De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
MC-K-U-2767235
24 mei 2007
Antwoorden van miinster Klink op Kamervragen van de Kamerleden
Omtzigt, Willemse-van der Ploeg en Schermers over salarissen
topdirecteuren patiëntenclub (2060713230).
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van de artikelen "Salaris van top van directeuren
patiëntenclub buitensporig" en "Niets voor het goede doel"? 1)
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u van de handelswijze van een organisatie die subsidie
ontvangt via de begroting van uw ministerie, en 88% van haar inkomsten
uitgeeft aan het salaris van twee parttime directeuren?
Antwoord 2
Ik wil voorop stellen dat een onderscheid moet worden gemaakt tussen
de Osteoporose Vereniging en de Osteoporose Stichting. Beide zijn op
zich zelf staande rechtspersonen, met verschillende doelstellingen en
met gescheiden besturen.
Landelijk werkzame organisaties voor patiënten, gehandicapten en
ouderen (PGO) worden gesubsidieerd door het Fonds PGO, dat daartoe een
jaarlijkse bijdrage ontvangt van mijn ministerie. Het Fonds PGO heeft
uitsluitend een relatie met de Osteoporose Vereniging. Het Fonds PGO
heeft geen (subsidie-)relatie met de Osteoporose Stichting, noch
direct, noch indirect.
In het bedoelde artikel in het dagblad Trouw, met als kop "Niets voor
het goede doel", wordt gesteld dat 88% van de inkomsten van de
Osteoporose Stichting wordt uitgegeven aan het salaris van de
directeuren ervan. Zoals aangegeven, heeft het Fonds PGO geen enkele
relatie met deze stichting. Bekostiging van de directie van de
stichting met overheidsmiddelen is derhalve niet aan de orde.
Overigens zijn de beide directeuren van de stichting op
declaratiebasis ook actief voor de Osteoporose Vereniging. Uit de door
de vereniging overlegde stukken in de vorm van begrotingen en
jaarrekeningen van de afgelopen jaren is aan het Fonds PGO niet
gebleken dat de directeuren aan de vereniging buitensporig declareren.
In 2007 ontvangt de Osteoporose Vereniging van het Fonds PGO een
bijdrage in de exploitatielasten van EUR 87.000. De begroting van de
vereniging voor dit jaar bedraagt in totaal EUR 182.000. Voor de
diensten van beide directeuren tezamen wordt een bedrag begroot van
EUR 34.950.
Vraag 3
Onder welke subsidievoorwaarden is aan de 2800 (krap 3000) leden
tellende Osteoporose Vereniging subsidie verleend uit het Fonds PGO?
Antwoord 3
Vanaf 2006 heeft de Osteoporose Vereniging subsidie ontvangen op basis
van de Regeling algemene subsidiebepalingen Stichting Fonds PGO en de
(ministeriële) Regeling Functiefinanciering PGO-organisaties. Vanaf
het jaar 2000 tot en met 2005 heeft de Osteoporose Vereniging
jaarlijks een bijdrage ontvangen op basis van de subsidieregeling voor
patiëntenorganisaties van het Fonds PGO. De systematiek van
laatstgenoemde regeling is ook in 2006 en 2007 nog van toepassing voor
de beoordeling of een organisatie voor subsidie in aanmerking komt,
alsmede voor de subsidieberekening.
Het Fonds PGO ziet er bij het verlenen van subsidies op toe dat de
middelen worden besteed aan de uitvoering van de kernfuncties van
PGO-organisaties, zijnde: lotgenotencontact, voorlichting en
belangenbehartiging. De systematiek gaat uit van een vast bedrag per
organisatie en een degressieve bijdrage per lid/donateur, waarbij de
hoogte van deze bijdage is gekoppeld aan de hoogte van de
contributie/donatie. Er geldt een maximum aan de bijdrage in de
exploitatielasten van EUR 90.000.
Uitgaande van 2.129 leden en 542 donateurs voor de vereniging, komt de
bijdrage voor de Osteoporose Vereniging voor 2007 uit op het
eerdergenoemde bedrag van EUR 87.000.
Vraag 4
Zijn de subsidievoorwaarden nagekomen, en wanneer zijn deze voor het
laatst gecontroleerd?
Antwoord 4
Jaarlijks dienen alle organisaties die in aanmerking willen komen voor
een bijdrage in de exploitatielasten van het Fonds PGO een werkplan en
een begroting in. Deze worden door het Fonds PGO, met inachtneming van
de eerdergenoemde subsidievoorwaarden en de regeling nauwgezet
beoordeeld, voordat er sprake kan zijn van het verlenen van een
subsidie.
Indien er subsidie is verleend, dienen organisaties na afloop van het
jaar een jaarrekening en een jaarverslag aan te leveren. Bij de
beoordeling van deze stukken vindt een vergelijking plaats van het
werkplan met het jaarverslag en de begroting met de jaarrekening.
Voorts wordt bezien of de subsidievoorwaarden zijn nageleefd.
Het voorgaande houdt in dat jaarlijks wordt gecontroleerd of de
Osteoporose Vereniging de subsidievoorwaarden nakomt. Het Fonds PGO
heeft in dit verband in de afgelopen jaren geen onoorbare zaken
geconstateerd.
De recente berichtgeving in Trouw is voor het Fonds aanleiding geweest
voor bestuurlijk overleg met de Osteoporose Vereniging. In dit overleg
heeft het Fonds PGO het bestuur gevraagd op korte termijn een meer
gespecificeerd inzicht te geven in bestuurlijke, financiële en
organisatorische aspecten van het functioneren van de vereniging.
Vervolgens zal een externe accountant in opdracht van het Fonds deze
gegevens verifiëren, waarbij tevens de jaarcijfers 2006 aan een nadere
beschouwing zullen worden onderworpen.
Vraag 5
Welke actie bent u bereid te ondernemen om te garanderen dat subsidies
voor patiëntenverenigingen ten goede komen aan projecten voor
patiënten en niet aan directeuren?
Antwoord 5
Voorop staat voor mij dat transparantie door pgo-organisaties - zoals
voor elke andere organisatie in het publieke domein - van het grootste
belang is. Mede gezien de gegevens zoals genoemd in het antwoord op
vraag 2, heb ik vooralsnog geen reden om aan te nemen dat in het geval
van de Osteoporose Vereniging subsidiemiddelen op oneigenlijke wijze
zijn aangewend.
In recent onderzoek, onder meer door het Verweij-Jonker Instituut,
wordt aangetoond dat pgo-organisaties in den brede transparant en
doelmatig functioneren. Niettemin heb ik uiteraard aan het Fonds PGO
gevraagd mij te informeren over de uitkomsten van het naar de
Osteoporose Vereniging ingestelde onderzoek.
1) Trouw, woensdag 18 april 2007
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport