Maken van werkstuk als strafwerk voor vernielen herdenkingskrans bij
oorlogsmonument
Alkmaar, 24 mei 2007
Twee meisjes die bij een oorlogsmonument in Opmeer vernielingen hebben
aangericht, moeten op gesprek komen bij de officier van justitie in
Alkmaar. Tijdens dit zogenaamde Onderhoud ten Parkette zullen de twee
tieners een presentatie moeten geven van een werkstuk dat ze de
komende weken moeten maken over oorlogslachtoffers in West-Friesland
tijdens de Tweede Wereldoorlog. Vervolgens zal de officier van
justitie beoordelen welke verdere straf nog noodzakelijk is.
De twee meisjes hebben op 4 mei, na de dodenherdenking, bij een
oorlogsmonument in Opmeer een herdenkingskrans in de sloot gegooid.
Twee dagen later hebben ze de inmiddels herstelde krans samen met een
aantal bloembakken opnieuw vernield. Dit vandalisme heeft veel mensen
gekwetst.
Na een aantal dagen konden twee meisjes dankzij tipgeld worden
aangehouden. Het Openbaar Ministerie vindt dat meisjes een ernstig
feit hebben gepleegd en dat een straf op zijn plaats is. Ook wil de
officier van justitie dat de twee meisjes zich bewust worden waarom
het zo erg is wat ze hebben gedaan. Daarom is besloten de meisjes
opdracht te geven een werkstuk te maken over slachtoffers in de Tweede
Wereldoorlog.
Het âstrafwerkâ moet de beide tieners inzicht geven over wat ze hebben
aangericht en waarom dat door veel mensen als zeer kwetsend wordt
ervaren. De meisjes zullen het werkstuk maken onder begeleiding van de
Raad voor de Kinderbescherming. Afhankelijk van het resultaat en het
gesprek dat de meisjes hebben met de officier van justitie, neemt de
officier de beslissing of een schadevergoeding, geldboete of taakstraf
(nog) op zijn plaats is.
Openbaar Ministerie