Voedingcentrum
Verkeerd vet in vlees
23 mei 2007
Negen van de tien mensen eten te veel verzadigd (=verkeerd) vet.
Twintig procent van dit vet krijgen we binnen door het eten van vlees.
Vooral in bewerkt vlees zit veel verzadigd vet, bijvoorbeeld in worst
en veel vleeswaren. Het zou dus goed zijn als de vleesindustrie dit
soort vlees verbetert. Daarom was er op 22 mei een speciaal symposium:
âGezonde vleesinnovaties: vet!â. Dit was een initiatief van het
Voedingscentrum en de Nederlandse Hartstichting, in samenwerking met
de NVVL (Network for Food Experts) en de HAS Den Bosch.
Verzadigd vet verhoogt het cholesterolgehalte in het bloed en vergroot
daarmee de kans op hart- en vaatziekten. Het Voedingscentrum en de
Hartstichting willen een beter aanbod van vleeswaren en andere
vleesproducten te stimuleren. Dat wil zeggen: producten met minder
verzadigd vet en/of meer onverzadigd vet. Daarom organiseerden zij het
symposium.
Maak vlees écht gezonder Professor Seidell
Vertegenwoordigers uit politiek, wetenschap en industrie spraken over
de mogelijkheden en moeilijkheden om bijvoorbeeld vleeswaren met
minder verzadigd vet te ontwikkelen. Als eerste spreker zei Ria
Westendorp, van het Ministerie van VWS, dat het vlees niet alleen
minder verzadigd vet zou moeten bevatten. Als de industrie producten
verbetert, moet het ook naar de hoeveelheid calorieën en zout kijken.
âHet totale product moet gezonder zijn. Het heeft geen zin verzadigd
vet te vervangen door iets anders wat ook niet goed is.â Verschillende
sprekers uit de industrie zeiden dat het lastig is om de hoeveelheid
verzadigd vet te verlagen. Vet is belangrijk voor de smaak, het
zogenaamde mondgevoel en de houdbaarheid van vlees. Minder (vast) vet
betekent zoeken naar alternatieven om dit te compenseren, bijvoorbeeld
met behulp van zetmeel, vezels of pectine.
De toekomst: meer samenwerken, meer prikkels
Op het symposium werd de vleessector vaak vergeleken met de
zuivelsector. Hier zijn meer 'gezonde' innovaties, zoals weidemelk.
Dit komt volgens de sprekers omdat de vleessector meer versnipperd is.
Bovendien zijn de marges laag, is er steeds meer internationale
concurrentie en wordt er niet geïnvesteerd in kennistechnologie.
Dagvoorzitter Jaap Seidell, hoogleraar Gezondheidswetenschappen, zei
dat er weinig prikkels zijn voor innovatie. De overheid of afnemers,
zoals supermarkten, stimuleren en steunen de industrie niet genoeg om
dit gezonder vlees te produceren. Volgens Seidell zou het goed zijn
als de vleesindustrie zich zou verenigen in een platform, waarbij
ontwikkelingen ook in Europees verband worden bekeken. Seidell: âMet
het oog op wetgeving en schaalgrootte valt daar nog veel te winnen.â