VVD


16-5-2007

Reactie Rutte op Elsevier-column 'Ingewikkelde vrijheid'

De synthese van negatieve en positieve vrijheid vind ik niet in de denktrant van de filosoof Isaiah Berlin, maar bij Ralf Dahrendorf.

Berlin biedt handvatten om het vrijheidsbegrip te analyseren en te begrijpen, maar Dahrendorf biedt de uiteindelijke synthese.

Ik vind de tweedeling van negatieve en positieve vrijheden die Berlin maakt zeer waardevol, maar ik besef dat het inderdaad niet voor niets een tweedeling is. Het is Ralf Dahrendorfs idee over levenskansen - die ik vertaal als gelijke startposities - die de synthese van negatieve en positieve vrijheid in zich draagt die Berlin juist als tegenpolen poneert.

Berlins negatieve-vrijheidsconcept houdt in dat de mens kan handelen naar eigen inzicht. Er is geen of nauwelijks bemoeienis van anderen. Bij positieve vrijheid staat zelfbeschikking centraal: de baas zijn over je eigen leven. Berlin waarschuwt ons dat positieve vrijheid kan betekenen dat instituties zoals staat of kerk in extreme vorm bepalen wat goed is voor de burger. De vrijheid van het individu komt dan in het gedrang. Dahrendorf pleit zowel voor de bescherming van het individu tegen een bemoeizuchtige overheid als voor het toedelen van levenskansen aan zoveel mogelijk individuen.

In een liberale democratie moet de overheid gelijke startposities bevorderen. De waarschuwing van Berlin van een overvleugelende overheid is terecht. Het liberale antwoord daarop is: geen bemoeienis op terreinen waar mensen zelf prima kunnen bepalen wat goed voor hen is. Daarin ligt nu precies het idee van Dahrendorf waar ik veel voor voel: het toedelen van levenskansen. Iedereen krijgt een gelijke kans, maar in een liberale democratie is de uiteindelijke uitkomst van die kans voor ieder mens verschillend. De drie kerntaken van een liberale overheid zijn het bewaken van de individuele vrijheid, het handhaven van wetten om die vrijheid te beschermen en het bevorderen van gelijkwaardige startposities.

Mark Rutte


*De column in Elsevier is van de hand van Gerry van der List en verscheen woensdag 16 mei 2007 op pagina 110.