WRR ziet belangrijke rol voor BredeSchool

maandag 21 mei 2007

De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid vroeg deskundigen wat effectief jeugdbeleid is en schreef hierover een rapport. De BredeSchool kan als hoeksteen fungeren.

Het belang van de jeugd is al lang onomstreden. De gedachte dat ook jeugdbeleid nodig is, is van recentere datum. Volgens de WRR is het, nu oude zekerheden en grenzen in de maatschappij vervagen, hoog tijd de jeugd beter te leren kennen en te begrijpen waarom er zoveel onrust is over kinderen en jongeren. En over de zorg aan hen.

Hoe kan een pedagogisch perspectief worden ontwikkeld én gedeeld door verschillende instanties? En hoe zijn hun onderscheiden rollen te begrijpen? Om op dit soort vragen antwoord te krijgen heeft een aantal deskundigen op verzoek van de WRR zijn visie gegeven op aspecten van de jeugd en het jeugdbeleid. In de 321 pagina's tellende verkenning 'Bouwstenen voor betrokken jeugdbeleid' wordt geconstateerd dat het beleid in veel maatschappelijke sectoren nog te weinig direct is gericht op kinderen en jongeren. Bovendien werken instellingen die zich met de jeugd bezighouden vaak nog niet echt samen. De WRR vindt de ontwikkeling van een gezamenlijke pedagogische visie en de afstemming van opvoedingsdoelen van belang. De Raad vindt dat de BredeSchool, geïntegreerd met andere zorg, een goed middel kan zijn om dat te bereiken. "De BredeSchool kan dan in de sociale structuur van de wijk een centrale rol gaan spelen."

In het rapport zijn essays opgenomen van Jo Hermanns, Jacob van Kokswijk, Gerrit Kronjee en Mieke van Stigt, Paul Leseman, Wim Meijnen, Adri van Montfoort, Kees Bakker en Saskia van Oenen, Wilma Vollebergh en Micha de Winter. De publicatie Bouwstenen voor betrokken jeugdbeleid, WRR-verkenningen nr. 15, ISBN 978 90 5356 758 6, prijs 39,50, is verkrijgbaar in de boekhandel en bij Amsterdam University Press, Herengracht 221, 1016 BG, Amsterdam.

Het complete rapport is ook downloadbaar.