Datum
16-5-2007
Onderwerp
Provincie onderzoekt haalbaarheid vrije busbaan tussen Huizen en
Hilversum
Gedeputeerde Staten willen een haalbaarheidsonderzoek starten naar een
hoogwaardige openbaar vervoerverbinding met vrije busbaan tussen
Huizen en Hilversum. GS willen een betrouwbare openbaar
vervoerverbinding realiseren. Huizen, Hilversum, Blaricum, Eemnes,
Laren en Rijkswaterstaat werken aan het onderzoek mee.
De Gooise gemeenten hebben de provincie gevraagd om dit
haalbaarheidsonderzoek uit te voeren, naar aanleiding van de
uitkomsten van een verkenning die in 2005 en 2006 heeft
plaatsgevonden. In deze verkenning is een globaal beeld verkregen van
diverse alternatieven om een hoogwaardige openbaar vervoerverbinding
te realiseren op de Gooise Ring tussen Bussum, Huizen en Hilversum.
Uit de verkenning bleek dat een vrije busbaan tussen Huizen en
Hilversum kansrijk is. Het aantal passagiers zal daarmee sterk
toenemen.
Dit onderdeel wordt daarom verder uitgewerkt in het
haalbaarheidsonderzoek. Tussen Huizen en Bussum is geen ruimte voor
een busbaan en deze verbinding zal minder reizigers aantrekken. Hier
wordt verder gewerkt aan kleinere maatregelen om de busreistijden te
verkorten.
Op 4 juni behandelt de statencommissie Wegen, Verkeer en Vervoer het
voorstel van GS voor een haalbaarheidsonderzoek. Als de
staten-commissie instemt, zullen de uitkomsten van het onderzoek in de
eerste helft 2008 bekend zijn. Op basis hiervan zullen Gedeputeerde
Staten en Provinciale Staten een go/no go-besluit nemen, net als de
gemeenten en Rijkswaterstaat. Het college is bereid zich sterk te
maken om de financiering rond te krijgen.
Als de nieuwe openbaar vervoerverbinding doorgaat, zullen reizigers
sneller, met meer gemak en comfortabeler met de bus tussen Huizen en
Hilversum kunnen reizen en wordt de regio beter bereikbaar.
Het onderzoek naar de hoogwaardige OV-verbinding maakt onderdeel uit
van RegioNet, een project om een netwerk van hoogwaardig openbaar
vervoer in het hele noordelijk deel van de Randstad te realiseren. Het
gaat daarbij om verbindingen tussen woon- en werkgebieden met
afstanden tussen de 10 en 40 kilometer waar het openbaar vervoer nog
onvoldoende concurreert met de auto.