Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-Gravenhage Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk
AI/CB/07/14739

Onderwerp Datum
Jaarverslag Arbeidsinspectie 2006 21 mei 2007

Hierbij zend ik u het Jaarverslag 2006 van de Arbeidsinspectie.

Hoofdstuk 1 van het jaarverslag geeft een totaalbeeld van de prestaties en resultaten van de Arbeidsinspectie. Dit hoofdstuk bevat ook een aantal kerncijfers. De andere hoofdstukken geven per taakveld (arbeidsomstandigheden, arbeidsmarktfraude en major hazard control) een wat uitvoeriger beeld van de waargenomen ontwikkelingen en de wijze waarop de AI daar op heeft ingespeeld, of nog zal inspelen. In de bijlagen staat de meer algemene informatie.
Uitvoeriger informatie over resultaten van inspectieprojecten en jaarcijfers staan vermeld op de internetsite van de Arbeidsinspectie: www.arbeidsinspectie.nl.

Met deze opbouw verwacht ik goed in te spelen op de verschillende informatiebehoeften ten aanzien van de activiteiten van de Arbeidsinspectie. Vooral vertegenwoordigers van branches en vakbonden hebben behoefte aan gedetailleerder informatie zoals opgenomen op de internetsite van de Arbeidsinspectie.

Inspecties arbeidsomstandigheden en werk-en rusttijden
Er zijn in 2006 38 Arbo-inspectieprojecten en 8 WAV-inspectieprojecten uitgevoerd. De keuze van de inspectieprojecten en thema's zijn ingegeven door risicoanalyse, inzicht van de Arbeidsinspectie in de mate van wetsnaleving door bedrijven en de mate waarin branchepartijen, zoals sociale partners en brancheinstituten, een actieve rol innemen in het bevorderen van de naleving. De AI inspecteert vooral daar waar een combinatie van hoge risico's en lage naleving voorkomt.
Binnen het kader van het sectorbeleid, dat steeds meer gestalte krijgt bij de AI, wordt via de weg van overleg en voorlichting de zelfwerkzaamheid gestimuleerd. In 2006 zijn als pilot vier branche-voorlichtingsbrochures uitgebracht, die voorafgaande aan de feitelijke inspecties aan de betreffende bedrijven zijn toegezonden. Deze benadering is positief door het bedrijfsleven ontvangen en zal worden gecontinueerd.

Het productieniveau van de AI ten aanzien van het thema arbeidsomstandigheden is in 2006 op een vergelijkbaar niveau gebleven als in 2005 het geval was (2005: 20.751 inspectietrajecten; 2006: 20.441 inspectietrajecten). Bij 51 % van deze inspecties moest tegen één of meer overtredingen handhavend worden opgetreden (in 2005: 56 %). De meest voorkomende overtredingen lagen op het terrein van:


2


· de aanwezigheid van onveilige arbeidsmiddelen (machines, werktuigen, gereedschappen, installaties),

· een ondoelmatige inrichting van arbeidsplaatsen/werkplekken;
· ondoelmatige of geen bescherming tegen, c.q. afscherming van: gevaarlijke stoffen en biologische agentia;

· een tekortkomende of in het geheel geen (wettelijke verplichte) risico inventarisatie & -evaluatie aanwezig;

· overtreding van de werk- en rusttijdbepalingen.
De meeste overtredingen zijn waargenomen in: de sector Bouw (bouwlocaties en bouwbedrijven), op bedrijventerreinen, in metaalbedrijven, ziekenhuizen en in de sector Grafimedia (drukkerijen). Voor een deel vormt dit een bevestiging van de door de AI in 2006 gekozen thema's en branches.

