Ingezonden persbericht


PERSBERICHT

Fokko Meins in hoger beroep tegen Holland Casino voor rookvrije werkplek

Groningen, 23 mei 2007 - Fokko Meins, de 45-jarige Tablemanager van Holland Casino in Groningen, zal in hoger beroep gaan tegen de uitspraak van de rechter. Hij eist ook in hoger beroep een rookvrije werkplek. Fokko: "De rechter geeft mij in zijn uitspraak gelijk dat mijn ademhalingsproblemen en longklachten komen door het meeroken op mijn werk. Ook zegt hij in dat vonnis dat Holland Casino volgens het burgerlijk wetboek verplicht is om mijn werk zo te organiseren dat ik geen nadelige invloed ondervind voor mijn gezondheid. Het is voor mij onbegrijpelijk dat de rechter het economisch belang van Holland Casino dan toch zwaarder laat wegen."

Ook advocaat in deze zaak John Roth (SAP letselschade advocaten) vindt dat Fokko met de uitspraak van de rechter te kort is gedaan. "Er zijn meerdere punten waarom een hoger beroep kansrijk is. Een opmerkelijk punt is de uitleg van deze rechter van de zorgplicht van de werkgever (art. 7:658 BW). De zorgplicht is een wettelijke norm. De rechter geeft aan die norm een verkeerde uitleg. Reden om dat te laten toetsen in hoger beroep. Want de rechtbank in Breda oordeelde in 2000 in de zaak van postbesteller Nanny Nooijen / PTT Post dat de zorgplicht inhoudt, als het gaat om de blootstelling aan tabaksrook, dat er een rookverbod moet worden ingevoerd. Dat geldt nadrukkelijk voor alle werkgevers en dus ook voor werkgevers in de horeca zoals Holland Casino."

Clean Air Nederland blijft Fokko ook in hoger beroep ondersteunen. Willem van den Oetelaar van Clean Air Nederland: "Als je het vonnis leest, wordt Fokko nota bene de dupe van de tabakswet waarin juist de rookvrije werkplek sinds 2004 in is opgenomen. Deze rechter ziet de tabakswet als een belangrijke reden om Fokko geen rookvrije werkplek te geven. Hij verwijst naar het stappenplan in de horeca. Maar aangezien Koninklijke Horeca Nederland zelf recentelijk dat stappenplan failliet heeft verklaard, kan een rechter in deze specifieke situatie ook best voorbij gaan aan dat stappenplan en zo de uitzondering die er bestaat voor de horeca niet laten meewegen.''

Politiek Den Haag moet nu op rijdende trein springen Naast het belang van een hoger beroep kijkt Van den Oetelaar ook naar politiek Den Haag. "De wetgever heeft in 2004 onder druk van de horecabranche alleen de werkplekken in de horeca niet rookvrij gemaakt. Alleen vanwege economische redenen is daarvoor gekozen. Dat daarmee de gezondheid van werknemers in die branche opeens minder van belang was dan die van alle andere werknemers in ons land hebben wij altijd merkwaardig gevonden. Maar in een paar jaar is er ontzettend veel veranderd waardoor niets meer een snelle en totale invoering van een rookvrije horeca in de weg staat. In drie jaar tijd zijn er heel veel landen om ons heen die een rookvrije horeca hebben ingevoerd. Alle onderzoeken geven aan dat Nederlanders inmiddels graag de hele horeca rookvrij zien worden. Ook de meerderheid van de horecabranche wil het. De trein naar een rookvrije horeca rijdt op volle snelheid, de meeste Nederlanders en horecaondernemers zitten erin. Alleen politiek Den Haag moet nog instappen." ///


Noot voor de redactie,