Nieuws
Leerlingen bekijken klimaatverandering van de zonnige kant
16 mei 2007 - Wat is er leuker voor een leerling, dan de klas uit te
mogen omdat buiten de zon schijnt? De leerlingen die deelnamen aan de
GLOBE Aërosolen meetcampagne (*) hebben dit twee maanden lang mogen
doen.
Hun metingen van de intensiteit van het zonlicht zijn belangrijk voor
het klimaatonderzoek bij het KNMI omdat daaruit de hoeveelheid
aërosolen (fijn stof) in de atmosfeer kan worden bepaald.
Het resultaat van de meetcampagne is dat de metingen van de scholieren
de goede kwaliteit van de satellietmetingen van het Ozone Monitoring
Instrument (OMI) bevestigen. Op woensdag 16 mei kwamen de leerlingen
van de deelnemende middelbare scholen naar de Bilt om de succesvolle
campagne af te sluiten. Zij presenteerden zelf hun
onderzoeksresultaten en hoorden hoe zij hebben bijgedragen aan het
KNMI onderzoek.
Aërosolen vormen een belangrijke schakel in het klimaatonderzoek
vanwege hun invloed op de temperatuur en op wolkenvorming. Het KNMI
onderzoekt deze invloed onder andere door middel van
satellietwaarnemingen, met name door OMI. Dit instrument - waarover
het KNMI de wetenschappelijke leiding heeft - meet niet alleen de
hoeveelheid ozon in de atmosfeer, maar ook tal van andere gassen, en
aërosolen. Het instrument bevindt zich op de NASA-satelliet Aura.
De metingen van de leerlingen worden zo getimed dat ze precies
samenvallen met de metingen van OMI, dat tweemaal per dag over
Nederland komt. Metingen vanaf de grond leveren veel inzicht op over
de satellietwaarneming, die veel complexer is. Dit maakt het
meetnetwerk van scholen zeer waardevol voor het KNMI. Voor zowel de
grondmeting als de satellietmeting van aërosolen is het van belang dat
er (bijna) geen bewolking is. Voorafgaand aan de campagne werd gehoopt
op vijf tot tien dagen met goede meetomstandigheden. Vooral door de
uitzonderlijke aprilmaand (280 zonuren tegen 162 normaal) werd deze
verwachting ruim overtroffen met 34 dagen waarop werd gemeten.
(*) Aan de GLOBE Aërosolen meetcampagne deden vijftien middelbare
scholen uit heel Nederland mee, van Leeuwarden tot Maastricht. De
meetcampagne (in maart en april) werd georganiseerd door KNMI en
SME-Advies, als onderdeel van het internationale GLOBE-programma
waaraan wereldwijd meer dan 18.000 scholen deelnemen. Dit programma
(Global Learning and Observation to Benefit the Environment) betrekt
leerlingen bij actueel wetenschappelijk klimaatonderzoek via het
verrichten van waarnemingen.
**Toelichting bij de figuur
Kaart van de meetlokaties (twaalf scholen en KNMI, oranje stippen)
tijdens de campagne, met daaroverheen een voorbeeld van een OMI-meting
van de hoeveelheid aerosol (1 april 2007). Elk rechthoekig vlakje is
een individuele aerosolmeting door OMI, de kleur is een maat voor de
hoeveelheid aerosol. Zonder scholen zou de vergelijking beperkt zijn
tot de meting die over het KNMI-grondstation ligt. Dat sommige scholen
binnen dezelfde OMI-meting vallen levert voor het onderzoek
waardevolle extra gegevens op. Waar geen kleur is ingevuld, was het te
bewolkt om een betrouwbare aerosolwaarde af te leiden uit de meting.
Zwarte stippen zijn GLOBE-scholen die niet meedoen in de campagne,
maar hetzelfde type metingen verrichten.
Eerste uitgave: 16-05-07
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut