Openbaar Ministerie

Taakstraffen voor vernielingen Mijdrecht

Utrecht, 15 mei 2007

Vandaag zijn er aan elf mannen die ervan verdacht worden in de nacht van 30 op 31 juli 2005 een spoor van vernielingen te hebben aangericht in het centrum van Mijdrecht werkstraffen aangeboden variërend van 40 tot 60 uur. Hierbij is rekening gehouden met de documentatie van de verdachten.

De vernielingen die deze nacht werden aangericht bestonden uit het ingooien van ruiten, het vernielen van een auto, het vernielen van een ingang van een winkelcentrum en van een slagboom. Aanvankelijk hield de politie 26 verdachten van dit uitgaansgeweld aan. Uit het onderzoek dat volgde konden zeventien personen, waarvan vier minderjarigen, verantwoordelijk worden gehouden voor de strafbare feiten. Niet is gebleken dat soortgelijke feiten die zich eerder in Mijdrecht hebben voorgedaan, ook aan deze verdachten kunnen worden toegeschreven.

Een van hen, de hoofdverdachte, moest zich op 20 januari 2006 verantwoorden voor de meervoudige kamer van de Utrechtse rechtbank. Hem werd openlijk geweld ten laste gelegd en hij werd twee weken later veroordeeld tot 168 dagen gevangenisstraf waarvan 60 voorwaardelijk, met als bijzondere voorwaarde dat hij zich moet houden aan de aanwijzingen van Centrum Maliebaan. Ook de vordering van de benadeelde partij is toen ten dele toegewezen. Deze verdachte is daarna is hoger beroep gegaan en deze zaak zal worden behandeld door het Hof in Arnhem.

De twaalf andere verdachten moesten vandaag voor de officier van justitie verschijnen die hiervoor een zogenoemde TOM-zitting hield in het gemeentehuis van Mijdrecht. TOM staat voor Taakstraf Openbaar Ministerie. Elf verdachten zijn verschenen en zij hebben allen de aangeboden taakstraf geaccepteerd.