Partij van de Arbeid

Den Haag, 24 mei 2007

Vragen van het lid Van Dam (PvdA) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

over de plaatsing van een C2000-mast nabij het beschermde stadsgezicht van Deventer (vervolg op eerdere vragen nr. 2060609930 - vergaderjaar 2006/2007).


1. Heeft u alsnog kennis genomen van het bezwaar van de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten over de in hun ogen ongelukkige locatiekeuze voor deze mast en hun verzoek voor een alternatieve oplossing om het beschermde stadsgezicht niet in deze mate aan te tasten?


2. In welke mate wordt bij de plaatsing van C2000-masten, naast het algemeen belang van een goed functionerend communicatienetwerk voor hulpdiensten, rekening gehouden met adviezen en opvattingen van rijksdiensten en adviesorganen, zoals de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten?


3. Hoe beoordeelt u deze brief waarin een rijksdienst haar zorgen uitspreekt over de locatiekeuze en de plaatsing van deze 53 meter hoge mast in het zicht van het beschermde stadsgezicht van Deventer?


4. Is het u bekend dat er pas laat in het plaatsingsproces van de mast in Deventer door het ministerie is aangegeven dat er een alternatief voorhanden was door middel van plaatsing van twee kleinere masten die ook voldoende bereik op leveren maar waarbij de kosten van plaatsing van deze masten voor de gemeente zijn?

Zo ja, waarom is dit alternatief pas aangeboden aan de gemeente en ook vermeldt richting omwonenden van de mast toen de plaatsing van de mast vrijwel voltooid was, ook al heeft de gemeente hier niet zelf direct om gevraagd?


5. Bent u bereid om op basis van deze aanvullende informatie rond alternatieven met kleinere masten en late vermelding van deze alternatieven in combinatie met de opvatting van de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten, de locatiekeuze voor deze C2000-mast te heroverwegen, zoals u aangaf in eerdere beantwoording?


1 C2000 mast, De worp, beschermd stadsgezicht, brief van de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten, d.d. 21 februari 2007 (toegevoegd als bijlage)


2 Kamervragen nr. 2060609930 - vergaderjaar 2006/2007