In 2006 zijn 2179 arbeidsongevallen onderzocht (tegen 2350 in 2005) en 1348 klachten van werknemers over hun arbeidsomstandigheden (tegen 1918 in 2005). In beide gevallen is dus sprake van een min of meer aanzienlijke daling. Hiervoor zijn twee redenen: een terugloop van het aantal meldingen en een wat scherpere (onderzoeks)selectie door de AI van meldingen van klachten. Bijvoorbeeld bij de AI binnengekomen `tips' (i.c. meldingen, die niet van werknemers zelf komen of anonieme meldingen) worden alleen nog maar onderzocht, indien er een concrete aanwijzing is van ernstig gevaar voor personen of als sprake is van een misstand.

In 2006 zijn 1505 bestuurlijke boetes opgelegd in het kader van de
Arbeidsomstandighedenwet, waarvan 106 aan werknemers. In totaal ging het daarbij om een bedrag van bijna 4,4 miljoen, waarvan 12.000 aan werknemers. Ten aanzien van de Arbeidstijdenwet ging het om 423 boetes voor een bedrag van circa 1 miljoen.

In 2006 zijn de voorbereidingen voor de invoering van de herziene
Arbeidsomstandighedenwet afgerond en is in dit kader een start gemaakt met de ontwikkeling en uitwerking van een nieuwe inspectieaanpak (onder de noemer `het Nieuwe Inspecteren'). De nieuwe wijze van inspecteren moet resulteren in meer op de bedrijfssituatie afgestemd maatwerk en aan inspecteurs meer ruimte bieden voor een daarop passende afweging in de toepassing van handhavingsinstrumenten.

Samenwerking tussen inspectiediensten
Op het terrein van arbeidsomstandigheden werd en wordt al langere tijd samengewerkt met andere inspecties. In 2006 is de voorbereiding gestart van het opzetten van gezamenlijke `front-offices', onder andere voor de sectoren Horeca, Metaal, Bouw & Hout en Landbouw. De Arbeidsinspectie heeft het initiatief in de sectoren Metaal en Bouw & Hout. Een belangrijk doel van de samenwerking is aanzienlijke vermindering van de toezichtslast bij bedrijven.

Deze ontwikkeling is ingegeven door de Kaderstellende Visie op Toezicht 2005 van het kabinet Balkenende II en het beleid om het toezicht voor bedrijven meer te stroomlijnen en op elkaar af te stemmen.

Het AI Risicoanalysemodel voor Arbeidsomstandigheden Bedrijfshulpverlening


3

Mijn voorganger heeft u abusievelijk gemeld dat al in januari 2007 het risicoanalysemodel Bedrijfshulpverlening van de AI zou zijn aangepast (brief van de staatssecretaris van SZW Kamerstuk 24 587, nr. 207). Dit moet zijn januari 2008 (ten tijde van het schrijven van de brief was het jaarplan 2007 al vastgesteld).
Het risicoanalysemodel zal evenwel dusdanig tijdig zijn aangepast dat het van invloed is op de inhoud van het jaarplan 2008 van de Arbeidsinspectie.

Ik benadruk dat u uit het al in uw bezit zijnde jaarplan 2007 hebt kunnen opmaken dat de AI al wel inspecteert op de bedrijfshulpverlening in 2007, maar nog niet gebaseerd op basis van een herijkt riscoanalysemodel.

Aanpak arbeidsmarktfraude (illegale tewerkstelling)
Ook in 2006 is weer actief tegen illegale tewerkstelling opgetreden. De extra `slagkracht' die de invoering van de bestuurlijke boete in 2005 met zich meebracht en de uitbreiding van het aantal inspecteurs heeft het aantal aangezegde bestuurlijke boetes en de productie (in aantallen inspecties en onderzoeken) fors opgeschroefd.
In 2006 zijn ruim 11.000 onderzoeken gestart (8600 in 2005). In 2507 van de onderzochte `zaken' zijn 3517 boetes aangezegd (3013 zijn daarvan in 2006 daadwerkelijk opgelegd) voor een totaal bedrag van 43,7 miljoen. De conclusie is dat het beoogde resultaat van het amendement Verburg bij de SZW-begroting 2003 is behaald: forse uitbreiding van de inspectiecapaciteit voor deze taak en daarmee een verhoging van de pakkans en hogere sancties op overtredingen.

Het percentage overtredingen dat de AI heeft waargenomen is nog maar licht afgenomen: van 25 % in 2005, naar 23 % in 2006 en bij hercontroles van 31 % naar 26 %. Wel is, door gebruik te maken van meer en betere informatiebronnen, sprake van een verbeterde risicoselectie. Het doel is om in 2008 het overtredingenpercentage in de belangrijkste sectoren naar 15 % terug te dringen. Er is dus nog een flinke inspanning nodig.

Van de 3062 meldingen en tips die de Arbeidsinspectie in 2006 ontving, zijn er na selectie 1960 in onderzoek genomen (deze maken deel uit van het voornoemde aantal van 11.000). In 584 gevallen leidde dat tot constatering van illegale arbeid en het opleggen van één of meer bestuurlijke boetes. Daarmee zijn tips en meldingen in dit werkveld in aanzienlijke mate succesvol als aanwijzing voor opsporing van overtredingen gebleken.

In het totaal (alle inspecties en onderzoeken) zijn in 2006 5478 illegaal werkenden opgespoord. De meeste daarvan kwamen voor in de branches Detailhandel, Land- en tuinbouw, Horeca, Bouw en in de Uitzendbranche.
Van de opgespoorde illegaal werkenden ging het om 2286 Polen (verreweg de grootste groep), 681 Chinezen, 570 Turken, 384 Bulgaren en 157 Slowaken. Bij alle andere nationaliteiten ging het om aantallen beneden de honderd.
De ranking van (`top 5') illegaal werkenden is - op het aantal Slowaken na (in 2005 op plaats 5, waarmee zij de illegaal werkende Marokkanen van die plaats hebben verdrongen) - gelijk aan die van 2005.
Na het vrijgeven van de Arbeidsmarkt voor werknemers uit de Midden- en Oost Europese landen is de verwachting dat het beeld zal veranderen.


4

Door de onverwacht grote toename van het aantal bezwaarschriften in het kader van de Wet Arbeid Vreemdelingen is een achterstand ontstaan in de behandeling hiervan. De structurele beschikbare capaciteit voor de behandeling van beroep en bezwaar is aangepast op de benodigde capaciteit voor het aanbod. Daarnaast is in 2007 aanzienlijke extra tijdelijke capaciteit ingezet in een project waarin de achterstanden in behandeling van de bezwaarschriften wordt weggewerkt.

Risico's op zware ongevallen (Major Hazard Control)
In de uitvoering van het Besluit Risico's Zware Ongevallen (BRZO) wordt - als uitvloeisel van een zgn. verbetertraject op dit thema - steeds nadrukkelijker samengewerkt met en tussen de betrokken instanties, die eveneens uitvoering geven aan het BRZO of er toezicht op houden: gemeenten, provincies, Brandweer, Waterschappen en VROM.
In 2006 is een begin gemaakt met de ontwikkeling en toepassing van de inspectiemethode `NIM-BRZO', (NIM staat voor `Nieuwe inspectie methode') waarmee ook inhoudelijk de aanpak van het toezicht steeds meer op één lijn komt tussen de verschillende toezichthouders.

Een door de AI waargenomen gebrek in veel `BRZO-plichtige bedrijven' is de aandacht van het management voor onderhoud aan installaties. Dit is de oorzaak van veel ongevallen en incidenten, hetgeen een zorgelijke ontwikkeling is, die al door mijn voorganger bij de branche is aangekaart.

Voor het totaal van de major hazard control is de productie in aantallen onderzoeken, inspecties en beoordelingen toegenomen van 369 in 2005 naar 664 in 2006. Verbetering van de efficiency heeft hier in belangrijke mate aan bijgedragen.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(Mr J.P.H. Donner)