IP/07/668
Brussel, 15 mei 2007
Bundelen van krachten voor groei en werkgelegenheid: Commissie, lidstaten en
industrie poolen investeringen in strategische onderzoeksprogramma's
Vandaag is een nieuw tijdperk van financiering van onderzoek en ontwikkeling
aangebroken met de aanneming van voorstellen door de Europese Commissie om
de eerste Europawijde publiek-private O&O-partnerschappen ooit te lanceren.
De Commissie heeft twee Gezamenlijke technologie-initiatieven (JTI's), een
inzake ingebedde computersystemen en een inzake innovatieve geneesmiddelen,
gepresenteerd. Deze JTI's zullen middelen van de industrie, lidstaten en
Commissie poolen in gerichte onderzoeksprogramma's. JTI's stappen af van de
traditionele aanpak van publieke financiering van projecten per geval en
kiezen voor grootschalige onderzoeksprogramma's die toegespitst zijn op
gemeenschappelijke strategische onderzoekstargets. Deze nieuwe aanpak zal
kritische massa voor Europees onderzoek en innovatie creëren, de Europese
onderzoeksgemeenschap op strategische sleutelgebieden consolideren en de
projectfinanciering stroomlijnen om onderzoeksresultaten sneller in gebruik
te nemen. De vandaag aangenomen voorstellen creëren het juridische kader
voor de instelling van ARTEMIS, het JTI inzake ingebedde computersystemen,
en IMI, het Initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen.
"Europa heeft een nieuwe aanpak van onderzoek op bepaalde gebieden die
beloftevol zijn voor onze concurrentiepositie en welzijn nodig", aldus
Europees commissaris voor Wetenschap en Onderzoek, Janez Potocnik. "De
voorstellen van vandaag tonen aan dat de Europese Commissie zich ertoe
verbonden heeft anders te denken voor zover dit voor Europa nodig is".
"In november van vorig jaar beloofde ik in Helsinki een stoutmoedige
nieuwe onderneming om het Europese onderzoek op een hoger plan te
brengen", aldus Viviane Reding, Europees commissaris voor
Informatiemaatschappij en Media. "Vandaag ben ik trots dat wij deze
belofte zijn nagekomen: de Commissie stelt een nieuwe vorm van
publiek-privaat partnerschap voor om door de industrie gestelde
ambitieuze doelen inzake ingebedde computersystemen na te streven. Het
bereiken van deze doelstellingen zal zich gedurende de volgende tien
jaar vertalen in meer dan 100 miljard EUR en in verhoogd
concurrentievermogen voor onze strategische industrieën zoals de
automobielsector, communicatiesector, ruimtevaartsector en de
consumentenelektronica en industriële automatisering. Het poolen van
publieke en private onderzoeksinvesteringen is van cruciaal belang om
in de mondiale race voor groei en werkgelegenheid te blijven."
JTI's zijn gericht op kritieke gebieden waar de bestaande instrumenten
niet voor de schaal en snelheid kunnen zorgen die nodig zijn om Europa
in de voorhoede te houden van de mondiale concurrentie. Dit zijn
gebieden waar nationale, Europese en industriële financiering voor
onderzoek belangrijke toegevoegde waarde kan voorbrengen met name door
het creëren van prikkels voor verhoogde bestedingen voor privaat
onderzoek en ontwikkeling.
Het eerste JTI, ARTEMIS, heeft betrekking op de onzichtbare computers
(ingebedde systemen) waarop vandaag alle machines lopen gaande van
auto's, vliegtuigen en telefoons over energienetwerken en fabrieken
tot wasmachines en televisies. Voorspeld wordt dat er in 2010 meer dan
16 miljard ingebedde apparaten en in 2020 meer dan 40 miljard
apparaten wereldwijd zullen zijn. In 2010 zullen deze onzichtbare
chips 30-40% van de waarde van nieuwe producten vertegenwoordigen in
de consumentenelektronica (41%), telecommunicatie (37%), auto's (36%)
en gezondheidsapparatuur (33%). Het onderzoeksbudget van ARTEMIS zal
2,7 miljard EUR bedragen in zeven jaar. Ongeveer 60% van het budget
van dit door de industrie geleide initiatief zal naar verwachting
afkomstig zijn van de industrie, 410 miljoen EUR van de Commissie en
800 miljoen EUR van programma's van de lidstaten.
Het tweede JTI, het Initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen, zal
de ontwikkeling ondersteunen van nieuwe kennis, tools en methoden
zodat betere en veiligere geneesmiddelen sneller beschikbaar komen.
Het programma zal beschikken over 2 miljard EUR om in zeven jaar te
investeren. De communautaire bijdrage van 1 miljard EUR gaat volledig
naar kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's) en universiteiten
voor onderzoek dat door de farmasector kan worden gebruikt. Grote
bedrijven zullen eenzelfde bedrag op tafel leggen en deze KMO's en
universiteiten laten deelnemen. Het IMI zal zodoende bijdragen tot het
opvoeren van de private investeringen in O&O, het verbeteren van de
kennisoverdracht tussen universiteiten en de zakenwereld en het
betrekken van kleine bedrijven bij het Europese onderzoek.
Hoewel JTI's in substantiële mate met publieke middelen worden
gefinancierd, zijn deze nieuwe onderzoeksinitiatieven opgezet om zo
snel, flexibel en licht mogelijk te zijn. De overheadkosten zullen
laag zijn (tussen 1,5 en 4% van het totale budget). De initiatieven
worden uitgevoerd via gemeenschappelijke ondernemingen die op grond
van het Gemeenschapsrecht bij verordeningen van de Raad worden
opgericht.
De Commissievoorstellen voor elk JTI zullen aan de Raad
Concurrentievermogen van 21-22 mei worden voorgelegd, en gehoopt wordt
dat de verordeningen tijdens het Portugese voorzitterschap kunnen
worden aangenomen zodat beide JTI's begin 2008 operationeel zijn.
Verdere initiatieven inzake nano-elektronica, schone luchten en
waterstof- en brandstofcellen zullen naar verwachting volgen.
I.v.m. JTI's in het algemeen, zie MEMO/07/191
I.v.m. ARTEMIS, zie de speciale persmap op:
http://ec.europa.eu/information_society/newsroom/cf/itemlongdetail.cfm
?item_id=3413
I.v.m. IMI, zie MEMO/07/190
European Union