Wageningen Universiteit

24 mei 2007

De reconstructie van de zandgebieden heeft niet geleid tot het creëren van brandgangen om de verspreiding van varkenspest tegen te gaan, maar is een proces geworden van integrale gebiedsontwikkeling dat in de diverse regio's anders uitvalt. Dat blijkt uit een tussentijdse evaluatie van Alterra van Wageningen UR.

'De reconstructie is iets anders geworden dan bedoeld', stelt dr. Froukje Boonstra van Alterra, projectleider van de evaluatie. Oorspronkelijk was het een ruimtelijke herinrichting van gebieden met grote concentraties aan intensieve veehouderij in Limburg, Noord-Brabant, Gelderland, Utrecht en Overijssel. Dat was een reactie op de uitbraak van varkenspest in 1997, waarbij tot veel publieke verontwaardiging massaal werd geruimd.

Het oorspronkelijke plan voorzag in een soort brandgangen of varkensvrije zones, maar tien jaar later is daar niets van terug te vinden. In plaats daarvan heeft de reconstructie zich verbreed. Daarvoor zijn diverse redenen aan te wijzen, vertelt Boonstra. Belangrijkste is dat er in de afgelopen tien jaar veel is veranderd. Er kwam Europees beleid om tegen varkenspest te vaccineren waardoor de varkensvrije zones overbodig werden. Ook is het aanvankelijke gevoel voor urgentie grotendeels verdwenen. Overheden en andere partijen koppelden gaandeweg steeds meer doelen en wensen aan de reconstructie waardoor een enorme verbreding ontstond en de planvorming lang duurde.

Toch zijn in de reconstructiegebieden twee jaar na de start van de uitvoering al veranderingen te zien. Langs de Lunterse Beek verschijnen landgoederen die boeren als compensatie voor de verplaatsing van hun stallen mochten bouwen, in het Binnenveld boven Wageningen zie je aan de nieuwe stallen dat varkenshouders daar dertig procent mogen uitbreiden terwijl ze daarvoor op slot zaten, en in Renswoude verrijzen bungalows als gevolg van een uitruil met vertrekkende boeren.

De reconstructie heeft daar volgens Boonstra aan bijgedragen. 'Het heeft vooral geleid tot organisatorische en institutionele vernieuwing. Partijen zijn tot elkaar gekomen en er zijn nieuwe instrumenten ontwikkeld, zoals ruimte voor ruimte, waar het afbreken van stallen gecompenseerd wordt met woningbouw. Daarnaast heeft de reconstructie een impuls gegeven aan het omgevingsbeleid, de economische ontwikkeling van de landbouw en de leefbaarheid van de zandgebieden.'

De reconstructie heeft vooral als katalysator gediend, want dwingende maatregelen als onteigening of gedwongen verplaatsing van varkensbedrijven die in de Reconstructiewet uit 2002 staan, zijn nauwelijks gebruikt, maar hebben waarschijnlijk wel de diverse partijen in de reconstructiegebieden aangezet om samen naar een oplossing te zoeken. 'Er is bijvoorbeeld een sterk gevoel van planeigenaarschap bij de verschillende partijen. Het zijn plannen van de streek geworden, en dat maakt dat de partijen de plannen ook willen uitvoeren. Dat is winst.'

Boonstra: Verder zijn er instrumenten op een versnelde manier ontwikkeld. In Noord-Brabant heb je veel varkensbedrijven rond dorpen; die worden nu verplaatst in combinatie met woningbouw. In Achterberg in de Gelderse Vallei is een oude boerderij met grond aangekocht voor een ecologische verbindingzone. Dat kon alleen omdat de gemeente de kosten kon terugverdienen met extra woningen aan de rand van Rhenen.'

De reconstructie is dan ook een integraal gebiedsgericht proces geworden. Daarbij is echter niet meer helemaal duidelijk hoeveel geld erin is geïnvesteerd. 'Er is in de reconstructieplannen totaal 7,3 miljard euro begroot, maar ongeveer 90% daarvan is regulier beleid.' Maatregelen in het kader van verdroging of de natuurregels maken namelijk ook deel uit van de integrale planning.

Een probleem van de integrale en gebiedsgerichte aanpak is dat sectorale rijksdoelen, zoals de beperking van de ammoniakuitstoot, vaak maar deels gehaald worden. Dat was eerder al de kritiek van onder meer de Brabantse Milieufederatie die nu door de onderzoekers wordt bevestigd. Het polderen in de regio bleek effectief om de mensen met elkaar naar een oplossing te laten zoeken, maar dat wil niet zeggen dat de ambitieuze verwachtingen op het gebied van het omgevingsbeleid ook worden gehaald. Boonstra: 'De versnelde uitvoering van het natuurbeleid of verdrogingsprojecten is nog niet zichtbaar, maar omdat de uitvoerbaarheid van het dit beleid is toegenomen, ben ik positief gestemd.'

Volgens Boonstra kan de reconstructie in zijn verbrede vorm dienen als voorbeeld voor gebiedsgericht beleid in de toekomst. Met het Investeringsbudget Landelijk Gebied zal de rijksoverheid in de toekomst veel geld in de handen leggen van de lagere overheden om gebiedsgericht te werken. Om meer winst te halen uit de integrale werkwijze op gebiedsniveau moet volgens Boonstra de communicatie en afstemming tussen sectorale beleidsafdelingen bij rijk, provincie en gemeenten wel beter. | Martin Woestenburg

Bovenstaand bericht is geproduceerd door de redactie van Resource, het weekblad voor Wageningen Universiteit en Researchcentrum. Het wordt u aangeboden door de afdeling Corporate Communicatie. Meer informatie bij Pers- en wetenschapsvoorlichting van Wageningen UR, e-mail: pers.communicatie@wur of bij de redactie van Resource, e-mail: resource@cereales.nl. Zie archief (inclusief Wb-artikelen) op http://www.resource-online.nl.