0087 (ACC)
Nr. Commissiedocument: COM (2007) 252
Eerstverantwoordelijk ministerie: FIN i.o.m. BZ, EZ, LNV en VenWBehandelingstraject in Brussel: Groep Douane-unie (tijdpad nog niet bekend)

* Achtergrond, korte inhoud en doelstelling van het voorstel
* Subsidiariteit en proportionaliteit

* Consequenties

* Nederlandse belangen en eerste algemene standpuntbepaling

Achtergrond, korte inhoud en doelstelling van het voorstel

Het voorstel beoogt de toetreding van de EG tot de Werelddouaneorganisatie (WDO) mogelijk te maken. De organisatie is opgericht bij het Verdrag tot oprichting van de Internationale Douaneraad (Brussel, 15 december 1950) . Na de oprichting van de Wereldhandelsorganisatie wordt de organisatie WDO genoemd om te illustreren dat de douane een belangrijke rol speelt bij de implementatie van de WTO regels. De WDO beoogt wereldwijde harmonisatie en vereenvoudiging van douaneprocedures en houdt zich met alle aspecten van het douanewerk bezig (inclusief rechtshandhaving en personele en organisatorische aspecten). Het huidige verdrag voorziet alleen in toetreding door landen. Voor een volwaardig lidmaatschap van de Europese Gemeenschap is een wijziging van het oprichtingsverdrag nodig die door de 171 WDO lidstaten moet worden goedgekeurd. In het besluit wordt voorgesteld in een overgangsfase een voorlopig lidmaatschap te accepteren waarvoor de voorwaarden door de WDO zullen worden geformuleerd. Deze voorwaarden staan pas definitief vast na de vergadering van het hoogste orgaan van de WDO (de Council) die van 28 tot en met 30 juni wordt gehouden.

Rechtsbasis van het voorstel: Artikel 133 in samenhang met artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en tweede alinea, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement: Gekwalificeerde meerderheid. Geen rol van het EP.

Instelling nieuw Comitologie-comité: Niet van toepassing

Subsidiariteit en proportionaliteit

Het voorstel heeft betrekking op gebieden van Communautaire competentie. De WDO houdt zich ook bezig met terreinen die tot de competentie van de lidstaten behoren (derde pijler of puur nationaal). Nederland moet erop toezien dat het voorlopige lidmaatschap en de eventuele latere, volwaardige toetreding van de EG tot de WDO alleen ziet op de gebieden van Communautaire competentie en geen wijziging brengt in de huidige verdeling van bevoegdheden. Zo mag de Commissie geen exclusief woordvoerderschap claimen voor alle onderwerpen die in de WDO aan de orde komen.

Subsidiariteit: niet van toepassing aangezien het voorstel exclusieve Gemeenschapscompetentie betreft.
Proportionaliteit: Twijfelachtig. Een besluit van de Raad is op zich het juiste instrument om te komen tot het beoogde EG lidmaatschap van de WDO. Echter, de precieze voorwaarden die zullen gelden voor het pseudo-lidmaatschap zijn nog niet bekend. Zonder deze voorwaarden kan geen definitief eindoordeel worden gevormd, dit is pas mogelijk als alle condities bekend zijn. Daarnaast hecht Nederland er belang aan dat het woordvoerderschap van de Europese Commissie in de WDO duidelijk vastgesteld wordt.

Consequenties

Consequenties voor de EU-begroting:
EUR1 miljoen per jaar, oplopend tot EUR2 miljoen in 2012 aan jaarlijkse contributie plus twee extra formatieplaatsen om het besluit uit te voeren (voor een bedrag in 2008 van EUR 216.000). Deze financiering zal plaatsvinden binnen de reeds bestaande financiële kaders.

Financiële, personele en administratieve consequenties voor de rijksoverheid, decentrale overheden en/of bedrijfsleven en burger: Bij een vermindering van de bijdrage van de lidstaten evenredig met het bedrag van de bijdrage van de EG (ad EUR 1 miljoen) kan een besparing op de jaarlijks door Nederland verschuldigde contributie worden gerealiseerd. Dit is niet de strekking van het voorstel. Het voorstel heeft geen gevolgen voor decentrale overheden, het bedrijfsleven en de burger.

Vervolgtraject financiële afspraken: niet van toepassing

Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving/beleid, (informatie over het inschakelen van nationale agentschappen / zelfstandige bestuursorganen e.d., implementatie en uitvoering, notificatie en handhaving en/of sanctionering): Niet van toepassing

Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen) dan wel voorgestelde datum inwerking treding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid: Het pseudo-lidmaatschap zou bij een gunstige beslissing van de Council van de WDO, na aanvaarding van het onderhavige voorstel (voorzover betrekking hebbend op het pseudo-lidmaatschap) en na het voldoen aan de daarbij gestelde voorwaarden snel kunnen worden gerealiseerd. Het definitieve, volwaardige lidmaatschap behoeft instemming met wijziging van het verdrag tot oprichting van de Internationale Douaneraad door alle 171 WDO lidstaten; de afronding daarvan kan enkele jaren in beslag nemen.

Consequenties voor ontwikkelingslanden:
De grotere betrokkenheid van de EG bij de activiteiten van de WDO kan leiden tot een actievere financiële bijdrage aan het Columbus programma dat vooral de douanediensten in ontwikkelingslanden via gestructureerde capacity building in staat moet stellen om het SAFE Framework te implementeren. Het SAFE Framework houdt een nieuwe benadering van douanecontroles in waarbij het zwaartepunt komt te liggen op douanecontrole in het land van verzending die vervolgens erkend wordt door alle andere douaneadministraties die betrokken zijn bij de desbetreffende logistieke keten. Hierdoor kan de veiligheid en het soepele verloop van logistieke ketens worden verzekerd waar thans nog vaak controles worden herhaald in betrokken landen. Daarmee levert het SAFE Framework een bijdrage zowel aan veiligheid als aan handelsvereenvoudiging.

Nederlandse belangen en eerste algemene standpuntbepaling

Nederland verliest invloed in de WDO doordat de EG de rol van de lidstaten overneemt op het gebied van de exclusieve Communautaire competentie. Hierdoor zullen initiatieven die inspelen op de Nederlandse "gateway to Europe" ambities minder dan in het verleden aan de orde kunnen worden gesteld in de daartoe meest geëigende internationale organisatie. Dit kan op termijn een risico betekenen voor de mogelijkheden om de Nederlandse douanepraktijk en de wijze van samenwerking met andere inspectiediensten aan te passen aan veranderende economische behoeften. In het algemeen dreigt door de geringe affiniteit van de Europese Commissie met de douanepraktijk en door de begrijpelijke neiging om met 27 lidstaten "middle of the road" te opereren, een forse teruggang in Europese initiatieven binnen de WDO.
Het lidmaatschap van de EG is in beginsel echter een logisch gevolg van de douane-unie en de vergaand geharmoniseerde douanewetgeving. Het werkterrein van de WDO is echter breder dan wat tot de exclusieve Communautaire competentie behoort. De Gemeenschap dient zich te houden aan de grenzen van de competenties.
Het voorstel is echter prematuur omdat het hoogste orgaan van de WDO (de Council) nog niet heeft ingestemd met het verzoek van de EG en daarom de precieze voorwaarden die zullen gelden,voor het pseudo-lidmaatschap nog niet bekend zijn (eind juni WDP Council). Er kan geen blanco cheque worden uitgeschreven. Een definitief oordeel is pas mogelijk na het bekend worden van de voorwaarden. Hoewel geen onderdeel van het in 2001 verleende onderhandelingsmandaat, kan met een overgangsfase waarin een pseudo-lidmaatschap voor de EG geldt, worden ingestemd mits de bijdrage van de EG bij het uiteindelijke volwaardige lidmaatschap leidt tot een geringere bijdrage van de EU lidstaten. Het woordvoerderschap dient zodanig te worden geregeld dat de Europese Commissie slechts op de terreinen van exclusieve Communautaire competentie het woord voert namens de lidstaten. Er dient goed opgelet worden dat de Commissie niet ook ten aanzien van zaken die onder de bevoegdheid van de lidstaten vallen, het exclusieve woordvoerderschap claimt. Het definitieve, volwaardige lidmaatschap is nu nog niet aan de orde. Eerst zullen alle lidstaten van de WDO moeten instemmen met de wijziging van het Verdrag tot oprichting van de Internationale Douaneraad.

* Ministerie van Buitenlandse Zaken

* Bezuidenhoutseweg 67

* Postbus 20061

* 2500 EB Den Haag

* Tel.: 070-3 486 486

* Fax: 070-3 484 848

* Internet: www.minbuza.nl