VVD


25-5-2007

Turkije moet het zelf doen

De sporen van Mustafa Kemal, beter bekend als Atatürk (´Vader der Turken´), zijn anno 2007 nog altijd onuitwisbaar. De aanhangers van zijn ideologie, ook wel Kemalisten genoemd, gaan massaal de straat op.

Er staat veel op het spel, niet in het minst de toetreding tot de EU en het draagvlak daarvoor. Met het welbekende opgeheven vingertje probeert de EU de ontwikkelingen te sturen. Bindmiddel of splijtzwam? Turkije moet zijn eigen ontwikkeling doormaken.

Al vrij snel na de eerste vrije verkiezingen in Turkije (1950) blijkt het bewaken van het secularisme en het parallel doorvoeren van democratische hervormingen geen sinecure. In de decennia die volgen, domineren de economische en politieke problemen. Het leger, als ´hoeder´ van de seculiere staat, aarzelt niet om op te treden. In november 2002 komen de huidige premier, Erdogan, en minister van Buitenlandse Zaken, Gül, met een overweldigende meerderheid aan de macht. Hun AKP-partij behaalt 34.46% van de stemmen. De CHP-partij, de Republikeinse Volkspartij en opgericht door Atatürk, belandt in de oppositie met slechts 19.4% van de stemmen.

De oppositie is argwanend. Erdogan en Gül zijn immers volgelingen van de vroegere premier Erbakan. In ogen van velen, een fundamentalist. Allerhande speculaties over de geheime Islamitische agenda van de AKP zijn dan ook niet van de lucht. Desalniettemin lijken de Kemalisten Erdogan als premier te dulden, zij het zo nu en dan tandenknarsend. Met de voordracht van Abdullah Gül, als kandidaat voor het presidentschap, komen zij echter in opstand. Vele Turken gaan de straat op. Het leger maakt geen geheim van zijn aanjagende rol in deze. Dit leidt tot controversen in de EU. Een leger met een dominante stem in het politieke debat is nu eenmaal uitgesloten. De democratie is aan het woord.

De vraag is echter of de Turkse democratie al zover is. Zoals veel Turken het zelf verwoorden ´the baby is still learning how to speak´! Het opgeheven vingertje vanuit de EU gaat hieraan voorbij. Ervaringen uit verleden als garantie voor de toekomst? De vraag is inderdaad of Turkije in staat is op de seculiere weg te blijven zonder militaire bemoeienis. De angst voor Islamisering is niet onterecht. Voorlopig lijkt een groot deel van de Turkse bevolking in ieder geval geen voorstander te zijn van een president die religieuze invloed niet lijkt te schuwen. Tegelijkertijd is militair ingrijpen voor velen een stap te ver. En dat alleen al is winst.

De komende weken en maanden zijn van cruciaal belang voor het publieke debat rondom de eventuele toetreding van Turkije tot de EU. Men mag ervan uitgaan dat het Turkse leger zich hiervan bewust is. Militair ingrijpen, zal leiden tot het stilleggen van de onderhandelingen over het EU lidmaatschap. Een leger dat naar eigen inzicht handelt, is simpelweg uit den boze.

Het opgeheven vingertje vanuit de EU kan echter ook als een verdere splijtzwam werken, waarbij nationale sentimenten bepalend zullen zijn. Een onmiddellijke verandering van het gevoelen in de legertop, de rechterlijke macht evenals bij vele aanhangers van het gedachtegoed van Atatürk dwingt ook de EU niet af. Althans, niet op korte termijn. Het juiste medicijn wordt niet door de EU verstrekt. Het zal vanuit de Turkse samenleving zelf moeten komen.

Enige realiteitszin lijkt dus op z´n plaats. Overigens zal de EU pas echt uit haar droom ontwaken als de kruisvaarders van het secularisme inderdaad moeten plaats maken voor de moraalridders van de Islam. In dat geval zal de recent verkozen president in Frankrijk, Sarkozy, zich niet onbetuigd laten. Vive la République, Vive l´Europe!