Gemeente Leiden

Uitnodiging voor de pers

Een geactualiseerd Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan (GVVP), het nieuwe parkeerbeleid en een Ringweg Oost: in juni neemt het college van burgemeester en wethouders een besluit op hoofdlijnen over deze met elkaar samenhangende projecten. Om de stad ook tussentijds op de hoogte te houden nodigen we u van harte uit om vandaag,

donderdag 24 mei om 16.30 uur
in kamer 212 stadhuis (kamer wethouder Steegh)

aanwezig te zijn.

Wethouder John Steegh (Verkeer en Milieu) en projectleider Huib van der Kolk geven daar een presentatie van de stand van zaken en uiteraard is er gelegenheid tot het stellen van vragen over de verschillende projecten en hun samenhang.

Met vriendelijke groet,

Geeske Voerman

Bureau Communicatie
Bestuursvoorlichter
T: (071) 516 77 65
E: g.m.voerman@leiden.nl Aanwezig ma-di-do

Kom in de stad

Aan: Raad van de gemeente Leiden Van: College van B&W
Datum: 23 mei 2007

Bestuurlijk Memo,
aanzet tot besluitvormingsdocument herziening GVVP

Het college besluit aan de raad voor te stellen het volgende te besluiten:


1. Procesuitgangspunten
. De aanleiding tot het herijken van het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) is de uitkomst van het op 7 maart 2007 gehouden referendum over de wenselijkheid van medewerking van de gemeente Leiden aan de totstandkoming van een Rijn-Gouwelijn over Leids grondgebied. Aangezien die door de bevolking van Leiden 'weggestemde' Rijn-Gouwelijn een wezenlijke bouwsteen vormde voor het in 2005 vastgestelde GVVP, is een complete herijking van het plan noodzakelijk. . Uitgangspunt in het proces is, dat het in het belang van de stad is een evenwicht na te streven tussen de locale belangen en de belangen van anderen, waaronder de regionale en nationale partners van Leiden. Wij verstaan hieronder dat stad, regio/provincie en Rijk aansluitende visies hebben waarbij partijen bereid zijn elkaar inhoudelijk en financieel te steunen en waarbij elk van de partijen bereid is de eigen plannen zodanig aan te passen dat er ruimte ontstaat om tot realisatie te komen. . We beperken de herziening van het Gemeentelijk Verkeer en VervoerPlan (GVVP) die onder het motto 'Kom in de stad'' plaats vindt tot een aantal kernbesluiten die nodig zijn, gelet op de ontstane situatie rond de Rijn-Gouwelijn en de accenten die de gemeenteraad wil zetten. . Wij vatten de navolgende besluiten op als een voorlopige koersbepaling die aangescherpt en bijgesteld kan worden op grond van verdiepend onderzoek en overleg met betrokkenen.


2. Inhoudelijke uitgangspunt

We nemen als inhoudelijk uitgangspunt het belang van een leefbaar én economisch robuust Leiden. Dat betekent dat het GVVP bij moet dragen aan een voor alle inwoners leefbare stad, waarin het gebruik van fiets en openbaar vervoer gestimuleerd wordt. De gewenste economische ontwikkeling heeft het meeste kans als de kwaliteiten van de historische en monumentale binnenstad worden geaccentueerd en benut en tegelijk de ruimtelijk-economische dynamiek op basis van kennis wordt gestimuleerd langs een aantal binnenstedelijke ontwikkelingsassen die zo goed mogelijk gebruik maken van vervoersnetwerken op randstedelijk, provinciaal en regionaal niveau.


3. Openbaar vervoernetwerk

We nemen het concept voor de regionale openbaarvoervisie van de regio Holland Rijnland als uitgangspunt voor het GVVP met als kernelementen van de daarin geformuleerde ambitie voor een een gelaagd netwerk van openbaar vervoerverbindingen op 4 schaal- en zwaarteniveau's: . het nationaal railnetwerk;
. een regionaal netwerk van hoogwaardig openbaar vervoer (HOV), dat is: OV met een congestievrije infrastructuur, hoge frequentie (ambitie: 8 keer per uur of vaker), goede herkenbaarheid van haltes, materieel etc; . een busnetwerk aanvullend/aansluitend op het HOV, zoveel mogelijk vorm gegeven als toevoerend naar de HOV-lijnen . Collectief Vraagafhankelijk Vervoer.


4. Nationaal railnetwerk

We streven op het schaalniveau van het nationale netwerk naar aan een verbetering van de lijn Leiden-Utrecht naar een sneltreinverbinding van 4x per uur en bepleiten bij het Rijk de daarvoor benodigde infrastructuurmaatregelen. We werken binnen de grenzen van de gemeente Leiden mee aan het realiseren van daarvoor benodigde infrastructuurmaatregelen op langere termijn en maken deze ook niet onmogelijk door andere ruimtelijke ontwikkelingen.


5. Regionaal Hoogwaardig Openbaar Vervoernetwerk a) Voor het te realiseren regionaal HOV-netwerk, in de stad ruimte te bieden door het vast stellen en in fasen realiseren van een aantal ov-routes voor hoogwaardig openbaar vervoer: . HOV-route van kust (Katwijk, Noordwijk) naar Leiden: de verbinding via transferium A44 naar CS conform het eerder voor de RGL gereserveerde tracé, of een alternatief tracé waar betrokken partijen (provincie, gemeente , Universiteit en VOIBSP) het over eens worden. . HOV-route van CS naar Leiderdorp: via CS, Schuttersveld of 2e Binnenvestgracht, Langegracht, Herensingel, Kooilaan, Willem de Zwijgerlaan, Engelendaal of via CS, Dellaertweg, Schipholweg, Willem de Zwijgerlaan, Engelendaal, met een voorlopige voorkeur voor het twqeede tracé. . HOV-route van CS naar Lammenschansweg: CS, Schuttersveld, Langegracht, Hooigracht, station Lammenschans, uiteindelijk door te trekken voor HOV-verbindingen naar Zoetermeer en Voorschoten. De hierbij aangegeven volgorde van HOV-verbindingen geeft de voorlopge prioriteit aan die wordt gegeven aan de HOV-verbindingen. Later vast te stellen welke doorgaande verbindingen over deze routes van de oostzijde naar de westzijde van het Centraal Station over deze routes zullen rijden. b) Mee te werken aan een HOV-netwerk dat in eerste instantie als hoogwaardig busnetwerk wordt vorm gegeven, maar zodanig dat het later mogelijk is het om te vormen tot een (regionaal) tramnetwerk. Dit omvormen naar een tramnetwerk kan wat de gemeente Leiden betreft aan de orde zijn als het HOV-netwerk een zodanig succes is dat het vervoer hiertoe aanleiding geeft en Rijk en regionale overheden op het niveau van de Randstad een voldoende gedeelde visie hebben op wenselijkheid, vormgeving ontwikkeling en fasering van het netwerk en de financiering rond is. c) Mee te werken aan een betere railverbinding tussen Gouda en Leiden-Lammenschans en Leiden-CS en de daarvoor benodigde spoorverdubbeling tussen Alphen en Leiden-Lammenschans.

Daarbij uitvoeringsmodaliteiten open te houden zoals de provincie Zuid-Holland die eerder dit jaar heeft gepubliceerd als terugvaloptie voor een RGL door de binnenstad van Leiden en varianten daarop, zover die niet de ingrepen in de stad vereisen zoals die in de vorig jaar onderzochte buitenomvarianten naar voren kwamen d) Er aan mee te werken als de provincie opteert voor een te onderzoeken light-rail-variant die deels eindigt op het ROC-plein aan de Lammenschansweg.

Daarbij niet uit te sluiten dat zo'n ligt-rail-variant als ongedeelde verbinding door de binnenstad over de route Hooigracht-Langegracht kan functioneren als dit op termijn past in het te vertrammen HOV-net zoals bedoeld onder besluit 5 b e) In de wetenschap dat spoorverdubbeling tussen Alphen en Leiden-Lammenschans een belangrijke eerste stap is naar een sneltreinverbinding tussen Leiden en Utrecht, te accepteren dat een doorgaande railverbinding naar Gouda een directe sneltreinverbinding tussen Leiden en Utrecht vooralsnog onmogelijk maakt.


6. Aanvullend regionaal en lokaal (openbaar) vervoer a) Er naar te streven dat in de consessieverlening van de provincie het regionaal en lokaal (openbaar) vervoer goed ontsluitend is voor de wijken en aansluit op het nationale en het regionale HOVnetwerk. Er van uit te gaan dat station Lammenschans zal kunnen uitgroeien tot een ov-knooppunt met aansluitende parkeer- en vervoermogelijkheden. Daarbij de mogelijkheid open te laten dat lijnen die toevoeren naar HOV-haltes daar niet altijd eindigen maar ook langs andere routes verbindingen naar het centrum van de stad geven. b) Met de provincie na te gaan of en hoe een wederzijds interessante relatie gelegd kan worden tussen het systeem van kleinschalig stadparkeervervoer en de ov-consessie. c) Het aantal bussen door de Breestraat zo mogelijk te verminderen door deze over andere routes te geleiden. In een nader onderzoek zal worden bepaald om welke buslijnen/interliners het gaat.


7. Parkeren in een goed bereikbare autoluwe binnenstad

Ten gunste van een leefbare en economisch sterke stad in fasen te komen tot een autoluwe en tegelijk goed bereikbare binnenstad om de leefbaarheid, luchtkwaliteit en aantrekkelijkheid te verbeteren en hierbij als uitgangspunt te nemen a. dat het aantal autokilometers wordt teruggedrongen, en het aantal parkeerplaatsen voor bezoekers met ongeveer 25% toeneemt tot 2013. b. Het parkeerbeleid niet leidt tot een verslechtering van de luchtkwaliteit, en gestreefd wordt naar verbetering. c. De historische binnenstad verder autoluw wordt gemaakt om zo de leefbaarheid, luchtkwaliteit en de aantrekkelijkheid voor bewoners en bezoekers te verbeteren. Dat betekent dat parkeren voor bewoners (en hun gasten) mogelijk blijft, zoekverkeer wordt verminderd en uiteindelijk doorgaand autoverkeer onmogelijk wordt. d. Voor bezoekers en woon-werkverkeer komen er voldoende en kwalitatief goede parkeermogelijkheden in P+R-voorzieningen aan de rand van de stad, en in parkeergarages aan de rand van het kernwinkelgebied beschikbaar. De stad wordt ingedeeld in sectoren, waarbinnen auto's, die de stad binnenrijden, zo mogelijk eerst worden opgevangen in een P+R-voorziening (met een laag parkeertarief en een hoogwaardig, milieuvriendelijk natransport naar het centrum), en aan het eind in een parkeergarage (met een hoog tarief, binnen een loopafstand van 500 meter naar het kernwinkelgebied). De hoogste tarieven gelden voor straatparkeerplaatsen in het centrum. De sectoren worden onderling verbonden door een parkeerroute Willem de Zwijgerlaan - Schipholweg - Stationsplein - Plesmanlaan - Dr Lelylaan - Churchilllaan - Voorschoterweg - Ringweg-oost. De sectoren worden onderling gescheiden door verbindingen in en bij de binnenstad te knippen (Hooigracht, Turfmarkt, Morsweg, Witte Singel, Zijlsingel). Die scheidingen zullen in principe pas worden doorgevoerd als de Ringweg-oost is gerealiseerd. e. Onze verwachting is dat invoering van betaald parkeren in woonwijken resulteert in het verlichten van de parkeerdruk als gevolg van vreemdparkeerders, of in het voorkomen daarvan. Het verlichten van de parkeerdruk zal leiden tot meer parkeerplaatsen voor bewoners, tot het aantrekkelijker inrichten van de openbare ruimte en tot minder verkeersbewegingen. Of er echter betaald parkeren wordt ingevoerd en onder welke condities is voorwerp van overleg met de wijken en buurten die het betreft en is altijd onderworpen aan consultatie vooraf f. Parkeren aan de randen wordt gestimuleerd door een hogere tariefstelling dan in de binnenstad g. Het gemeentelijk parkeerbeleid zal ten minste kostendekkend zijn. Gestreefd wordt naar een volledige toedeling van de parkeeropbrengsten naar mobiliteitsdoeleinden. Daaronder vallen in eerste instantie de Stichting Stadsparkeerplan Leiden, het beheer van P+R-voorzieningen en van medegebruik van particuliere garages, en handhaving van straatparkeren. h. De gemeente gaat niet zelf commerciële parkeergarages exploiteren, maar beperkt zich tot het kaders stellen en voorwaarden scheppen richting marktpartijen met behulp van het parkeerbeleid (regieriol). a) Er zijn aanvullende vormen van milieuvriendelijk (openbaar) vervoer nodig om een hoogfrequente verbinding te vormen tussen de parkeerlocaties en de binnenstad b) Om de binnenstad autoluw te kunnen maken en het openbaar vervoer beter te faciliteren is een ringstructuur nodig van waaruit auto's de bestemming binnenstad kunnen bereiken. Doorgaand verkeer door de binnenstad wordt tegengaan door deze verbindingen te knippen. c) Er zijn aanvullende voorzieningen nodig om het fietsen nog aantrekkelijker te maken.


8. Ringweg oost als voorwaarde

Er van uit te gaan dat de aanleg van een ringweg oost een ontbrekende schakel is in de ringstructuur, dat deze schakel noodzakelijk is om op een grotere schaal een autoluwe stad te kunnen realiseren en het openbaar vervoer beter te faciliteren en dit gegeven in de fasering tot uitgangspunt te nemen. (zie verder Raadsvoorstel Ringweg oost).


9. Fiets

Naast al deze maatregelen die het fietsverkeer op zichzelf al bevorderen een bedrag van E x mln te reserveren voor een samen met partijen als de fietsersbond en winkeliersverenigingen op te stellen uitvoeringsprogramma met als doel de binnenstad beter bereikbaar te maken.


10. Leefbaarheid en Veiligheid
Te constateren dat genoemde maatregelen naast landelijke maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit al fors bijdragen aan een leefbare en veilige stad door de afname van het aantal auto's in de binnenstad (luchtkwaliteit, geluid en veiligheid). Daarnaast de volgende maatregelen op korte termijn te nemen: . beter afstellen van de verkeersregelinstallaties op de Hooigracht teneinde de doorstroming te bevorderen (geluid, luchtkwaliteit, veiligheid) . te bevorderen dat de provincie in haar ov-concessieverlening meeneemt dat in Leiden schone bussen (Euro5 of zo mogelijk Euro6) worden toegepast (geluid, luchtkwaliteit) . het verbeteren van de handhaving in de Breestraat op de toegestane snelheid en de toegestane verkeersdeelnemers (veiligheid). . het weren van scooters uit de Breestraat (geluid, luchtkwaliteit, veiligheid) . te toetsen aan de hand van berekeningen voor 2020 of bovengenoemde maatregelen voldoende effect hebben op de luchtkwaliteit en waar nodig de plannen bijstellen. De gevolgen van de aangepaste verkeerscirculatie voor de black spots op het gebied van verkeersveiligheid te onderzoeken en hiervoor korte en lange termijn oplossingen aan te geven. Hierbij - op basis van de nu actuele lijst van black spots - als uitgangspunt te nemen dat: . voor de twee blackspots Lammenschansweg/ Koninginnelaan, Lammenschansweg/ Tomatenstraat binnen een jaar een herinrichtingsplan voor de kruispunten wordt vastgesteld waarin naast een verbetering van de verkeersveiligheid ruimtelijk een hoogwaardige openbaar vervoer verbinding is ingepast. . voor de blackspot Noordeinde/Kort Rapenburg binnen een jaar een herinrichtingsplan voor de kruispunten wordt vastgesteld.


11. Fasering

In de volgende fase de fasering nader uit te werken en hierbij de volgende uitgangspunten te hanteren: a) Een onderzoek zal moeten uitwijzen of eenrichtingsverkeer voor de binnenring een tijdelijke maatregel kan zijn. b) Een volledige HOV-verbinding over de Hooigracht kan pas aan de orde zijn als er een alternatief is voor het doorgaande verkeer.


12. Financieel kader
In de volgende fase een uitvoeringsprogramma op hoofdlijnen op te stellen met een financieel kader en daarbij als uitganspunt te nemen: a) het parkeerbeleid is ten minste kostendekkend. Tarieven worden geindexeerd. Inkomsten vloeien in een mobiliteitsfonds (zie Parkeernota) b) Er is ruimte voor particuliere initiatieven om vanaf meerdere parkeerlocaties aanvullend vervoer te organiseren naar de binnenstad. Bekostiging zal binnen de kaders van het mobiliteitsfonds dienen plaats te vinden (zoals nu het geval is met Stichting Stadsparkeerplan) of binnen de kaders van de ov-concessie van de provincie c) De investeringen in hoogwaardig ov-routes door de stad en het realiseren van een ringweg oost vragen een gezamenlijke financiele inspanning van stad en provincie en regionale overheden, gesteund door het rijk.


13. Tweede fase uitwerking GVVP
. Het Plan van Aanpak om de voorgenoemde kernbesluiten nader uit te werken in een Gemeentelijk Verkeer en VervoerPlan in samenwerking met de nationale en regionale overheden en de Leidse maatschappelijke organisaties inclusief de benodigde activiteiten, processen en onderzoeken wordt vastgesteld. . Er wordt een budget van ...toegekend...


14. Nog uit te voeren activiteiten
Zo mogelijk voor besluit 11 juli:
. het in beeld brengen van het financiële kader: toedeling van de voor de RijnGouweLijn gereserveerde gelden (35 mln), de opbrengsten van het parkeerplan en de kosten van de Ringweg-Oost. . nadere uitwerking van faseringen
. nader inzicht in de mogelijkheid van inpassing van de HOV-routes . kernbesluiten GVVP plaatsen in een stedenbouwkundig kader . nader uitwerken busnet op niveau 3 (regionaal en lokaal) in relatie tot stadsparkeren

Na de zomer:
. modelberekeningen van de nieuwe verkeerscirculatie en effecten op bereikbaarheid en milieu


---- --
Ringweg Oost

Aanzet tot de tekst voor het raadsbesluit op 10 juli a.s.

De gemeenteraad van Leiden stelt het volgende vast: o Het ontbreken van een goede noord-zuidverbinding voor het wegverkeer aan de oostkant van Leiden veroorzaakt een aanzienlijke stroom doorgaand autoverkeer door de binnenstad van Leiden. o Dit (doorgaande) verkeer belemmert niet alleen de doorstroming van particulier verkeer en openbaar vervoer en daarmee de lokale bereikbaarheid, maar doet ook ernstige afbreuk aan het leefklimaat in de binnenstad in de vorm van luchtverontreiniging, geluidhinder en verkeersonveiligheid. o Er zijn geen alternatieve routes waarvan het doorgaande noord-zuidverkeer gebruik kan maken anders dan de route door de kern van Leiderdorp. Ook deze route is overbelast. o Rijksweg A4 wordt in de toekomst weliswaar verbreed doch is door het beperkte aantal aansluitingen niet geschikt als ontsluitende ringweg voor het Leidse centrum. o Een autoluwe binnenstad met een prettig en gezond verblijfsklimaat waarin ruimte wordt geboden aan voetgangers, fietsverkeer en openbaar vervoer is dringend gewenst. o Nut & Noodzaak van een Ringweg Oost zijn hiermee voldoende aangetoond.

