Toetsing uitvoerbaarheid wetgeving te eenzijdig
15.05.2007 / 20:24 / Rubriek: Binnenland / Organisatie: Eerste kamer
Eerste kamer
TOETSING UITVOERBAARHEID WETGEVING TE EENZIJDIG
De toetsing van ministeries om de uitvoering van voorgenomen wetgeving beter te laten
aansluiten bij de behoeften van de burger is te eenzijdig. De toetsing is vooral gericht
op het inventariseren van mogelijke afbreukrisico's en invoeringskosten voor de overheid,
maar juist niet op het beantwoorden van de vraag of een voorgenomen wet wel leidt tot de
maatschappelijk gewenste effecten. Tot die conclusie komt de vaste commissie voor
Binnenlandse Zaken en Hoge Colleges van Staat van de Eerste Kamer in haar rapport 'Naar
een zichtbaar effectieve wisselwerking tussen beleid en uitvoering'. Vandaag is het
rapport in de Eerste Kamer gepresenteerd en aangeboden aan de minister Ter Horst van
Binnenlandse Zaken.
De Eerste Kamercommissie doet in haar rapport tien aanbevelingen aan de regering die
moeten leiden tot een betere wisselwerking tussen beleid en uitvoering. Zo vindt zij het
van essentieel belang dat uitvoeringsinstanties in een zo vroeg mogelijk stadium moeten
worden betrokken bij het beleids- en wetgevingsproces. Verder is de door de ministeries
gehanteerde definitie van uitvoerbaarheid te beperkt. Die moet niet alleen gericht zijn
op de juridische en technische gevolgen van een wetsvoorstel, maar juist en vooral op wat
nodig is om de gewenste effecten voor de samenleving en individuele burgers te bereiken.
Consistent, realistisch en actueel
Ook wil de Eerste Kamer dat vooraf duidelijk is of voorgenomen beleid of een wetsvoorstel
consistent, realistisch, juist en actueel is en of er voldoende draagvlak is bij
uitvoeringsinstanties en de doelgroep. Hoewel de regering in haar memorie van toelichting
op wetsvoorstellen wel aangeeft wie zij vooraf heeft geraadpleegd en wanneer, wil de
senaat juist weten wat het commentaar van de direct betrokkenen was. De regering moet
regelmatiger worden aangesproken op meerjarige wetgevings-programma's, de samenhang
ertussen en de langetermijnvisie.
Pilots
De Eerste Kamer zou ook graag zien dat de regering meer gebruik maakt van pilots die het
mogelijk maken om de kwaliteit van beleid en wetgeving op bescheiden schaal te testen.
Wetten zouden bovendien voorzien moeten worden van een horizonbepaling om wetgeving te
beëindigen als zij niet meer past in de uitvoeringspraktijk. Verder moeten
beleidsmakers de Europese ontwikkelingen beter volgen en de politiek en de
uitvoeringsinstanties daarbij betrekken. Tot slot beveelt de Eerste Kamercommissie de
regering aan om nader onderzoek te doen naar de gevolgen van het feit dat wetten
verschillende functies hebben.
Moties
Het rapport is een vervolg op het rapport 'Tussen beleid en uitvoering' uit 2004 van de
Algemene Rekenkamer. Die constateerde destijds dat het de regering en het parlement
ontbreekt aan informatie over hoe een wetsvoorstel in de voorbereidingsfase precies tot
stand komt en welke gevolgen een voorgenomen wet heeft voor uitvoeringsinstanties en
burgers. Dat gaf de Eerste Kamer aanleiding een eigen onderzoek te starten en een debat
hierover te voeren met de regering. Tijdens dat debat, dat plaatsvond op 14 september
2004, aanvaardde de senaat Kamerbreed twee moties die de regering opriepen tot een andere
werkwijze. 'Hoewel de regering meteen haar goede wil heeft uitgesproken, blijken de
maatregelen om aan die moties te voldoen tot op heden weinig bemoedigend', zo concludeert
de Eerste Kamercommissie nu. Uitvoerbaarheid van voorgenomen wetten is - naast
rechtmatigheid en handhaafbaarheid - één van de belangrijkste criteria
waarop de Eerste Kamer wetsvoorstellen beoordeelt.