Nederlandse Politiebond


Verslag overleg met minister van BZK op 24 mei

Op 24 mei vond weer een bijeenkomst plaats van de Commissie voor Georganiseerd Overleg in Politieambtenarenzaken (de CGOP) oftewel het maandelijks overleg tussen de minister van BZK en de vier landelijke politiebonden. Namens de NPB waren aanwezig Hans van Duijn en Jan Willem van de Pol.

Oortjes
In het overleg van maart had de NPB al melding gemaakt van problemen bij het gebruik van de 'oortjes'. Die melding was gebaseerd op een dozijn klachten dat daarover bij de NPB was binnengekomen. De afgelopen maand zijn daar tientallen nieuwe klachten bijgekomen, uiteenlopend van huidirritatie, infecties, slechte pasvorm, problemen met volumeregeling en gehoorschade. Deze ontwikkeling is voor de NPB aanleiding geweest om de zaak bij de minister op scherp te zetten. In de huidige situatie bestaat er geen eenduidig aankoopbeleid; de aanschaf van oortjes kan zelfs per korpsonderdeel verschillen. De bonden en de minister hebben vastgesteld dat er op termijn een landelijke aanbesteding moet komen met kwaliteitseisen en normering als belangrijke voorwaarden. Maar de minister is het ook met ons eens dat we daarop niet kunnen wachten. Inferieure apparatuur moet zo snel mogelijk uit de oren van de collega's.

De NPB roept dan ook iedereen op om zich bij zijn korps te melden als hij twijfelt over de kwaliteit van een oortje. Slechte apparatuur dient per direct vervangen te worden. Tegelijkertijd zal de minister de korpsen schriftelijk aansporen oortjes waarover klachten zijn (geweest) uit de roulatie te halen. Wij wijzen erop dat de werkgever aansprakelijk is voor de schade die medewerkers oplopen als gevolg van het gebruik van door de werkgever ter beschikking gesteld ondeugdelijk materiaal! Die schade kan ver uitstijgen boven de kosten van een hele berg oortjes.

Voor de goede orde maken we onze leden erop attent dat het niet verstandig is zelf oortjes aan te schaffen. Als die tot problemen leiden, kun je de gevolgen daarvan in beginsel niet op de werkgever verhalen.

Reorganisaties
Twee bovenregionale reorganisaties zijn besproken. De voorbereiding daarvan gebeurt door een speciale paritaire commissie (= bestaande uit vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers). De adviezen van deze commissie komen op de CGOP-agenda als blijkt dat de betreffende korpsen zich daarin niet kunnen vinden. In de vergadering met de CGOP krijgen de indieners van het reorganisatievoorstel vervolgens de gelegenheid om hun zienswijze toe te lichten en vragen van de minister of de politiebonden te beantwoorden. Daarna komen de minister en de politiebonden in beslotenheid tot een oordeel.

De twee besproken voorstellen hadden als overeenkomstig element het voornemen om de betrokken personeelsleden langdurig of voor onbepaalde tijd te detacheren op bovenregionale functies. Daarvoor is de detacheringsconstructie echter niet in het leven geroepen. Dat is per definitie een TIJDELIJKE rechtspositionele vorm, die in beginsel een termijn van een jaar niet kan overstijgen en dus ongeschikt is voor het realiseren van structurele veranderingen.

De bonden en minister hebben besloten de korpsen te voorzien van een overzicht van de bij verschillende beheersvormen passende rechtspositionele oplossingen en zullen daarover op korte termijn nader overleg voeren. De betreffende voorgenomen reorganisaties kunnen om die reden nog niet worden afgeprocedeerd, maar worden wel 'in de lucht gehouden' in afwachting van nadere centrale besluitvorming.

Gepubliceerd op 25 mei 2007 door Dick Harte.

Overname van dit nieuwsbericht is toegestaan, mits met bronvermelding: Nederlandse Politiebond - www.politiebond.nl ©2007.