Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Kamervragen over intimidatie van Nederlandse vissers

Directie Visserij

De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal


Postbus 20018

2500 EA 's-GRAVENHAGE

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum

3 mei 2007 2060714240

Viss. 2007/2289
15 mei 2007 onderwerp bijlagen

Vragen lid Van der Vlies (SGP) inzake Franse intimidatie van Nederlandse vissers
Geachte Voorzitter,

Hierbij zend ik u de antwoorden op de schriftelijke vragen van de heer Van der Vlies (SGP) inzake Franse intimidatie van Nederlandse vissers.


1
Hebt u kennisgenomen van het artikel "Gros Nederlanders niet welkom in Boulogne"?

Ja.


2
Deelt u de mening dat in de Europese Unie met vrij verkeer van goederen er geen sprake mag zijn van intimidatie om zo Nederlandse vissers uit Boulogne te weren?

Het Europees beginsel van het visverkeer van goederen is voor de visserij nader uitge- werkt in het gemeenschappelijk Visserijbeleid. Op grond daarvan zijn Nederlandse vissers gerechtigd tot visser in de Franse wateren. Ik ben het met de vragensteller eens dat het ontoelaatbaar is dat Nederlandse vissers worden gedwarsboomd hun legitieme visrechten uit te oefenen en de gevangen vis aan te landen in een Franse havenplaats. Daarbij komt dat intimidatie ten algemene ontoelaat- baar is.


3
Wat vindt u ervan dat de Franse autoriteiten niet kunnen instaan voor de veiligheid van de Nederlandse vissers en zelfs het advies geven om Boulogne te verlaten?

Ik heb kennis genomen van het feit dat de Franse autoriteiten Nederlandse vissers hebben aangegeven niet voor hun veiligheid te kunnen instaan en hun daarom hebben geadvi- seerd Boulogne te mijden. Ik begrijp de overwegingen van de autoriteiten, zij wilden escalatie van de situatie voorkomen, maar zoals ik in het antwoord op vraag 2 heb gesteld is het ontoelaatbaar dat vissers de toegang tot de havens wordt belemmerd en het hen aldus onmogelijk wordt gemaakt legitieme visrechten uit te oefenen.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad Fout! Viss. 2007/2289 2 Verwijzingsbron


4
Bent u niet alleen bereid om dit aan te kaarten bij uw Franse collega, maar ook om uw grote ongenoegen te tonen, omdat er bijna voortdurend sprake is van intimidatie, blokkades en zelfs beschieting van Nederlandse kotters?

Ik heb tijdens de Landbouw- en Visserijraad van 7 mei jl. is mijn Franse collega op dit onderwerp aangesproken. Ik heb daarbij in heldere bewoordingen gesteld dat deze handelswijze door Nederland niet getolereerd kan worden. Daarbij heb ik gewezen op het feit dat dit niet de eerste maal is dat dergelijke gevallen zich voordoen, maar dat het een bijna jaarlijks terugkerend probleem is. Ook in voorgaande jaren deden zich problemen voor.
De problemen waaraan in het artikel in Visserijnieuws wordt gerefereerd, zijn van zeer recente datum. Eerder dit jaar hadden zich ook al blokkades voorgedaan. Er is toen intensief overleg gepleegd tussen mijn Ministerie en de Franse Autoriteiten. Ook mijn Landbouwraad op de Nederlandse Ambassade in Parijs heeft daar - evenals het consulaat in Calais - een actieve rol in gespeeld. Desondanks zijn de problemen afgelopen weken wederom geëscaleerd.
Mijn Franse ambtgenoot heeft gezegd dat hij de gang van zaken ten zeerste betreurt en heeft toegezegd dat de Franse overheid er alles aan zal doen om deze zaak uit de wereld te krijgen en te zorgen dat de normale bedrijfsvoering voor de Nederlandse vissers weer doorgang kan vinden.


5
Welke concrete maatregelen gaat u nemen als blijkt dat deze situatie niet verandert?

Vooralsnog ga ik ervan uit dat de bij vraag 4 genoemde acties van mijn kant, het gewenste effect zullen hebben. Als dat niet het geval is zal ik me op een andere aanpak beraden. In ieder geval blijft mijn ministerie de zaak nauwlettend volgen.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg


---- --