PvdA Europees parlement
Opschieten met verbod op handel in ivoor
24 mei 2007
Dorette Corbey
De handel in ivoor moet de komende twintig jaar worden verboden.
Landbouwminister Gerda Verburg moet dit voorstel van Kenia en Mali
gewoon behandelen tijdens de VN-conferentie half juni in Den Haag en
niet aankomen met een verhaal over procedurele fouten. Dit zegt
PvdA-europarlementariër Dorette Corbey naar aanleiding van de stemming
over ivoorhandel en de bescherming van flora en fauna zojuist in het
Europees Parlement in Straatsburg.
Kenia en Mali willen ivoorhandel verbieden maar landen in zuidelijk
Afrika willen blijven jagen op olifanten omdat ze veel overlast
veroorzaken, zoals het eten van landbouwgewassen, het verbruiken van
veel water in droge gebieden en soms een direct gevaar vormen voor
mensen. Als olifanten vanwege die overlast dan toch worden gedood, zo
redeneert men, kan het ivoor net zo goed worden verkocht. Een foute
redenering, aldus Corbey, omdat zulk ivoor natuurlijk ook een nieuwe
markt creëert en de prijs van ivoor doet stijgen. "Je schept
onduidelijkheid bij de consument. Zij kunnen geen onderscheid maken
tussen ivoor dat afkomstig is van stropers en zogenaamd legaal ivoor
van overlastolifanten. De boodschap moet zijn: ivoor mag niet."
Landbouwminister Verburg is op 12 en 13 juni voorzitter van de
Cites-conferentie van de VN in Den Haag die als doel heeft handel in
bedreigde wilde flora en faunasoorten te verbieden. Verburg wil het
voorstel van Kenia en Mali niet behandelen omdat het procedurele
fouten zou bevatten. Corbey: "Het is om allerlei inhoudelijke redenen
belangrijk dat er een verbod op ivoorhandel komt. Maar zeker ook omdat
de olifanten al jaren de agenda domineren. Intussen verdwijnen
tropische bossen, bepaalde haaiensoorten en andere vissen in
ijzingwekkend tempo. Ook zij hebben onze aandacht en bescherming
nodig."
Het Europees Parlement heeft vanmorgen in meerderheid het voorstel van
Kenia en Mali gesteund.