De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33
www.szw.nl
2513AA22XA
Uw brief 2060714080
Ons kenmerk SV/V&G/07/16719
Datum 24 mei 2007
Onderwerp Kamervragen van het lid Blok (VVD)
Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervragen van het lid Blok (VVD) over het WW-
toerisme.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(J.P.H. Donner)
Bijlage(n): Beantwoording kamervragen van het lid Blok (2060714080)
Ons kenmerk SV/V&G/07/16719
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het feit dat Oost-Europese werknemers vanaf 1 mei 2007 aanspraak
kunnen maken op een Nederlandse werkloosheidsuitkering, als zij in Nederland na een half
jaar werkloos raken, waarbij de duur van uitkering grotendeels vastgesteld wordt op grond
van het arbeidsverleden in Oost-Europa en de hoogte op grond van het in Nederland
laatstverdiende loon?
Antwoord op vraag 1
Ja. In Nederland verzekerde werknemers kunnen bij werkloosheid aanspraak maken op een
WW-uitkering, ongeacht hun nationaliteit. Daarin is per 1 mei 2007 niets veranderd.
Daarnaast is het mogelijk dat werknemers uit een andere EU-lidstaat na een betrekkelijk kort
dienstverband in Nederland aanspraak maken op een WW-uitkering, ingevolge de
samentellingsregeling van artikel 42 EG-Verdrag, die nader is uitgewerkt in Verordening
(EEG) Nr. 1408/71 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op
werknemers en hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PbEG L 149).
Ingevolge de samentellingsbepalingen van de Verordening worden bij de beoordeling van de
referte-eis ook tijdvakken van arbeid of verzekering krachtens de verzekering in het land van
herkomst meegeteld.
Het recht op uitkering en de hoogte ervan worden op grond van Verordening (EEG) Nr.
1408/71 vastgesteld met toepassing van het recht van de lidstaat waar de werknemer het laatst
werkzaam is geweest. Indien een werknemer uit een andere EU-lidstaat in Nederland
verzekerd is voor de Werkloosheidswet (WW) en in Nederland werkloos wordt, worden het
recht op uitkering en de hoogte ervan op grond van het Nederlandse recht bepaald, met
inachtneming van genoemde verordening.
Vraag 2
Bent u op de hoogte van het feit dat op deze wijze de door Nederland verstrekte WW-uitkering
langer kan duren dan de daadwerkelijk gewerkte tijd in Nederland?
Antwoord op vraag 2
Ja. De samentelling van de tijdvakken van verzekering die in Nederland en die in het land van
herkomst zijn vervuld, kan ertoe leiden dat de uitkeringsduur de in Nederland gewerkte
periode overschrijdt.
Vraag 3
Bent u op de hoogte van het feit dat op deze wijze de door Nederland verstrekte WW-uitkering
een aantal malen hoger kan zijn dan het loon door arbeid dat maandelijks in Oost-Europa
verdiend werd?
---
Ons kenmerk SV/V&G/07/16719
Antwoord op vraag 3
Ja. Verordening (EEG) Nr. 1408/71 schrijft voor dat het land dat gehouden is tot uitbetaling
van de werkloosheidsuitkering bij de berekening van deze uitkering uitsluitend rekening houdt
met het in dat land laatstverdiende loon. Het recht op een WW-uitkering wordt toegekend met
toepassing van het Nederlandse recht. De hoogte van de WW-uitkering verschilt inderdaad
met het loon dat door arbeid maandelijks in de Midden- en Oosteuropese lidstaten werd
verdiend.
Vraag 4
Hoe beoordeelt u deze feiten?
Antwoord op vraag 4
Het EG-Verdrag en het secundair gemeenschapsrecht bevatten voor wat betreft het terrein van
de sociale zekerheid diverse bepalingen die het vrij verkeer van werknemers beogen te
realiseren en die directe en indirecte discriminatie naar nationaliteit verbieden. Nederland heeft
zich als EU-lid aan deze bepalingen verbonden.
Vraag 5
Wat is de afweging geweest om de Wet Werk en Bijstand aan te passen om zo
"bijstandstoerisme" te voorkomen, maar deze vorm van beroep op sociale regelingen open te
laten?
Antwoord op vraag 5
Op grond van de in de Wet werk en bijstand geïmplementeerde en per 1 mei 2006 in werking
getreden Richtlijn 2004/38/EG betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het
grondgebied van de lidstaten voor burgers van de Unie en hun familieleden, hoeven EU-
burgers gedurende de eerste drie maanden van verblijf in een andere lidstaat niet aan te tonen
over voldoende bestaansmiddelen te beschikken, mits zij geen onredelijke belasting vormen
voor het socialezekerheidsstelsel van het gastland. Vóór de inwerkingtreding van die richtlijn
was dat nadrukkelijk wel het geval en was het beroep op een bijstandsuitkering gedurende de
eerste drie maanden van verblijf uitgesloten. Om te voorkomen dat na 1 januari 2006 het
Nederlandse bijstandsstelsel door EU-burgers die economisch niet actief zijn, onredelijk zou
worden belast, is de Wet werk en bijstand op dit punt gewijzigd. Deze wijziging houdt in, dat
krachtens artikel 11 van de WWB geen recht op bijstand bestaat in die gevallen waarin artikel
24, tweede lid, van de Richtlijn de mogelijkheid biedt om betrokkenen bijstand te onthouden.
Dit betreft enkel de situatie waarin EU-burgers en hun familieleden korter dan drie maanden in
het land verblijven, alsmede de situatie waarin EU-burgers die zich als werkzoekende naar
Nederland hebben begeven, na drie maanden nog geen werk hebben gevonden, doch aan wie
langer verblijf als werkzoekende wordt toegestaan om reden dat zij een reële kans maken
alsnog te worden aangesteld.
---
Ons kenmerk SV/V&G/07/16719
De voorwaarde dat gedurende de eerste drie maanden van verblijf geen beroep mag worden
gedaan op een uitkering, kan niet worden gesteld voor het beroep op een WW-uitkering. Voor
sociale bijstand kan deze voorwaarde worden gesteld, omdat een bijstandsuitkering niet onder
de reikwijdte van Verordening (EEG) Nr. 1408/71 valt, en deze voorwaarde uitdrukkelijk
wordt toegestaan door Richtlijn 2004/38/EG.
Vraag 6
Deelt u ook van mening dat het in stand houden van het op deze wijze verstrekken van
werkloosheidsuitkeringen "WW-toerisme" in de hand werkt?
Antwoord op vraag 6
Nee. Er zijn in Nederland, noch in andere EU-lidstaten signalen bekend dat werknemers uit de
acht Midden- en Oosteuropese landen die op 1 mei 2004 zijn toegetreden tot de Europese Unie
en voor wie vanaf die dag geheel of gedeeltelijke vrije toegang tot de arbeidsmarkten van de
EU-lidstaten gold, uitkeringsmigratie als reden van hun komst zouden hebben.
Vraag 7
Welke maatregelen gaat u nemen om zo snel mogelijk een einde te maken aan deze situatie?
Antwoord op vraag 7
Nederland heeft zich als EU-lid aan het EG-Verdrag en het secundaire gemeenschapsrecht
verbonden. De samentellingsregeling in het EG-Verdrag en Verordening (EEG) Nr. 1408/71 is
een fundamenteel uitgangspunt voor het bevorderen van het vrije verkeer van werknemers
binnen de Europese Unie.
---
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid