Verstoringen in de stofwisseling na de maaltijd
slecht voor bloedvaten
Naast vetrijk eten verhoogt ook een koolhydraatrijke maaltijd direct
het lipidengehalte in het bloed. Verstoringen in vet- en
glucosestofwisseling na de maaltijd vergroten de kans op
aderverkalking. Het effect is zichtbaar bij vrouwen met diabetes, maar
ook bij gezonde vrouwen. Dat concludeert Marjan Alssema in het
onderzoek waarop zij 15 mei promoveert aan VUmc. Het onderzoek is
gefinancierd door het Diabetes Fonds.
Uit het onderzoek blijkt dat verstoringen in zowel glucose- als
vetstofwisseling na de maaltijd behoorlijk veel invloed hebben. Een
hogere bloedglucose na de maaltijd gaat zelfs bij gezonde personen
samen met meer aderverkalking. Die relatie is sterker dan die tussen
núchtere bloedglucose en aderverkalking. En verrassend genoeg maakt
het niet uit of de glucose wordt gemeten na een vetrijke maaltijd of
na een (vetarme) koolhydraatrijke maaltijd.
Alssema onderzocht in een vierjarige studie 160 vrouwen tussen de 50
en 65 jaar oud, met en zonder diabetes type 2. Alssema wilde weten wat
de effecten zijn van de vet- en glucosespiegels na een maaltijd op het
risico van hart- en vaatziekten. Voor de vraagstelling is bewust
gekozen voor meting na de maaltijd. Want in de westerse wereld zijn we
het grootste deel van de dag niet nuchter. De gebruikelijke nuchtere
metingen zeggen dus niet alles over hoe het lichaam reageert op een
maaltijd.
Speciale aandacht was er voor de vetstofwisseling na de maaltijd bij
vrouwen met diabetes type 2. Vrouwen met deze vorm van diabetes
krijgen vaak te maken met hart- en vaatziekten, nog vaker dan mannen.
Alssema denkt dat het verhoogde risico van vrouwen deels ligt aan de
samenstelling van vetrijke deeltjes in het bloed. Die samenstelling
wordt vooral na de maaltijd beïnvloed door het eiwit CETP, zo laat het
onderzoek zien. CETP zorgt voor het transport van cholesterol tussen
de verschillende vetrijke deeltjes in het bloed. Vrouwen blijken meer
CETP te hebben dan mannen.
Uit het onderzoek volgen in dit stadium nog geen concrete adviezen
voor de consument, behalve om niet te veel te eten en genoeg te
bewegen. Verder onderzoek is nodig.
Het onderzoek naar de effecten van maaltijden deed Alssema samen met
Roger Schindhelm, die binnenkort promoveert bij VUmc op de rol van de
lever en de stofwisseling na de maaltijd. Een ander deel van het door
Alssema beschreven onderzoek is gebaseerd op het bekende
diabetesbevolkingsonderzoek van VUmc de Hoornstudie, eveneens
gefinancierd door het Diabetes Fonds.
Vrije Universiteit Amsterdam