Raad voor de Journalistiek

Uitspraken vastgesteld d.d. 15 mei 2007
door mw. mr. H. Troostwijk, voorzitter, drs. G.H.J.M. Bueters, drs. G.T.M. Driehuis, mw. drs. J.X. Nabibaks en mw. drs. I. Wassenaar, leden, in tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris, en mw. mr. L. Bultmanâden Haan, plaatsvervangend secretaris.

X / `4 in het Land' (RTL 4)
Uitspraak: niet-ontvankelijk
In het Reglement voor de werkwijze van de Raad voor de Journalistiek is bepaald dat een klaagschrift de feiten en gronden waarop de klacht berust, moet bevatten. Daaruit kan worden afgeleid dat de klacht moet zijn voorzien van de publicatie waarop deze betrekking heeft. Dat kan een kopie van een artikel zijn dan wel - als het gaat om radio of televisie - een opname van de betreffende uitzending of eventueel de uitgetypte letterlijke tekst. In de brochure van de Raad wordt aan deze eis aandacht besteed, zodat klager daarvan op de hoogte kan zijn. Klager heeft geen opname van de gewraakte uitzending noch de uitgetypte letterlijke tekst overgelegd. Het klaagschrift is derhalve niet voor behandeling vatbaar, zodat klager in zijn klacht niet-ontvankelijk is.
Trefwoorden:

· Procedure: ontvankelijkheid
Publicatie op www.rvdj.nl/2007/22

X / `Vermist' (TROS)
Uitspraak: ongegrond c.q. onthouding oordeel
In een uitzending van `Vermist' is aandacht besteed aan de (vermeende) ontvoering en gijzeling door klager van een vrouw en haar zoontje. Volgens de Raad heeft verweerder geen grenzen overschreden door de beschuldigingen aan het adres van klager uit te zenden. De beschuldigingen zijn voornamelijk voor rekening van betrokkenen gelaten en niet als feit gepresenteerd. Bovendien moeten de uitlatingen worden bezien in de context van de uitzending. Het voorgaande neemt niet weg dat een journalist bij het publiceren van ernstige beschuldigingen met bijzondere zorgvuldigheid te werk dient te gaan. Dit betekent in het algemeen dat wederhoor moet worden toegepast. Dat de beschuldigingen zouden zijn geuit door een geïnterviewde, maakt dat niet anders. Volgens klager is hij niet in de gelegenheid gesteld op de beschuldigingen te reageren. Verweerder heeft gesteld dat hij voorafgaand aan de uitzending contact heeft gezocht met klager, maar zonder resultaat. Gelet op de aard van de beschuldigingen hadden verweerders zich in ieder geval schriftelijk, per fax of per e-mail tot klager dan wel diens raadsvrouwe behoren te wenden, ten einde hun de mogelijkheid te bieden schriftelijk op de beschuldigingen te reageren. (vgl. RvdJ 2007/7) Nu de standpunten van partijen lijnrecht tegenover elkaar staan en er geen materiaal voorhanden is op grond waarvan de Raad kan vaststellen of verweerders al dan niet voldoende pogingen hebben ondernomen om van klager dan wel diens raadsvrouwe een reactie te krijgen, onthoudt de Raad zich op dit punt van een oordeel.
Trefwoorden:

· Journalistieke werkwijze: bronnen, hoor en wederhoor
· Feitenweergave: tendentieuze berichtgeving Publicatie op www.rvdj.nl/2007/23

Woonplein Limburg B.V. / Dagblad De Limburger/Limburgs Dagblad Uitspraak: ongegrond
In Dagblad De Limburger/Limburgs Dagblad is het artikel "Zoek een huis met de muis" verschenen, dat gaat over de lancering van de website limburgwonen.nl door Media Groep Limburg (MGL). In het artikel wordt verder verwezen naar de websites funda.nl, zoekallehuizen.nl en woonkrant.nl. Kern van de klacht is dat in het artikel promotie wordt gemaakt voor de eigen website van MGL en niet wordt verwezen naar alternatieve Limburgse woonwebsites zoals de website van klaagster. Volgens klaagster heeft verweerder aldus onevenwichtige informatie verschaft en daarmee onzorgvuldig gehandeld.
De Raad overweegt dat een journalist vrij is in zijn selectie van nieuws. Het is aan de redactie om te bepalen vanuit welke invalshoek(en) een onderwerp wordt belicht en in welke context het bericht wordt gebracht. Er bestaat geen journalistieke norm die meebrengt dat verweerder in een publicatie over (Limburgse) woonwebsites de website van klaagster daarbij zou moeten opnemen of daarnaar zou moeten verwijzen. De klacht is dan ook ongegrond. (vgl. RvdJ 2006/13 en RvdJ 2005/35)
Trefwoorden:

· Journalistieke werkwijze: selectie van nieuws Publicatie op www.rvdj.nl/2007/24

R.J. Blom / Binnenlands Bestuur
Uitspraak: ongegrond
Klager maakt bezwaar tegen het artikel "Jacob Wesselse" dat in de rubriek `Spraakmaker' is gepubliceerd. Het artikel wordt ingeleid als volgt: "Wethouder Robert Blom in Alpen aan den Rijn wil gebruikers van de Voedselbank een enquêteformulier sturen in de hoop dat ze gebruik gaan maken van gemeentelijke regelingen. Maar voorzitter Jacob Wesselse van de Voedselbank weigert hem de namen van zijn klanten te geven."
Het artikel maakt deel uit van een rubriek waarin wekelijks iemand aan het woord gelaten wordt die om een of andere reden in de wereld van het openbaar bestuur spraakmakend is. Gezien de opzet en de toon ervan, zijn de bedoeling en de aard van de daarin opgenomen informatie voor de lezer voldoende duidelijk: de publicaties behelzen met name de persoonlijke visie van de geïnterviewden en feitelijke verslaglegging staat niet voorop.
In het artikel is duidelijk dat Wesselse - behalve in de intro - aan het woord is. In de intro is beweerd dat klager een enquêteformulier zou willen rondsturen. Voor zover die bewering onjuist is, is die omissie - bezien in de context - niet zodanig ernstig dat verweerder daarmee jegens klager journalistiek onzorgvuldig heeft gehandeld. Klager zal zich voorts, gelet op het feit dat hij een publieke functie bekleedt en zelf kennelijk de publiciteit niet schuwt, een zekere mate van aantasting van zijn persoonlijke levenssfeer moeten laten welgevallen.
Verweerder heeft geen grenzen overschreden door de uitlatingen van Wesselse te publiceren zonder klager wederhoor te bieden. (vgl. RvdJ 2006/58en RvdJ 2005/19)
Trefwoorden:

· Journalistieke werkwijze: hoor en wederhoor
· Feitenweergave: onjuiste, tendentieuze berichtgeving
· Aard van de publicatie: interview, opinie/kritiek Publicatie op www.rvdj.nl/2007/25

---