Geen extra gaatjes bij witte tandvullingen
08 mei 2007 Bij witte vullingen ontstaan niet sneller gaatjes naast of
onder die vullingen, dan bij zilverkleurige vullingen. Wel bevat de
tandplak op plaatsen waar gaatjes ontstonden, meer bacteriën dan bij
zilverkleurige vullingen. Dit blijkt uit onderzoek van Renske Thomas
van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Zij stelt dat de angst
voor gaatjes in de smalle spleet tussen tand en vulling overdreven is.
Thomas promoveert op 16 mei aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Gaatjes in tanden (cariës) ontstaan door zuren die gevormd worden door
bacteriën in tandplak. Na een maaltijd of tussendoortje zetten deze
bacteriën de suikers en koolhydraten in dit voedsel om in zuur.
Vrijwel iedere keer ontstaat op deze manier een 'zuurstoot' die
gaatjes kan veroorzaken. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen
nieuwe gaatjes (primaire cariës) en gaatjes naast of onder bestaande
vullingen (secundaire cariës). Secundaire cariës komt vaak voor: in 30
tot 60 procent van de gevallen dat een vulling wordt vervangen, is dit
nodig vanwege secundaire cariës.
Snelheid
Wit vulmateriaal (composiet) is het meest gebruikte vulmateriaal bij
gaatjes in tanden. Maar hoe, waar en met welke snelheid ontstaan
gaatjes rondom witte vullingen? Sommige tandartsen menen dat bij witte
vullingen makkelijker secundaire cariës ontstaat dan bij
zilverkleurige vullingen. Dit zou bijvoorbeeld kunnen komen door het
ontstaan van gaatjes in de spleet tussen tand en vulling, of doordat
de witte vulling zelf het cariësproces versnelt. Thomas onderzocht
beide aspecten met behulp van gevulde en ongevulde proefstukjes in de
mond van proefpersonen met een kunstgebit. Hieruit bleek dat de
snelheid van het cariësproces niet hoger was naast witte vullingen.
Rond witte vullingen ontstaat dus even snel secundaire cariës als
primaire cariës.
Op plekken waar gaatjes ontstonden, bevatte de tandplak wel meer
schadelijke bacteriën (lactobacillen en mutans streptococcen) dan op
plaatsen waar geen wit vulmateriaal zat. Wellicht, zo stelt Thomas,
verklaart deze versterkte bacteriegroei een verhoogde gevoeligheid van
witte vullingen voor secundaire cariës. Renske Thomas: Het lijken
tegenstrijdige resultaten. Enerzijds zie je dat bij witte vullingen
het cariës proces even snel verloopt als cariës in ongevulde
proefstukjes. Anderzijds lijken witte vullingen bacteriegroei te
verhogen. Nader onderzoek is nodig om de samenhang tussen witte
tandvullingen, bacteriën en cariës helder te krijgen.
Ongegronde angst
Een angst die bij veel tandartsen en patiënten leeft, dat gaatjes in
de diepte van de smalle spleet tussen tand en witte vulling ontstaan,
wordt door het onderzoek weggenomen. Bij witte vullingen ontstaat
secundaire cariës, zo ontdekte Thomas, niet in de smalle spleten
tussen tand en vulling, maar aan de buitenzijde van de tand, rond de
vulling. De angst voor dit type gaatjes blijkt overdreven. Alleen bij
wijde spleten lijken deze gaatjes te kunnen ontstaan. Maar mensen
moeten vooral niet vergeten goed te poetsen met fluoridehoudende
tandpasta, en niet te veel tussendoortjes eten, waarschuwt Thomas. Dat
is en blijft de beste bescherming tegen gaatjes.
Onderzoek
Thomas verrichtte haar onderzoek bij studenten tandheelkunde, die als
vrijwilligers deelnamen aan het onderzoek. Ook verrichtte ze twee
laboratoriumstudies met stukjes tandmateriaal om een
sterilisatiemethode en een röntgenmethode te testen. Tot slot
verrichtte ze klinisch onderzoek bij acht vrijwilligers die een
kunstgebit dragen. Er werden stukjes gevuld en ongevuld tandmateriaal
in een speciaal vervaardigde onderzoeksgebit geplaatst om gaatjes
naast vullingen in de tijd te vervolgen.
Curriculum vitae
Renske Thomas (Gaasterland, 1974) studeerde Tandheelkunde te
Amsterdam. Ze verrichtte haar promotieonderzoek binnen het Academisch
Centrum Mondzorg van het UMCG, in samenwerking met ACTA (Academisch
Centrum voor Tandheelkunde van de Universiteit van Amsterdam en de
Vrije Universiteit), binnen de onderzoeksscholen BMSA (Biomedical
engineering Materials Science and Applications) en IOT
(Interuniversitaire Onderzoeksschool Tandheelkunde). Na haar promotie
blijft Thomas werkzaam als onderzoeker in het UMCG. De titel van haar
proefschrift: Secondary caries in situ.
Contactpersoon: Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Bureau
Voorlichting van het UMCG, bereikbaar op telefoonnummer (050) 361 22
00.
Academisch Ziekenhuis Groningen