Gelet op het voorgaande besluit de gemeenteraad:
o te streven naar een spoedige realisatie van een Ringweg Oost o hiertoe de volgende varianten nader te onderzoeken: o ...
o ...
o ...
o ...
o dit onderzoek uit te voeren in een open planproces met belanghebbenden en in nauwe samenwerking met de gemeente Leiderdorp o hieruit eind 2007 met Leiderdorp een gezamenlijke voorkeursvariant te kiezen o de varianten voor de Ringweg Oost te beoordelen aan de hand van de volgende criteria:
- de afname van de verkeersdruk in de binnenstad en dorpskern
- de mogelijkheden om hierdoor openbaar vervoer en fietsverkeer meer ruimte te geven
- de verbetering van het leefmilieu in binnenstad en dorpskern
- de kosten en financierbaarheid van de verbinding
- de positieve dan wel negatieve effecten op: . de bereikbaarheid van centrumgebieden (parkeerlocaties, bevoorrading), woonbuurten en bedrijfsterreinen . het woon- en leefmilieu in het invloedsgebied van de nieuwe verbinding . het natuurlijk milieu, archeologische en cultuurhistorische waarden, de economie en ruimtelijke waarden
- de mate waarin negatieve effecten kunnen worden gecompenseerd o daaraan de volgende randvoorwaarden te verbinden: . de verkeersdruk in de Sumatrastraat mag als gevolg van de realisatie van de Ringweg Oost niet toenemen (collegeprogramma Met Hart en Hand) . de overlast mag niet worden verplaatst naar andere delen van de stad: per saldo dient het woon- en leefmilieu aantoonbaar te verbeteren.

N.B. De toelichting ontbreekt hier uiteraard nog; hiertoe dient de rapportage van de projectgroep die na de ateliers wordt opgesteld.


---- --
MEMO
Aan: College B&W
Van: John Steegh
Datum: 14 mei 2007

Geacht College,

De Raad heeft ons College opdracht gegeven plannen uit te werken voor de . actualisatie van het GVVP
. de Parkeernota
. de Ringweg-Oost
Het is dan ook de ambitie om deze drie trajecten gezamenlijk in besluitvorming te brengen in de Raad van 11 juli. Hiertoe wil ik graag met u de concept-besluiten bespreken tijdens het College van 15 mei. Op 12 juni zal het volgens planning definitief ter besluitvorming in B&W worden behandeld.

Tevens doe ik u de stukken toekomen die ik volgende week (22 mei) zodanig in het College wil behandelen dat het als informatief pakket aan de Raadscommissie Ruimte & Bereikbaarheid kan worden aangeboden.

De planning waarin stukken worden behandeld is als volgt:
15 mei B&W Ontwikkeling voorstellen GVVP, Parkeernota, Ringweg-Oost 15 mei Raad Plan van Aanpak + krediet GVVP
16 mei Overleggroep Bereikbaarheid (met Centrummanagement) 22 mei Behandeling informatieve stukken in B&W voor Commissie R&B 24 mei Atelier Ringweg-Oost
29 mei Commissie R&B meningsvormend over Ontwikkeling voorstellen: tussenbalans GVVP, Parkeernota, Ringweg-Oost (schriftelijk toegezonden stukken) 31 mei Projectgroep Parkeernota
5 juni Werkatelier GVVP
12 juni B&W Besluitvorming GVVP, Parkeernota, Ringweg-Oost (inclusief presentatie) 20 juni Directieraad RGL
19 juni Reservedatum B&W Besluitvorming GVVP, Parkeernota, Ringweg-Oost 20 juni Informatieavond burgers GVVP, Parkeernota, Ringweg-Oost 4 juli Commissie R&B Besluitvorming GVVP, Parkeernota, Ringweg-Oost 6 juli Stuurgroep RGL
11 juli Raad Besluitvorming GVVP, Parkeernota, Ringweg-Oost

Hoogachtend,

John Steegh

Bijlagen:
. Concept-besluitenlijst "Kom in de Stad" (GVVP en parkeren) . Concept-besluitenlijst Ringweg-Oost
. Presentatie atelier 18 april 2007 (GVVP)
. Presentatie ov-visie Holland Rijnland 8 mei 2007 (GVVP) . Presentatie atelier 8 mei 2007 (GVVP)
. Deelpresentatie atelier 9 mei 2007 (Ringweg-Oost): probleemanalyse . Deelpresentatie atelier 9 mei 2007 (Ringweg-Oost): varianten . Deelpresentatie atelier 9 mei 2007 (Ringweg-Oost): beoordelingscriteria

Verslagen van de bijeenkomsten zijn eventueel te downloaden van het internet.


---- --
Retouradres: Postbus 9100, 2300 PC Leiden

Aan de raadscommissie Ruimte en Bereikbaarheid
en de overige leden van de gemeenteraad van Leiden Breestraat 70
2311 CS LEIDEN |
| | | |

|                                     |              | |                 |
|                                     |              | |                 |
|                                     |              | |                 |
|                                     |              | |                 |
|                                     |              | |                 |
|                                     |              | |                 |
|                                     |              | |                 |
|                                     |              | |                 |
|Datum   | |23 mei 2007                          |Contactpersoon| |P.J. van Diepen  |
|Ons     | |                                     |Doorkiesnummer| |5028             |
|Kenmerk | |                                     |              | |                 |
|Onderwer| |Stand van zaken GVVP                 |              | |                 |
|p       | |                                     |              | |                 |
Geachte leden van de raad(scommissie),

Hierbij stuur ik u, namens het college van Burgemeester en Wethouders, een aantal documenten ter voorbereiding van de herijking van het gemeentelijk verkeer- en vervoerplan (GVVP), te weten:
- 'Kom in de stad', powerpointsheets zoals gepresenteerd aan het college op 22 mei 2007;
- 'Kom in de stad', bestuurlijk memo met de aanzet tot besluitvorming inzake het GVVP;
- 'Ringweg Oost', aanzet tot besluitvormingstekst;
- Kopie van memo aan het college met tijdpad.

De status van deze stukken is als volgt. Zoals u weet is het de bedoeling dat uw raad in de laatste raadsvergadering voor het zomerreces, dus op 11 juli, een besluit op hoofdlijnen neemt over het GVVP en de daarmee samenhangende ringweg oost en de parkeernota. De daarvoor benodigde raadsvoorstellen zullen tijdig voor de commissievergadering die daaraan voorafgaat (4 juli 2007) aan u worden toegestuurd.

Het is echter onwenselijk dat u voor zo'n majeur besluit pas dan de eerste contouren ziet. Mijn verzoek om in een eerdere commissievergadering de tussenstand meningvormend te bespreken kon helaas niet worden gehonoreerd, omdat de commissieagenda al vol is. Maar ik hecht eraan u toch al van die tussenstand, de stand van zaken van dit moment, op de hoogte te stellen. Deze is in de genoemde documenten weergegeven en besproken en geaccordeerd in het college van 22 mei 2007. Ik zou het op prijs stellen als u, nu een tussentijdse commissiebehandeling niet mogelijk lijkt, vragen die u naar aanleiding van deze stukken heeft schriftelijk aan ons stelt, zodat de commissievergadering van 4 juli effectiever benut kan worden. Mocht u toch op enig moment met mij in gesprek willen over de voorliggende gedachtelijn van het college, dan ben ik daar graag toe bereid.

Met vriendelijke groet,

John Steegh,
wethouder Verkeer en Milieu


---- --