abcdefgh
Onderzoeksraad voor Veiligheid
Prof. mr. Pieter van Vollenhoven
Postbus 95404
2509 CK DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
23 mei 2007 -
Ons kenmerk Uw kenmerk
IVW/07CU 000029 OVV06501096
Onderwerp
Reactie op rapport Tankautobranden met gevaarlijke stoffen
Geachte heer van Vollenhoven,
Bij brief van 21 november 2006 heeft u het rapport "Tankautobranden met gevaarlijke
stoffen" aan mij voorgelegd, met het verzoek om binnen een half jaar te reageren op uw
aanbevelingen. In deze brief treft u de gevraagde reactie aan, mede namens de minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, en de minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid die allen van u een zelfde verzoek hebben ontvangen.
In uw rapport heeft u zeven aanbevelingen gedaan. Hieronder wordt per aanbeveling een
reactie gegeven.
Aanbeveling 1
In overleg met de brandweer (via NVBR en/of de Veiligheidskoepel) een informatiesysteem tot stand te brengen
dat waarborgt dat de brandweer bij een ongeval zo snel mogelijk van informatie over lading (o.a. soort stof en
hoeveelheid) en voertuig (o.a. tanktype, aanwezigheid overdrukventiel) wordt voorzien.
Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en het Ministerie van Binnenlandse zaken en
Koninkrijksrelaties werken samen aan de totstandkoming van één informatiestructuur voor
het inzichtelijk maken van individuele transporten met gevaarlijke stoffen, die zowel het
toezicht moet dienen als moet voorzien in de informatiebehoefte bij incidentenbestrijding.
Nederland sluit hiermee aan bij Europese ontwikkelingen.
Tevens heeft het Ministerie van Verkeer en Waterstaat een project in voorbereiding voor
"tracking and tracing" (bijhouden van de positie en de herkomst) van gevaarlijke stoffen.
Dit project sluit aan op de ontwikkeling van dit soort systemen in het bedrijfsleven.
Postadres Postbus 20901 2500 EX Den Haag Telefoon 070 - 351 6171
Bezoekadres Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Fax 070 - 351 7895
Internet www.verkeerenwaterstaat.nl
Bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)
IVW/07CU 000029
Het tot stand brengen van een informatiesysteem zoals de Onderzoeksraad bepleit, zal
binnen het kader van de hierboven geschetste ontwikkelingen kunnen worden bereikt.
Daarbij zullen ook de partijen worden betrokken die de Raad in zijn aanbeveling noemt.
Aanbeveling 2
Onderzoeken op welke onderdelen (naast voertuigkennis) de aanwezige kennis bij de brandweer vergroot en/of
beter aangewend kan worden ten einde de keuze tussen defensief en offensief optreden bij de bestrijding van
tankautobranden te vergemakkelijken en maatregelen te nemen om de kennis op deze onderdelen te vergroten
en/of beter aan te wenden.
De keuze tussen defensief en offensief optreden is niet alleen afhankelijk van kennis over
het voertuig dat bij het ongeval is betrokken, maar ook van de mogelijkheden voor
beperking en bestrijding van het ongeval op die bepaalde plaats met het op dat tijdstip
beschikbare personeel en materieel, rekening houdend met de veiligheid van de omgeving
en van de brandbestrijders. Het rapport van uw Raad zal aan de directeur van het
Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid worden aangeboden met het verzoek om met deze
aanbeveling rekening te houden bij de periodieke herziening van les- en leerstof voor de
brandweer.
Tevens zal het Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties de Nederlandse
Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR) verzoeken een protocol
"Brandweeroptreden bij tankautobranden met gevaarlijke stoffen" te ontwikkelen. Dit
protocol moet ook rekening houden met tankwagens voor autogas, die voorzien zullen
zijn van een hittewerende bekleding.
Aanbeveling 3
Onderzoeken of op knelpunten langs routes waar gevaarlijke stoffen worden vervoerd (en bebouwing zich dicht
op de snelweg bevindt) de tijdige beschikbaarheid van voldoende bluswater in voldoende mate gewaarborgd is
en indien nodig maatregelen te nemen.
In het kader van de ontwikkeling van een Basisnet voor het vervoer van gevaarlijke stoffen
(op basis van de Nota Vervoer Gevaarlijke Stoffen) worden zowel de toekomstige
vervoersontwikkelingen als de ruimtelijke plannen en ambities geïnventariseerd. Dit zal
een beeld opleveren van de (toekomstige) knelpunten. Vervolgens zal in overleg met
betrokkenen naar oplossingen worden gezocht. Hierbij kunnen ook de hulpverlening- en
rampbestrijdingsaspecten aan de orde komen, waaronder de beschikbaarheid van
bluswater. Ook in de gemeenschappelijke uitvoeringsagenda voor de permanente
verbetering van de veiligheid van het vervoer van gevaarlijke stoffen kunnen dit soort
aspecten aan de orde komen.
Aanbeveling 4
Om via een overtuigend toezicht- en handhavingsbeleid beter inzicht te krijgen in de betrouwbaarheid van de
stofgegevens op oranje borden en vervoerdocumenten en indien nodig maatregelen te nemen om dit te
verbeteren.
Op grond van de resultaten van haar huidige toezichtbeleid heeft de Inspectie Verkeer en
Waterstaat geen directe aanleiding te veronderstellen dat de naleving van de voorschriften
voor stofidentificatie en vervoersdocumenten significant te wensen overlaat.
---
IVW/07CU 000029
De Inspectie Verkeer en Waterstaat is met de Raad van mening dat een specifiek en
betrouwbaar inzicht in de naleving van de relevante voorschriften bijdraagt aan verdere
verbetering van de veiligheid van het vervoer van gevaarlijke stoffen.
Het toezichtbeleid ontwikkelt zich dan ook in de richting van een risicogerelateerde
sturing. Daarbij worden de risico's in beeld gebracht, vertaald in zogeheten ongewenste
topgebeurtenissen en geanalyseerd op zoek naar de meest effectieve aanpak..
Tevens zal de Inspectie Verkeer en Waterstaat in 2007 een project uitvoeren (tijdens het
vervoer maar ook bij ondernemingen waarbij zal worden onderzocht in hoeverre de
identiteit van vervoerde stoffen en vervoersdocumenten overeenstemmen. Indien de
resultaten daartoe aanleiding geven zal de Inspectie Verkeer en Waterstaat initiatieven
ontwikkelen om de naleving te verbeteren. Over de uitkomsten zal ook met de
brancheorganisaties worden gecommuniceerd.
Aanbeveling 5
In internationaal verband te pleiten voor de aanscherping van regelgeving om te voorkomen dat brandstoftanks
van vrachtauto's lek kunnen raken, te beginnen met vrachtauto's die gevaarlijke stoffen vervoeren. Hierbij kan
worden gedacht aan het afschermen of versterken van brandstoftanks.
Voor dit punt is aandacht gevraagd tijdens een bijeenkomst van een internationale
werkgroep in VN-verband, eind 2006. Hier is ook gesproken over de constructie en de
afscherming van brandstoftanks van tankvoertuigen en over de capaciteit en inhoud van
deze tanks.
Nederland zal de aanbevelingen van de OVV inbrengen in de relevante VN-gremia met de
bedoeling om het ADR te wijzigen conform de voornoemde technische en operationele
maatregelen.
Dit betekent niet automatisch dat zo'n voorstel dan ook wordt aangenomen. Daarvoor is
het noodzakelijk dat de meerderheid van de aanwezige landen vóór het betreffende
voorstel stemt.
Aanbeveling 6
zorg te dragen voor het systematisch melden, registreren en analyseren van ongevallen en bijna-ongevallen
(incidenten) met transport van gevaarlijke stoffen, hieruit lering te trekken en deze kennis te delen, ook in
internationaal verband
Het belang van een goede incidentregistratie is evident. Het melden van incidenten moet
laagdrempelig zijn. De oorzaken en het verloop van incidenten kunnen dan beter worden
aangepakt. Rapportage over trends en algemene ontwikkelingen is van belang om de
opgedane kennis te delen met andere bedrijven, inspectie en openbare
hulpverleningsdiensten.
In 2006 is het onderzoek "Vervoer- en incidentregistratie gevaarlijke stoffen" afgerond.
De aanbevelingen van het onderzoek maken deel uit van de besprekingen die in 2007
worden gevoerd in het kader van een gemeenschappelijke uitvoeringsagenda voor de
permanente verbetering van de veiligheid van het vervoer van gevaarlijke stoffen, waar
onder meer Rijk, hulpverleningsdiensten en vervoerders partij in zijn.
---
IVW/07CU 000029
Aanbeveling 7
Te waarborgen dat bij het formuleren van veiligheidsmaatregelen met betrekking tot het vervoer van gevaarlijke
stoffen niet alleen de effecten op de externe veiligheid in het oog worden gehouden, maar ook de veiligheid van
weggebruikers, hulpverleners en eventuele omstanders.
Het risico van tankautobranden voor hulpverleners, weggebruikers omstanders en
omwonenden wordt onderkend. De maatregelen die de overheid kan nemen om de
veiligheid voor de diverse groepen burgers te borgen zijn divers. Elke groep burgers vereist
een andere benadering om de veiligheid het beste te kunnen borgen.
Bij het formuleren van veiligheidsmaatregelen met betrekking tot het vervoer van
gevaarlijke stoffen is externe veiligheid één van de aspecten van veiligheid die in
beschouwing wordt genomen. Zowel de centrale als de decentrale overheden
beschouwen naast externe veiligheid ook het slachtofferbeeld, zelfredzaamheid,
bestrijdbaarheid en hulpverlening bij hun besluiten.
De (internationale) vervoersregelgeving strekt zich daarnaast ook uit over
bronmaatregelen, zorgsystemen, verkeersveiligheid, veiligheid in de vervoersketen en
risicocommunicatie.
Op de hierboven geschetste manier worden alle schakels van de veiligheidsketen in de
besluitvorming betrokken.
Tenslotte wil ik u, mede namens de Ministers van Binnenlandse zaken en
Koninkrijksrelaties, de Minister van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieu en de
Minister van Sociale zaken en Werkgelegenheid verzekeren dat wij al het nodige in het
werk zullen stellen om een adequate uitvoering van uw aanbevelingen te realiseren.
Hoogachtend,
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat